Arthur Vermeeren heeft in een paar weken het hele verhaal rond zijn naam bij OM omgedraaid. Van twijfelgeval zonder minuten is hij geëvolueerd naar regista die het elftal doet draaien en zelfs met Sergio Busquets vergeleken wordt. Franse media noemen hem nu “heden én toekomst van OM”, terwijl fans steeds luider vragen om de koopoptie meteen te lichten.
Van twijfelgeval naar regista die OM doet dromen
Na Atalanta Bergamo zat Arthur Vermeeren nog met een zure nasmaak, nu klinkt in Marseille luidop de vraag of hij niet gewoon in de ploeg moét blijven. Tegen Brest (3-0) kreeg hij eindelijk opnieuw zijn kans in de basis en leverde hij precies het soort match af waar Roberto De Zerbi al maanden om vraagt. Het contrast met de eerdere weken – en met die keiharde analyses in Frankrijk én bij ons – kan bijna niet groter zijn.
De voorbije weken was het verhaal simpel maar pijnlijk: amper minuten, een rare wissel aan de rust in de Champions League en een trainer die publiek zei dat het “niet voldoende” was, dat Vermeeren mentaal nog jong is en fysiek meer moet brengen. De Zerbi hield van zijn voetenwerk, maar vertrouwde hem niet in matchen waar het vuil, fysiek en hard werd.

Tegen Brest draaide dat narratief compleet. Vermeeren speelde 90 minuten in de 3-0-zege, en het waren geen anonieme statistieken. Hij pakte tien balrecuperaties en verstuurde een reeks passes richting het laatste derde van het veld – actief, precies, agressief. De Zerbi zelf zei na afloop dat zijn middenvelder “een echte match” had gespeeld, mét bal maar ook in de duels, en trok de conclusie die Vermeeren al lang wil horen: als hij zo speelt, is hij een basisspeler.
Ook in Frankrijk viel het op hoe logisch het OM-middenveld plots oogde met Vermeeren naast Angel Gomes. Dat duo gaf Marseille een rechter evenwicht: een speler die het spel voor zich houdt, én één die tussen de lijnen draait. Dat is exact de rol die Vermeeren hem in zich heeft, maar zelden mocht uitspelen.
Franse media draaien: van kritiek naar pure adoratie
Je ziet bijna in realtime hoe de perceptie kantelt. Waar Franse media hem vorige maand nog afrekenden op elk foutje, stapelen de lofzangen zich nu op. Analisten en OM-watchers zeggen dat Vermeeren “het gezicht van dit OM met en zonder bal verandert”, dat zijn passing “perfect en altijd in de richting van het spel” is, en sommigen vinden dat hij “nooit meer uit deze ploeg mag verdwijnen” en dat OM de koopoptie gewoon móét lichten.
Walid Acherchour, analist op Ligue 1+, ging nog een stap verder. Hij wees op De Zerbi’s historiek met technische zessen (Locatelli, Maxime Lopez, Gilmour, Groß) en noemde Vermeeren “boven het gemiddelde” – het probleem was nooit talent, wel continuïteit. Die continuïteit begint hij nu wél te krijgen: zes Ligue 1-matchen, een assist, en de indruk dat hij elke week iets meer gewicht legt in dat middenveld.

En dan die ene vergelijking waar hij voorlopig niet meer vanaf geraakt: Sergio Busquets. Thierry Siquet, die hem kende bij de Belgische jeugdelftallen, zei dat Vermeeren hem “wat doet denken aan Busquets: je ziet hem niet altijd, maar als je hem ziet, wil dat zeggen dat de ploeg draait.”
Dat zijn uiteraard grote woorden, en niemand beweert dat hij nu al op dat niveau zit. Maar als je de match tegen Brest terugkijkt, begrijp je perfect waarom die analogie opduikt. Vermeeren kiest zelden de spectaculaire oplossing. Hij schuift een paar meter op, opent zijn lichaam, speelt in één tijd tussen twee lijnen door en zet zichzelf daarna weer in de juiste verdedigende positie.
Wat ook opvalt: de rust. In een stadion waar paniek en cynisme nooit ver weg zijn, blijft hij koel aan de bal. Geen onnodige dribbels, geen gekke ballen, wel het tempo bepalen door simpel te spelen. Dat was al zijn handelsmerk bij Antwerp, maar nu zie je het terug op een hoger ritme in de Ligue 1.
De Zerbi gaat overstag: Vermeeren wordt een vaste pion
De Zerbi heeft de voorbije maanden vaak uitgelegd waarom Vermeeren zo weinig speelde: stevige concurrentie op die positie, meer “kracht” willen tegen bepaalde tegenstanders, en twijfels of hij al elke week de duels aankan. Tegelijk noemde hij hem “een sterke speler” en zelfs “het heden én de toekomst van OM”. Brest leek het moment waarop die twee lijnen – de kritische en de hoopvolle – eindelijk samenkwamen.
Waarom zou hij hem nu vaker moeten zetten? Omdat hij precies brengt wat OM aan de bal miste, omdat de cijfers tonen dat hij het vuile werk nu wél doet, omdat zijn leercurve steil genoeg is om fouten toe te laten, omdat de buitenwereld het nu ook ziet.

Als Franse media, ex-jeugdcoaches en analisten hem in één adem beginnen te noemen met Busquets, “boven het gemiddelde” en “nieuwe pilaar van OM”, dan zal dat vroeg of laat ook wegen in de kleedkamer. De supporters zijn al gewonnen: op sociale media klinken meer en meer stemmen die vinden dat hij simpelweg niet meer uit het elftal mag verdwijnen.
Fans smeken luidop: koopoptie móét nu gelicht worden
Het wrange detail in dit hele verhaal: bij de Rode Duivels is er onder Rudi Garcia voorlopig geen plaats voor Vermeeren. Terwijl hij in Marseille net naam maakt, sloot hij zich aan bij de Jonge Duivels voor de EK-kwalificatiematchen. Ironisch genoeg kan dat in deze fase net helpen: hij krijgt minuten, vertrouwen én tijd om fouten te maken buiten de schijnwerpers van de A-ploeg.
Voor OM wordt het intussen een strategische kwestie. De huurdeal bevat een koopoptie, en Franse media suggereren nu al dat de club die beter vroeg dan laat licht – een jonge regista die het team beter doet draaien en vergeleken wordt met Busquets, vind je niet elk jaar voor een haalbare prijs.

En voor Vermeeren zelf? Die heeft na alle klappen eindelijk weer een scenario in handen waar hij zélf iets mee kan. De keiharde boodschap van Atalanta – 90 minuten bank, geen speelminuten in de Champions League – beantwoordde hij niet met interviews of frustratie, maar met een wedstrijd waarin hij precies die vuile meters en duelkracht toonde waar De Zerbi zo op hamerde.
De rest is simpel: als hij dit niveau vasthoudt, dan gaat de vraag niet meer zijn of hij genoeg minuten krijgt, maar hoelang OM hem überhaupt nog kan houden.
Olivier Plancke