Met een nederlaag tegen Cercle Brugge beging Anderlecht haar eerste uitschuiver van het seizoen. Hoewel ook de concurrentie punten liet liggen, kan Paars-Wit zich voortaan dus weinig misstapen veroorloven wil het niet meteen achter de feiten aanhollen. Iets wat Felice Mazzu uiteraard koste wat het kost hoopt te vermijden. Als opvolger van Vincent Kompany geniet de nieuwe coach nu al weinig krediet bij de aanhang, die vooral vreest voor een radicale stijlbreuk. Een angst die tot dusver ook enigszins gegrond blijkt.
Van de romantische Kompany naar de pragmatische Mazzu: kort door de bocht was dat de keuze die RSCA na de afgelopen campagne maakte. Het proces moest wijken voor een meer resultaatgerichte aanpak, met de wonderdokter van stadsgenoot Union als de geknipte man voor de job. Een overstap die heel wat voeten in de aarde had en door de eigen fans lauw werd ontvangen. Niet alleen was niemand goed genoeg na Kompany, Mazzu had de reputatie een tegenpool te zijn van het clubicoon. Een defensief ingestelde coach, die enkel geeft om de cijfers op het scorebord. De manier waarop die tot stand komen is een pak minder van tel. Een visie waar anciens als Wesley Hoedt en Lior Refaelov het alvast roerend mee eens zijn.
CLICHÉ VAN MAZZU
Eigenlijk had ook Kompany dat lesje inmiddels geleerd, al was dat nog niet bij iedereen doorgedrongen. Wel streefde hij nog steeds naar balbezit en dominantie. Mazzu daarentegen slaat liever toe vanuit de reactie, wachtend op foutjes van de tegenstander. Zo leidde hij na zijn eerdere successen bij Charleroi vorig seizoen Union naar een onverhoopte tweede plaats. In één klap ontkrachtte de Italo-Belg het cliché dat hij louter aan verdedigen denkt. De vicekampioen had niet enkel de beste achterhoede, maar ook de beste voorlinie van het land. Op hun eigen manier schotelden de manschappen van Mazzu attractief, aanvallend voetballend voor. Toch vreesde een gedeelte van de supporters dat het spel van Paars-Wit erop zou achteruitgaan. Tot hiertoe zagen zij zich helaas grotendeels gesterkt in die mening.
Na twee speeldagen kreeg Anderlecht nauwelijks een handvollen ballen tussen de palen. De matige prestatie tegen KV Oostende was dankzij de zege snel vergeten, maar op bezoek bij Cercle Brugge zakte RSCA door de ondergrens. De recordkampioen wist zich vooral in de eerste helft geen raad met de constante druk van de Vereniging en schakelde van een slakkengang dan maar over naar lukrake lange ballen. Precies wat de fans niet willen zien. Eén keer legde Anderlecht een combinatie op de mat waar zelfs Kompany van zou smullen, voor de rest bleven we op onze honger zitten. Ook voor de uitsluiting van Ishaq Abdulrazak waren het niet de troepen van Mazzu, maar wel die van Dominik Thalhammer die de lakens uitdeelden. Voor de Brusselaars zat er weinig anders op dan speculeren op de counter.
MENTALITEIT VS KWALITEIT
Een soft versie van hoe Union, of Cercle zaterdag, ploegen doorgaans pijn doet. Behalve zuiverheid in de passing ontbrak namelijk iedere vorm van intensiteit of energie. Een werkpunt waarop Mazzu, die wel tevreden was over de reactie van zijn overgebleven pionnen in de tweede helft, intussen grondig zal hebben gehamerd. Volgens hem verdiende zijn team na zijn gedurfde wissel zelfs nog te winnen, een tikkeltje overdreven. Paars-Wit kwam inderdaad beter uit de kleedkamer, met 10 tegen 11 viel de Brusselaars weinig te verwijten. Maar om nu te zeggen dat het niveau danig werd opgekrikt? Iets meer haar op de tanden, dat wel, maar nog geen mes ertussen. En ook op voetballend vlak nog altijd uiterst weinig om over naar huis te schrijven, ondanks de ruimtes die gaandeweg op de zijkanten ontstonden.
