Club Brugge kocht geen status maar ruwe power: voor €9 miljoen moest Mamadou Diakhon dé nieuwe sensatie worden. Alleen stapelt hij nu wisselvalligheid op: een zwakke invalbeurt in de topper, nerveus balverlies, en een coach die zichtbaar ontploft. Zelfs kleine alarmbelletjes – denk aan die “tape-blunder” in La Louvière – keren terug in het debat. Waarom Hayen twijfelt, en waarom Diakhon wél uniek blijft
LEES OOK: 'Club niet tevreden over topaankoop: wintertransfer op til'
9 miljoen euro en nog altijd zoekendNiemand twijfelt aan zijn talent, maar het begint op te vallen: Mamadou Diakhon zet amper stappen vooruit. Club Brugge legde in augustus bijna negen miljoen euro op tafel voor een negentienjarige flankspeler die bij Reims af en toe flitste, maar nog lang geen afgewerkt product was.
“Van iemand die 9 miljoen euro gekost heeft, wordt meer verwacht,” klonk het in Het Nieuwsblad na de match tegen Anderlecht onverbiddelijk. En Het Laatste Nieuws deed er nog een schep bovenop: “Zondag solliciteerde hij met zijn optreden voor de prijs van de slechtste invalbeurt van het seizoen.” Hard? Zeker. Onbegrijpelijk? Niet helemaal.

Beginnen bij het begin. De pitch voor Diakhon was duidelijk: een jonge flank met waanzin in de benen, één-tegen-één en diepgang waar je defensies mee kapot speelt. In Frankrijk omschreven ze hem als iemand die het duel opzoekt, niet bang is om te dribbelen en op verschillende posities kan renderen.
Zijn parcours: debuut in de Ligue 1 op zeventien, daarna een vijftigtal matchen voor het eerste elftal van Reims, een handvol goals en assists, jeugdinterlands bij Frankrijk U20. Geen eindproduct, wél ruwe power. Perfect in de Brugse winger-strategie die de voorbije jaren miljoenen opleverde: jong, opleiden, laten ontploffen en doorverkopen. Met die logica valt ook de stevige investering te rijmen: Club kocht geen status, maar talent.
De frustratie kookt over bij Hayen
Alleen: verwachtingen zijn momenteel niet ingelost. Er is een patroon dat vandaag tegen hem pleit. De wanprestatie tegen Anderlecht was alles wat je Nicky Hayen vreest van een invaller: geen rust aan de bal, weinig rendement, wél balverlies op foute momenten.
Het is precies die wisselvalligheid die bij Club voor kortsluiting zorgt: blauw-zwart wil in de kop van het klassement blijven én in Europa meedoen, en dan is het moeilijk om minuten te blijven gunnen aan iemand die het plan ondermijnt zodra het fout loopt.

Het wrange is dat de waarschuwingen er al vroeg waren. Denk aan de match in La Louvière: Club trapte af met… 21 spelers. Diakhon miste de eerste seconden door foute tape rond de enkels. Het lijkt een detail, een anekdote voor later, maar topploegen leven van details.
Hij mocht toen verrassend starten omdat Tzolis ‘vermoeid’ was, maar rust bracht hij niet. Na 45 minuten ging het bord omhoog, rapportcijfer vijf, en weg was de kans. Nicky Hayen haalde zijn bezem boven, gooide later weer internationals als Tzolis en Onyedika in de ploeg en verloste Diakhon samen met Audoor en Spileers uit hun lijden.
Tussen chaos en potentieel: het eeuwige dilemma
In Het Laatste Nieuws werd hij begin september in één adem genoemd met Carlos Forbs wat betreft snelheid en diepgang. Dat soort zinnen leeft bij supporters. Voorlopig blijft Diakhon sfeermaker in de kleedkamer, maar op het veld nog zoeken.
En toch. Het wordt té makkelijk om Diakhon af te schrijven. Zijn prijskaartje maakt hem de bliksemafleider, maar negentien/twintig jaar is jong voor de druk die op hem kleeft. Diakhon is geen Tzolis, geen Skov Olsen en geen Lang. Zijn meerwaarde zit in chaos scheppen, niet in keurig doseren. Dat vraagt coaching, context en een duidelijke rol.

Diezelfde jongen blijft het type flankaanvaller dat je in België niet elke dag koopt – explosie, motor, loopvermogen, de neiging om het duel aan te gaan. In Reims werd hij niet toevallig al op zeventien gedropt in de Ligue 1. Dat talent is niet weg omdat hij in Anderlecht struikelde over zijn eigen intentie.
Olivier Plancke