Anderlecht liet het uitvak op Den Dreef leeg: een ticketrel die écht ontploft. Met amper 580 tickets en een spandoek “Red de away-cultuur” krijgt de Pro League een mokerslag. Waarom krimpen uitvakken in halfvolle stadions, en waarom is er geen duidelijke 5%-norm in de JPL? De boycot zet bestuurders onder druk: veiligheid, kassa of beleving—wat weegt straks het zwaarst?
LEES OOK: Ultieme doorbraak DAZN-soap? Nieuwe elementen duiken op
Leeg uitvak, luide mokerslag richting Pro LeagueVrijdagavond bleef het bezoekersvak in Den Dreef leeg. Geen supporters, maar wel spandoeken met de boodschap: “Red de away-cultuur”. De Anderlecht-fans boycotten de verplaatsing naar Oud-Heverlee Leuven omdat ze “maar” 580 tickets kregen, waar er twee jaar geleden nog 760 waren.
De fans wijzen op de bezettingsgraad en vragen zich af waarom uitvakken krimpen in stadions die zelden echt vol raken. Of het nu 80 procent bezetting is of lager: de kern van hun punt blijft overeind. Als er structureel lege stoelen zijn, waarom dan niet consequent ruimte creëren voor het uitpubliek?
Het antwoord—dat er op papier genoeg redenen zijn om het níét te doen—maakt het nog pijnlijker.
Achter de rel: ‘veiligheid’ en kassa boven away-cultuur
Een uitvak is de ruggengraat van de beleving, maar clubs willen liever een voorspelbaar thuispubliek dan een luidruchtige groep bezoekers die het feestje kan verstoren. “Veiligheid” is de boodschap die veel clubs uitsturen om het aantal uitfans te beperken.
Veiligheid is natuurlijk belangrijk, maar die term wordt ruim en uiteenlopend geïnterpreteerd. Lokale beslissingen, wisselende interpretaties, scenario’s waarin een paar honderd extra uitsupporters plots een onoverkomelijk risico vormen.
Ook het economische argument wordt stilletjes meegenomen in de discussie. Meer plaatsen voor thuissupporters betekent meer eigen inkomsten, minder gedoe, en meer controle. Extreem handig voor thuisclubs.
Mokerslag met boodschap: fans dwingen ondergrens af
En dus kiezen de fans ook. De boycot vrijdagavond was geen dreigement maar een pressiemiddel. Ze laten hen niet wegduwen tot een voetnoot, en maken van hun afwezigheid de headline. Het lege uitvak in het stadion werd een billboard met hoofdletters: “Red de away-cultuur.”
Dat wil niet zeggen dat supporters heilig zijn. Wie massaal reist, draagt ook verantwoordelijkheid: voor gedrag, voor respect, voor de grenzen van wat “vurig” mag heten. Maar het huidige evenwicht helt te ver door. Met steeds minder uitfans krijg de Pro League elk weekend een beetje minder frictie, minder tegenspraak, maar ook minder kleur.
Het product voetbal heeft toeschouwers. Elke sport heeft supporters—thuis én uit. Voetbal zonder uitpubliek is half voetbal. De Pro League kan hierbij geen toekijker zijn. Een duidelijke ondergrens voor de uitvakcapaciteit moet er komen.
Geen 5%-norm—Pro League moet knopen doorhakken
In UEFA-competities geldt een minimumnorm van 5% van de capaciteit voor uitsupporters, maar in de Belgische competitie is er géén expliciete 5%-regel: het aantal uitfans wordt lokaal bepaald (burgemeester/politie/club via de lokale veiligheidsraad), die zelfs de veiligheidscapaciteit kan beperken. OHL overtreedt dus geen vaste Pro League-norm.
Vorig seizoen voerden de RSCA-fans ook al actie in Leuven omwille van de mindere capaciteit voor bezoekers. De fans Standard en Club Brugge voerden dit seizoen al protest tegen het beperkte uitvak in de Easi Arena van La Louvière.