Club Brugge speelde een bijna perfecte avond tegen AS Monaco, tot minuut 81. Onyedika, die zelf scoorde, weigerde een wissel sportief te nemen en kreeg publiekelijk een donderpreek. Het is niet de eerste keer: de Nigeriaan blijft balanceren tussen goudhaantje en driftkop. Kan hij de rem vinden vóór zijn reputatie onherstelbaar barst?
LEES OOK: Vanhaezebrouck verrast over Vanaken: "Niet de beste"
Gala met barst: minuut 81 en de donderpreek4-1 tegen AS Monaco. Een gala avond: het scorebord, het spel en de sfeer klopten. Club Brugge speelde met flair, won duels, prikte op de juiste momenten. Raphaël Onyedika tikte de 2-0 binnen en leek eindelijk perfect in het plaatje te passen. Tot minuut 81.
Het bordje ging omhoog, het gezicht van de Nigeriaan ging op onweer, en de handdruk voor zijn vervanger bleef uit. Nicky Hayen gaf een korte, duidelijke donderpreek langs de lijn. Een smet op een avond die verder naar grandeur rook.
Dat het net Onyedika is, verrast niemand meer. Al twee seizoenen lang switcht hij tussen briljant en onberekenbaar. Vorig seizoen in Milaan: rood na veertig minuten op een sleutelmoment, Club Brugge brak in twee. Klassiek voorbeeld van hoe één impuls de wedstrijd en het verhaal over een speler kleurt.
Ook in eigen land was het raak: vorig najaar eindigde de avond in Charleroi met tien man na een rechtstreekse rode kaart — weken stof genoeg voor nabeschouwing. Tegen Westerlo: een nukkige wissel die het debat over zijn “houding” voedde. Het patroon is bekend: één impuls kleurt de match en het verhaal rond Onyedika. Steeds dezelfde bijrol op het verkeerde moment.
Korte lont, dure kras: de prijs van onvoorspelbaarheid
Tomas Taecke schreef het vorig seizoen in Het Laatste Nieuws al op als diagnose: de optelsom der fratsen werd intern een thema. Niet omdat Onyedika niet kan voetballen — zelden had Club een ‘6’ die zó efficiënt de eerste pressing breekt — maar omdat de rand soms het hoofdverhaal wordt. En op dit niveau kost dat punten, prijzen en… marktwaarde.
Over die marktwaarde gesproken: er circuleerde deze zomer een vraagprijs in de orde van dertig miljoen. Dat is het soort bedragen van sleutelspelers in hun piekjaren. Maar topclubs betalen niet alleen voor wat je kan, ze betalen ook voor voorspelbaarheid. Voor het weten dat je de 90e minuut aan hetzelfde temperament speelt als de 9e.
Elke uitbarsting is een kras op de reputatie: zichtbare schade die sportief nog te herstellen valt, maar financieel meteen afneemt.
Rem erop: van driftkop naar Champions League-kop
Wat nu? Eén: geen publieke kruisiging. Dat is goedkoop theater en helpt niemand. Twee: wegzetten als “grinta” mag evenmin. Je mag je ploeg mee op stoom zetten, je mag tactisch branden blussen, maar je mag het vuur niet zelf aansteken als het bordje omhoog gaat.
De volgende stap moet van Onyedika komen: zelf de rem vinden vóór iemand anders moet ingrijpen. De ironie is duidelijk: het dossier-Onyedika laat vooral zien hoe ver Club is geëvolueerd. Je wint 4-1 in Europa, je verdedigende middenvelder scoort en neutraliseert druk, en tóch gaat het na afloop over houding.
Dat komt omdat Brugge geen kneusje meer is. De meetlat is Champions League-waardig, week in, week uit. Op dat podium zegt Onyedika te willen staan. Dan hoort de standaard van dat podium ook bij hem.