In hun kwalificatiecampagne voor het EK 2024 nemen de Rode Duivels het dinsdagavond op tegen Estland. Voor Jan Vertonghen wordt dat alweer 150ste interland uit zijn carrière. En ondanks die indrukwekkende mijlaal wil de verdediger voorlopig nog niet van stoppen weten.
Vertonghen is één van de grondleggers van de zogenaamde 'Gouden Generatie' van het Belgische voetbal. Nadat hij de Belgische selectie mee aan de vierde plaats had geholpen op de Olympische Spelen van 2008, groeide de verdediger uit tot een vaste waarde bij grote jongens. Oorspronkelijk als linksachter, vervolgens in het centrum van de verdediging.
Samen met Thibaut Courtois, Thomas Vermaelen, Vincent Kompany en zijn maatje Toby Alderweireld vormde hij de defensieve fundamenten van de selectie die uiteindelijk brons zou pakken op het WK 2018. Dat was meteen ook de strafste prestatie ooit van de Belgische nationale ploeg.
Alles op rijtje zetten
Maar sindsdien zag Vertonghen steeds meer generatiegenoten afhaken of naast de selectie vallen. Hijzelf bleef echter steevast op post. En hoewel er gezien zijn leeftijd steeds vaker vraagtekens achter hem werden gezet, stelde de huidige aanvoerder van Anderlecht zelden teleur in het shirt van de nationale ploeg.
Op zijn 36ste is hij nog steeds één van de dragende krachten. En dat wil hij nog een tijdje blijven. "Ik ga zeker en vast door tot het EK en dan zien we wel", wordt hij geciteerd bij Het Laatste Nieuws. "Ik duw de beslissing nog even voor mij uit. Ik denk dat ik in het voorjaar alles op een rijtje zal zetten, in april word ik 37."
Vernieuwde motivatie
De algemene verwachting was dat Vertonghen tot en met het komende EK zou blijven voetballen en vervolgens zijn kicksen aan de haak zou hangen. Zijn contract bij Anderlecht loopt ook af in de zomer van 2024. Maar nu blijkt het dan toch niet uitgesloten dat de verdediger nog een tijdje doorgaat.
Iets wat in Brussel graag zal horen. De situatie op clubniveau speelt ook een rol in zijn beslissing. "Tussen februari en april had ik redelijk wat problemen met de enkel en dan kijk je toch al eens verder. Maar nu voel ik me opnieuw goed. Dat heeft te maken met mijn lichaam, maar ook met het gevoel bij Anderlecht en de Rode Duivels. Dat is mijn motivatie om door te gaan."