In Genk hangt er weer spanning in de lucht: iedereen wil vooruit, maar het bestuur wil zich niet nóg eens mispakken. En net daarom is de naam Timmy Simons zo’n gevaarlijke gok. Dit kan een goede deal zijn… of de lont die de boel meteen doet ontploffen.
LEES OOK: 'KRC Genk schrapt kandidaat-trainer: topfavoriet bekend'
Perfecte timing… maar is dat al genoeg voor Genk?Genk schakelt snel door na het ontslag van Thorsten Fink en de shortlist is klaar. De bedoeling is dat de nieuwe coach de winterstage in Marbella leidt, want dat is het enige echte moment om opnieuw te kunnen bouwen. In zo’n timing past Timmy Simons perfect: hij is vrij, beschikbaar, Belg, en de club hoeft geen weken te wachten op afkoopsommen of ingewikkelde onderhandelingen.
Maar de échte reden waarom zijn kandidatuur geloofwaardig is, zit dieper. Simons is een coach die een groep kan vormen. Bij Dender pakte de mayonaise wél: hij installeerde discipline en een winnaarsmentaliteit en maakte van een kern zonder grote individuele toppers een geheel dat op samenspel, groepsgeest en duidelijke afspraken boven zichzelf uitstak.

Dat Dender daarna – ook onder zijn opvolger – verder bouwde op die beginselen (hoge druk, durven voetballen) zegt iets: er lag een fundament. En dat idee past bij Genk. Genk leeft van processen. Van jongens beter maken, automatismen, herkenbaarheid. Als De Condé iemand zoekt die de kleedkamer weer recht zet zonder extra show, dan kom je snel uit bij het profiel Simons: nuchter, veeleisend, detailgericht, niet bezig met franjes. Als speler was hij jarenlang het symbool van professionaliteit. Als coach draagt hij dat mee, soms zelfs té hard.
Westerlo blijft knagen: rode vlag die Genk niet mag negeren
Anderzijds is Simons geen zekerheid bij een topclub. Zijn cv is boeiend, maar ook grillig. Westerlo is het beste voorbeeld. Hij loodste de club naar een sterk eindklassement in de Europe Play-offs, maar de Turkse eigenaars wilden méér in de reguliere competitie. En nog belangrijker: intern klonk er kritiek dat zijn communicatie met de spelers beter kon. Dat is een rode vlag, zeker bij een club als Genk waar je met talentvolle jongens werkt die zowel duidelijkheid als vertrouwen nodig hebben.
Maar tegelijk is dát net de vraag voor Genk: is Simons vooral mislukt bij Westerlo, of was Westerlo een context waar bijna iedereen onder druk komt te staan? Genk is in principe het tegenovergestelde: meer structuur, meer sportieve lijn, een duidelijke opleidingstraditie en een sportieve leiding die doorgaans minder panikeert. Als Simons ergens kan floreren met zijn strakke aanpak, dan is het in een club waar de visie niet elke maand verandert.

Daar zit dus de paradox: wat hem bij Dender sterk maakte – discipline, eisen stellen, een groep kneden – kan bij een topclub net zijn achilleshiel worden als het doorslaat in afstand, te weinig empathie of frictie in de kleedkamer. Genk heeft na Fink net nood aan energie én verbinding. Niet alleen aan “harder trainen” of “duidelijker afspraken”. De ploeg moet weer durven spelen, maar ook weer durven geloven.
Marbella als test: stempel drukken of meteen clashen?
Stel dat Genk hem aanstelt, dan brengt hij niet zozeer tactische, maar vooral mentale sterkte. Simons brengt scherpte. Hij kan van een groep opnieuw een team maken dat werkt voor elkaar, omdat hij daar obsessief op hamert. Dat was een van de succesfactoren bij Dender: niet de sterkste kern, wél een machine die wist wat ze deed. Genk heeft wél kwaliteit. Maar kwaliteit zonder overtuiging is niets.
Tegelijk moeten we ook eerlijk zijn: Simons gaat geen mirakels verrichten in tien dagen. Hij komt in een kalender met weinig ruimte en tijd. In Marbella kan Simons, als hij het wordt, zijn stempel drukken: intensiteit omhoog, pressingmomenten afspreken, automatismen in balverlies en balbezit opnieuw inslijpen, en vooral de hiërarchie in de ploeg weer helder maken. Wie zijn de leiders? Wie is betrouwbaar? Wie is “Genk-waardig” in mentaliteit?

Maar de hamvraag blijft: kan hij dat doen zónder de boel op te schrikken? Genk wil geen elftal dat op eieren loopt. Genk wil een elftal dat weer durft. De beste versie van Simons is die van Dender: georganiseerd, maar fris en aanvallend, met hoge druk en lef. De gevaarlijke versie is die waarbij de eisen zo dominant worden dat het menselijke verdwijnt en spelers afhaken. En net daar ligt die kritiek van Westerlo als waarschuwing: communicatie. In een topclub is dat geen detail.
Genk bibbert: één verkeerde klik en het verhaal ontploft
Als Genk voor Simons kiest, kiezen ze niet voor de meest populaire naam. Ze kiezen voor een idee: orde op zaken, duidelijkheid, arbeid, en een ploeg die weer energie uitstraalt. Maar dan moet de club ook zélf consequent zijn. Simons is geen trainer die je na drie moeilijke weken half laat vallen. Zijn methode werkt pas als ze breed gedragen wordt. De Condé zal dus niet alleen een coach aanstellen, maar ook een verhaal.

En dat maakt deze piste zo spannend. Simons bij Genk kan een schot in de roos zijn: een Belgische coach met persoonlijkheid die een kwalitatieve kern opnieuw kan kneden. Maar het kan ook snel ontploffen als de verwachtingen niet matchen met de realiteit en als de kleedkamer de connectie niet voelt. Zijn grootste kwaliteit – veeleisend zijn, een winnaarscultuur eisen – is precies wat Genk nu nodig heeft. En tegelijk is het ook precies wat in een topclub het snelst tegen je kan keren.
Olivier Plancke