Niet zomaar een gebrek aan mentaliteit dus, ook volgens Hoedt de oorzaak, tevens een tekort aan kwaliteit. Anders dan zijn illustere voorganger heet Mazzu niet de inspirator van een project, maar was zijn kleedkamer motiveren trouwens niet net een van zijn sterktes? Stof om over na te denken voor de trainer, die ook op tactisch gebied een aantal knopen moet doorhakken nadat zijn ploeg in Brugge nauwelijks over de middenlijn geraakte. Grijpt hij voorin bijvoorbeeld terug naar Refaelov, zelf alvast hintend naar een basisplaats tegen Paide Linnameeskond, als hangende spits? En zetten de schaarse opties op de flanken hem er toe aan om zijn 3-5-2 systeem overboord te gooien? Donderdag in Estland, waar Mazzu nog kan rekenen op Ishaq en Murillo, lijken de antwoorden alleszins ja en neen te worden.
IN YOUTH WE TRUST
Zeno Debast, Hannes Delcroix, Yari Verschaeren en voorlopig ook Francis Amuzu verschenen tot dusver telkens aan de aftrap, in Jan Breydel mocht niet Kristoffer Olssen maar wel Kristian Arnstad invallen. Mazzu laat de talenten van Neerpede dus zeker niet links liggen. In Youth We Trust blijft het credo. Alhoewel. Anouar Ait El Hadj, Mario Stroeykens, Marco Kana en Julien Duranville kwamen vooralsnog geen enkele keer in actie en behoren soms niet eens tot de wedstrijdkern. Nochtans gaf Peter Verbeke aan dat hij dit seizoen veel van hen verwacht. Mazzu predikt dan wel geduld, het is ongetwijfeld nu al een doorn in het oog van de vooraf reeds sceptische supporters. De puristen die zoveel mogelijk eigen jeugd in het elftal willen zien, weliswaar geen succesrecept, zien hun ergste nachtmerrie zo uitkomen.
Zeker indien Anderlecht met de winst op Sergio Gomez nog eens de transfermarkt optrekt op zoek naar versterking op de flanken en centraal achterin. In dat geval dreigen nog meer producten van eigen kweek hun plek te verliezen. Mazzu maakte zich bij een deel van de aanhang al minder populair door Trebel in ere te herstellen. Wat als hij straks pakweg Debast of Delcroix, allebei in de fout tegen Cercle, op kant schuift? Kompany genoot niet alleen zelf meer krediet dan de huidige T1, de fans zijn tevens milder voor El Hadj en Kana dan voor Refaelov, Benito Raman of Adrien Trebel. Door voor de meer ervaren pionnen te kiezen verhoogt Mazzu, die destijds in Genk al moeite had met de stress, de druk op zijn persoon. Vooral wanneer die anciens dan nog eens een wanprestatie zoals zaterdag afleveren.
VLEES NOCH VIS
Overpowered door Cercle leek het alsof Anderlecht in een soort egelstelling kroop. Voor sommigen de bevestiging dat Mazzu een miscast is. De vergelijking met René Weiler, die in 2017 wel de enige trofee in de voorbije acht jaar veroverde, blijkt nooit veraf. Het spelbeeld in Jan Breydel, en bij uitbreiding eigenlijk ook eerder al tegen KV Oostende, is echter evenmin wat Mazzu voor ogen heeft. Union dwong vorig seizoen wekelijks kans na kans af. Met verticaal voetbal en snelle omschakelingen, dat wel, maar niet gewoon door te hopen dat er af en toe ergens eens een bal goed viel. Net zoals van zijn kenmerkende organisatie is van die intenties tot hiertoe evenwel weinig te bespeuren. Momenteel heeft RSCA meer weg van een flauw afkooksel tussen Kompany en Mazzu hun diverse filosofieën. Vlees noch vis.
Dringend tijd voor Mazzu dus om zijn elftal volledig naar zijn hand te zetten, te beginnen in de cruciale kwalificatieduels voor de Conference League. Zelfs al trapt hij daarbij dan op een paar zere tenen in de tribunes. Het ondermaatse spelpeil is trouwens niet enkel zijn verantwoordelijkheid, maar ook die van de spelers. Volstaat het aanwezige materiaal om zijn ideeën, waar de groep sowieso aan moet wennen, om te zetten in realiteit? Voor paniek of overhaaste conclusies is te vroeg, maar door zich exclusief toe te leggen op winnen hebben coach en bestuur de druk wel bij zichzelf gelegd. Wanneer alles moet wijken voor de resultaten, is het logisch dat men daarop wordt afgerekend. Indien ook dat niet lukt, blijft er na de pijnlijke breuk met Kompany in de ogen van een heleboel fans helemaal niks meer over.
AD