En of er op een week tijd veel veranderen kan. Op de vorige speeldag sleepte Club Brugge met heel wat moeite de drie punten in de wacht in Eupen, waarna de kritiek op Alfred Schreuder fors toenam. Toegegeven, ook wij hadden even onze bedenkingen bij zijn aanpak. In aanloop naar de topper tegen Antwerp leken zich daarom enkele wijzigingen op te dringen, maar de coach van de landskampioen hield voet bij stuk. En werd daar zondag voor beloond met een klinkende 4-1 zege.
De score had vooral in de eerste helft zelfs nog wat hoger kunnen oplopen, ware het niet dat Jean Butez en Abdoulaye Seck – de enigen op niveau in de verdediging van de Great Old – pal stonden. Zelf voetbalde Antwerp bovendien geen enkele uitgespeelde kans bij elkaar. Vlak voor rust mocht Radja Nainggolan wel eens vrij aanleggen van vlak buiten de zestien, maar zijn schot was naar het beeld van zijn wedstrijd: ronduit ondermaats. Samen met Birger Verstraete verzoop de ex-Rode Duivel volledig op het middenveld, waar Denis Odoi, Mats Rits en Hans Vanaken het laken moeiteloos naar zich toetrokken. Al kwam Antwerp tegen de gang van het spel in aanvankelijk wel nog op voorsprong.
PUBLIEKLIEVELING ODOI
Met dank aan Simon Mignolet, die dit seizoen iets te veel de mist ingaat voor een doelman van zijn kaliber. Hij viel zo als enige uit de toon bij Blauw-Zwart, dat fluks voor de dag kwam en zelf al een resem kansen had laten liggen. Een belegering die na die blunder gewoon doorging, nu wél gekoppeld aan de nodige efficiëntie. En, niet toevallig, met een aantal uitblinkers aan het kanon. Al was eigenlijk iedereen in het Brugse kamp op de afspraak. Zo stond het defensief trio van Clinton Mata, achterin toch nuttiger dan op de flank, Brandon Mechele en een andermaal imposante Stanley Nsoki als een huis. Niet alleen gaven zij amper wat weg, ook de opbouw verliep bijzonder vlot. Geregeld combineerde Club met enige zin voor risico knap uit onder de Antwerpse druk. Een schril contrast met vorige week in Eupen.
Daarbij vertolkten behalve Nsoki ook Odoi en Vanaken een cruciale rol. Met twee snelle goals zette het duo de scheve situatie meteen weer recht, een bekroning voor hun glansprestaties. Vooral in het geval van Odoi, die op zijn oude dag als een jong veulen over het terrein dartelt, toch opmerkelijk. Hem als zogenaamde nummer zes gebruiken bleek tot dusver een geniale vondst van Schreuder. Spurten, duels winnen, doordraaien, verticaal inspelen, af en toe zelfs eens een technisch hoogstandje: Odoi, die wel moet opletten met zijn soms té scherpe tackles, doet het allemaal. Een kolkend Jan Breydel scandeerde zijn naam. Wie had dat, op de onuitgegeven positie van defensieve middenvelder dan nog, een maand geleden durven voorspellen? Éder Balanta, vooraf in de basis verwacht, bleef op de bank.
WINTERSE VOLTREFFERS
Net als Bas Dost, want voorin opteerde Schreuder bij afwezigheid van Charles De Ketelaere voor Sargis Adamyan. Van luxe gesproken. Ook hier dus een keuze voor voetballend vermogen en snelheid boven postuur en fysieke kracht. De spits, op voorspraak van de trainer in huis gehaald, bedankte voor het vertrouwen met een prima optreden en dito doelpunt. Nochtans bleek hij bij zijn eerste kans opnieuw geen rasechte killer. Wel liep Adamyan zich de longen uit het lijf, en was hij in balbezit allerminst een dood gewicht. CDK werd zowaar niet gemist, op zich reeds een verdienste. Een pluim dus voor Adamyan, én bijgevolg tevens voor Schreuder. Wie trouwens ook opgelucht ademhaalt, is Vincent Mannaert. Na een op z'n best matige zomer lijken de wintertransfers momenteel een schot in de roos.
