Met de rug tegen de muur wierp Scott Parker het op bezoek bij Benfica nog eens over een andere boeg. Baten deed het echter niet, want na een nieuwe zware nederlaag lijken zijn dagen als coach van Club Brugge geteld. De vraag is nu of hij aanstaande zondag, wanneer Blauw-Zwart met Standard alweer een rechtstreekse concurrent in de strijd om de Play-Offs ontvangt, nog mag plaatsnemen op de bank. Naar alle verwachting liggen zijn laatste troefkaarten al op tafel.
Helaas voor de Engelsman lijkt Lissabon zijn Waterloo te worden. Naar verluidt staat Alfred Schreuder in Westkapelle zelfs reeds te wachten om het roer opnieuw over te nemen. Hij wordt straks allicht als een held terug in de armen gesloten door Jan Breydel, dat de messen al slijpt voor Parker mocht hij de pijnlijke exit op het Europese toneel overleven. Behalve de fraaie eerredder van Bjorn Meijer toen het kalf al verdronken was, een zeldzaam lichtpunt waarmee de linksback zijn marktwaarde snel nog wat opkrikte, ging de landskampioen in Portugal haast letterlijk kansloos onderuit. In tegenstelling tot wat zich vrijdag in Oostende afspeelde geen schande tegen een tegenstander van dit formaat, al was een pak slaag vermijden vooraf wel zowat de enige betrachting van Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert.
ZIEKE KLEEDKAMER
Eigenlijk mocht die hoop op een goede afloop vrij snel worden opgeborgen. Club ontsnapte een aantal keer in het eerste halfuur, alvorens het offensief geweld van Benfica alsnog toesloeg. De mirakels van Simon Mignolet op het kampioenenbal bleken opgebruikt, eens de veer gebroken was herviel Blauw-Zwart zelfs in een paar oude Champions League-kwalen die in de groepsfase nochtans tot het verleden leken te behoren. Zo was het dit keer Abakar Sylla die zomaar een strafschop weggaf. Club lag toen al even tegen het canvas, maar de jonge verdediger mocht – net als Noa Lang overigens, aan de rust uit voorzorg vervangen na enkele onbeholpen tackles die hem louter geel opleverden – blij zijn dat hij niet andermaal richting de douches werd gestuurd. Een zoveelste jeugdzonde van de hardleerse Ivoriaan.
Momenteel is Sylla bovendien slechts een schim van zichzelf. Om risico’s te schuwen voetbalt hij met de handrem op sinds hij in ere werd hersteld, wat de stroeve opbouw niet vooruit helpt. Aan de kust ontplofte de ruwe diamant trouwens ook al in de catacomben. Lang, Clinton Mata, hét symbool van de manier waarop Club na een korte opflakkering weer door de ondergrens zakt, en Raphael Onyedika lieten de voorbije weken eveneens hun ongenoegen blijken. Na zijn bleke optreden tegen Cercle nam die laatste zijn makelaar Parker zelfs op de korrel door te stellen dat “sommige trainers spelers die ziek zijn uit eigenbelang pushen om alsnog te spelen”. Ook de opstellingen lekken tegenwoordig alsmaar vaker van tevoren uit. Schreuder moet snel voor een betere sfeer en meer samenhang zien te zorgen.
PRINCIPES VAN PARKER
Al telt nog altijd vooral wat tussen de lijnen gebeurt. Daar hield Parker tijdens zijn zwanenzang eerst koppig vast aan zijn vertrouwde 4-3-3, om pas na de 3-0 eindelijk eens om te schakelen naar de 3-5-2 waar velen al een tijdje om pleiten. De coach besloot zo om dan toch niet te sterven met zijn principes. Waarom deed hij dan niet sneller een beroep op het succesrecept van zijn voorgangers? Welk systeem hij tegen Standard in gedachten had zullen we allicht nooit weten. Schreuder koos vorig seizoen alvast resoluut voor die andere veldbezetting om zijn inhaalrace tot een goede einde te brengen – dit keer zullen zijn bazen al tevreden zijn indien hij een plek in de top vier kan veiligstellen. In tegenstelling tot Parker is de Nederlander alleszins reeds vertrouwd met het leeuwendeel van het aanwezige materiaal.
