Door de blessuregolf krijgt Romeo Vermant zijn kans bij de Rode Duivels, maar de lat ligt anders: niet scoren is het belangrijkste, wel meespelen. Rudi Garcia wil geen Lukaku-kopie maar een tweede spits die presst en combineert — precies waar Vermant zich nu moet bewijzen. Eén foute timing, één match zonder ritme, en het etiket “te licht” ligt klaar. Overleeft hij die meedogenloze test, dan kraakt zijn droom niet maar opent ze zich pas echt. Staat zijn Duivels-droom op barsten, of breekt hij nu door?
LEES OOK: Stassin velt zijn oordeel over selectie Vermant bij Duivels
Van blessuregolf naar bewijsdrangRomeo Vermant komt binnen langs de zijdeur, via een blessuregolf die Romelu Lukaku, Kevin De Bruyne, Zeno Debast en Malick Fofana tegelijk uitschakelde. Op hem rust een andere bewijsplicht. We weten dat hij kan scoren. Maar kan hij op dit niveau meer zijn dan een goalgetter die loert op foutjes, wat hij tegen onder andere Anderlecht en FC Barcelona al meesterlijk deed?
De Rode Duivels hebben geen klassieke back-up voor Lukaku nodig – dat was Michy Batshuayi’s lot. Rudi Garcia praatte nog over de nuttigheid van de ‘attaquant de surface’, maar koos daar niet meer voor. Hij heeft het niet luid uitgesproken, maar alles wijst erop: hij is klaar met de “attaquant de surface”. Batshuayi is drie keer opgeroepen, nul minuten gespeeld.

Ze hebben nood aan iemand die tussen de lijnen durft combineren, die pressing aanstuurt, die een aanval kan verbinden in plaats van alleen af te werken. Daar zit de echte test voor Vermant. Niet zijn loopvermogen, niet zijn attitude – die zitten goed, dat weet iedereen die ooit 90 minuten Vermant gezien heeft.
Hij moet de tweede spits zijn die tussen de lijnen kan leven. Dáár past Vermant, geen targetspits, geen pure 10, wel iemand die verdedigers losweekt en de derde man vindt. In Brugge leverde dat goals op tegen Anderlecht en Barcelona; bij de Duivels moet het vooral vaart opleveren voor Doku en Trossard.
Geen Lukaku-kloon, maar een negen-en-een-half
Vermant is geen houthakker, geen target, maar een hybride. Geen klassieke 9, maar ook geen 10. Een negen-een-half. Een spits die niet wacht, maar weegt. Die pressing triggert en passinglijnen opent. De test zit in de details: de schoudercheck voor de kaats, de rust in de eerste aanname, de timing van de loop naar de halfspace.
Vermant is niet de spectaculaire toptalent-dribbelaar, niet de Belg in Serie A, maar een jongen van 21 met een lichaam dat nog aan het vormen is.In Brugge zagen ze het al langer: hij scoort, maar vooral omdat hij in de aanval wapens heeft die anderen niet hebben. Hij trekt centrale verdedigers uit hun positie. Hij jaagt met onvermoeibare koppigheid.

De vraag is of hij in een ploeg met Jérémy Doku, Leandro Trossard en Youri Tielemans ook ritme kan geven aan de aanval. Of hij nog een extra laag heeft naast adrenaline en kaatsen. De bondscoach gelooft alvast van wel: “Hij kan meevoetballen, niet alleen afwerken,” zei Garcia. Voor de goeie verstaander: dat was geen compliment, dat was een opdracht.
De meedogenloze test: één fout en het etiket “te licht”
En het wordt een meedogenloze test. Eén interland met weinig balcontacten, één verkeerde timing, één te wilde loopactie en hij kan meteen worden weggezet als te licht. Eén verkeerde keuze en hij lijkt onvoldoende.
Maar wie Vermant de voorbije achttien maanden volgde, weet dat hij van precies dát leeft: twijfel is zijn zuurstof, kritiek zijn brandstof. Net dát maakt hem nu interessant: Vermant valt niet stil als het moeilijk wordt. Hij wordt juist relevanter.

Dat hij bij Club intussen moet leven met de concurrentie van Nicolo Tresoldi, maakt hem niet kleiner maar scherper. Hij leerde waarde toevoegen zónder garanties: minuten pakken, ritme houden, taken uitvoeren. Precies die flexibiliteit zoekt Garcia nu.
Olivier Plancke