Na de treffers van Odoi en Adamyan, en tussendoor nog een penaltygoal van Vanaken, zorgde Andreas Skov Olsen namelijk voor het slotakkoord. Eerder had de Deen ook al zijn vierde assist in Blauw-Zwarte loondienst afgeleverd. Zijn traptechniek vormt een handig wapen op stilstaande fases, wat Club door het bankzitterstatuut van Ruud Vormer – verdienstelijk ingevallen toen de schaapjes al op het droge waren – best kon gebruiken. Naar verluidt flopte Skov Olsen bij Bologna omdat hij niet aardt in een 3-5-2, maar zondag draafde de sierlijke winger naar hartenlust de zijlijn af en kweet hij zich plichtbewust van zijn taken. Net als Tajon Buchanan aan de overkant, de vierde nieuwkomer aan de aftrap. Scoren deed de Canadees niet, maar hij gaf wel eveneens een assist én dwong een strafschop af.
RUIMTE VOOR VERBETERING
Voor het overige mag ook Buchanan, die nóg meer defensief werk verzet en zich vroeger laat betrekken in de opbouw, terugblikken op een vlekkeloze partij. Schreuder toonde lef door ondanks de collectieve inzinking in Eupen, toen Club na de pauze weggedrukt werd en zijn wingers meer als backs opereerden, tegen een rechtstreekse concurrent voor hetzelfde recept te kiezen. Twee aanvallende flanken dus, met Skov Olsen én Buchanan in plaats van Mata en/of Eduard Sobol. Het doet denken aan de beste periode onder Ivan Leko, waar een deel van het publiek in Jan Breydel met weemoed aan terugdenkt. Am Kehrweg werd het geen onverdeeld succes, nu kwam het duo reeds veel beter uit de verf. Net als Vanaken, die weliswaar ontsnapte aan een rode kaart – al was dat verdict streng geweest.
Geholpen door de lopende mensen voorin en op de zijkanten, de steun van Odoi en Rits in zijn rug en de ruimte die Nainggolan en co hem gunden heerste de Brugse dirigent voorts als vanouds. Stilaan lijkt Vanaken dan ook zijn draai te vinden onder Schreuder, een cruciale voorwaarde om de lijn nu door te trekken. Te beginnen woensdag in de halve bekerfinale tegen AA Gent, wederom een belangrijke opdracht. Misschien is er dan zelfs nog ruimte voor verbetering. De Ketelaere keert terug, Noa Lang is nog niet helemaal de oude. De smaakmaker van Blauw-Zwart speelde zeker geen slechte match en werkte zich te pletter, alleen het eindproduct ontbreekt. Net als het ongebreideld zelfvertrouwen dat hem doorgaans kenmerkt. In vorm doet Lang bijvoorbeeld meer met de steekpass van Vanaken.
ALFRED SCHREUDER ARMY
De concurrentie is alleszins gewaarschuwd, want plots zit er weer muziek in Club. Tempo, diepgang, pressing, hoge balrecuperaties, verticaliteit, volk in de zestien, vlotte combinaties: tegen Antwerp lukte het allemaal. Totaalvoetbal, aldus Vanaken achteraf, een term die Schreuder als telg van de Ajax-school graag zal horen. Zelf was de coach uiteraard eveneens tevreden over de prestatie van zijn team. Dag en nacht verschil tegenover vorig weekend, zónder zijn ideeën of principes overboord te gooien. Een referentiematch, zeg maar, waarin we eindelijk écht kennismaakten met de lovenswaardige filosofie die de opvolger van Philippe Clement nastreeft. Een offensieve, verzorgde en bovenal erg dominante speelstijl, liefst met zoveel mogelijk aanvallend ingestelde pionnen samen in het elftal.
Met een overtuigende overwinning kreeg Schreuder zondag dus gelijk, en haalde hij zo op een uitgelezen moment zijn gram na de kritiek van afgelopen week. Vooral omdat de inbreng van de Nederlander zélf niet gering blijkt. Eigen ontdekkingen als Odoi en Adamyan bieden een meerwaarde, de andere winteraanwinsten renderen op de flanken, Nsoki is er terug bovenop, Vanaken komt op toerental en de avontuurlijke visie loont, zowel op defensief als offensief vlak. Alleen maar goed nieuws dus in Jan Breydel, dat nog eens ouderwets met volle teugen genoot van een Club Brugge op kampioenenniveau. Die prestatie woensdag herhalen, en voor je het beseft schalt 'Alfred Schreuder Bruges Army' van de tribunes. Odoi kan alvast getuigen hoe snel het tij op dat gebied soms keert.