Kevin De Bruyne werd in Turijn niet geholpen, maar in de steek gelaten. Zonder een echte spits en tweede middenvelder werd hij gedwongen tot alles tegelijk: tempo, assist én afmaker. Italiaanse kranten spraken van een “schipbreuk”. In Europa blinkt hij wél uit — precies omdat daar diepgang voor hem is. De Bruyne’s probleem is geen vorm, maar een gebrek aan structuur rond hem. Napoli vertrouwt te veel op één man, en dat breekt nu zichtbaar op.
LEES OOK: De Bruyne hoort woorden die hem even stil maken
Kapitein KDB zinkt mee met het schipDat Kevin De Bruyne (even) ten onder ging, zag je in Turijn: Lorenzo Lucca moest door de blessuregolf starten als derde spits en haalde amper 18 balcontacten (waarvan 5 keer balverlies). Italiaanse media waren snoeihard en zagen een “schipbreukeling”.
De Bruyne stond zichtbaar te gebaren bij foute looplijnen en slordige controles. Zónder natuurlijke 9, Romelu Lukaku en Højlund zijn geblesseerd, en zónder Sscott McTominay (enkelblessure) als tweede motor wordt KDB’s regie niet ontlast maar opgeslokt.
Napoli verloor 1-0 bij Torino. Het beeld uit Turijn bleef hangen: De Bruyne die alles wilde dirigeren, maar niemand vond hem voorbij de laatste lijn hielp. Hij moet én het tempo verzorgen én de laatste bal leveren, soms zelfs eindstation spelen.
Van maestro tot overlever: waar blijft de steun?
In de Serie A zit De Bruyne na zeven matchen op 3 goals, 0 assists, met een duidelijke verschuiving: hij is méér finisher dan leverancier. In Europa is het beeld omgekeerd: 2 assists in 2 CL-duels, precies vanuit die klassieke KDB-zone met diepte voor hem.
Dat verschil verraadt geen vormdip, maar een contextprobleem. In de competitie mist hij de looplijnen waarop zijn passing-arsenaal leunt; in de Champions League kreeg hij ze wél. Het is het verschil tussen een spelmaker die serveert en een spelmaker die moet overleven.
De misvatting dat KDB dit wel alleen wel rechttrekt is verkeerd en misleidend. De Bruyne is historisch een versneller van het spel. Wat hij níét kan, is een structureel gebrek aan diepte en box-presence week na week maskeren.
Daar dienden Højlund (en Lukaku) en McTominay voor: de één als verticale prikkel, de ander als tweede motor die meters vreet en druk verlegt. Haal je beide uit het elftal, dan verzuipt de regie in workload. Precies dat zagen we in Turijn.
Conte’s gok met De Bruyne wordt allesbepalend
Conte staat dus voor een brutale keuze richting dinsdag: óf hij blijft De Bruyne’s passing-arsenaal maximaliseren en creëert de diepte via Lang/Politano/Elmas, óf hij schuift De Bruyne dichter tegen de spits en laat een lopende acht de distributie overnemen.
De eerste optie zorgt voor meer presence in de zestien; de tweede kost Conte de beste aangever van zijn generatie tussen de linies. En ondertussen tikt de klok, want PSV–Napoli wordt — al vroeg in het seizoen — een barometer voor de Europese ambities én voor de geloofwaardigheid van de Conte-versie van dit Napoli.
Het is duidelijk: De Bruyne gaat (even) ten onder aan het gat om hem heen. Niet aan zichzelf. Hij blijft kansen scheppen, ritme bepalen , stilstaande fasen beheren — maar zonder de bewegingen vóór hem zullen die cijfers in de Serie A blijven haperen en wordt elke fout genadeloos afgestraft. Dit Napoli vraagt op dit moment te veel van één speler, ook al is het Kevin De Bruyne.