Nieuwkomers zoals Onyedika en Ferran Jutglà, respectievelijk een betere voetballende zes dan Denis Odoi en haast een exacte kopie van Sargis Adamyan, lijken bovendien op zijn lijf geschreven. Benieuwd hoe hij de puzzel op het middenveld legt. De laatste tijd probeerde Parker het daar met Casper Nielsen als controleur, die tegen Benfica zowat overal een stap te laat kwam. Zijn beloftevolle prestatie tegen AA Gent op die positie kreeg tot dusver geen vervolg. Vermoedelijk opteert Schreuder opnieuw voor Onyedika als buffer voor de defensie en trekt hij voorts tevens weer de kaart van Mats Rits, sinds zijn terugkeer uit blessure nog maar twee keer aan de aftrap en dus hoegenaamd niet in de bovenste schuif bij Parker. Dinsdag kreeg zowaar Tajon Buchanan de voorkeur in de as, een ronduit bizar experiment.
KANS VOOR YAREMCHUK
Wat precies de bedoeling was die wilde gok blijft onduidelijk. Een poging om vanuit het middenveld voor diepgang te zorgen? Dan had Kamal Sowah, die zelf haast even verloren liep op de rechterkant, die opdracht beter kunnen invullen. Afwachten of hij onder Schreuder, van wie hij vorig jaar geen kans kreeg, nog in het stuk voorkomt. Behalve die vreemde positiewissel voerde Parker trouwens nauwelijks één wijziging door ten opzichte van de afgang in Oostende, waar hij ook al nagenoeg hetzelfde elftal als de week voordien de wei instuurde – na de kritiek op zijn talrijke personeelswissels een keuze voor stabiliteit die evenwel erg weinig zoden aan de dijk bracht. Diep in de punt mocht voor het eerst sinds het gelijkspel tegen Union, toen Jutglà in de lappenmand lag, nog eens Roman Yaremchuk postvatten.
Een week eerder tegen Antwerp verkoos Parker nog Lang als valse nummer negen, net als in de eerste ontmoeting met Benfica. Hoewel hij vooraf aankondigde dat het kampioenenbal ook voor hem de ban kon breken kreeg Yaremchuk, wiens bijdrage aan de historische campagne zo bijzonder beperkt bleef, toen zelfs geen minuut. In het Estádio da Luz werd hij daarentegen beloond voor een paar veelal korte doch gretige invalbeurten. Zo trachtte hij tegen AA Gent zelfs tevergeefs om een zelf uitgelokte penalty op te eisen. Zijn andere ex-club in de problemen brengen zoals Parker had gehoopt lukte de Oekraïner, die er net zoals Lang soms iets te wild invloog, evenwel nooit. In ondankbare omstandigheden viel hem weliswaar vrij weinig te verwijten: misschien werden zijn kwaliteiten in Brugge wel verkeerd ingeschat.
WERK VOOR SCHREUDER
Een breekijzer zoals Bas Dost, die destijds uitgerekend onder zijn landgenoot volledig op het achterplan belandde, is Yaremchuk ondanks zijn gestalte alvast niet. Nadat twee trainers hun tanden stuk beten op het vraagstuk is het straks dus aan Schreuder om de peperdure investering alsnog te doen renderen, al lijkt Jutglà dus net iets meer zijn type. In zijn visie is er echter plaats voor twee spitsen, en dus wordt het duo mogelijk eindelijk aan elkaar gekoppeld. Dat was altijd de bedoeling, maar aan de kust stonden ze pas voor de tweede keer samen op het veld. Parker, die toen tijdens de rust tevens reeds teruggreep naar Onyedika op de zes en een na alle commotie en fluitconcerten schijnbaar aangeslagen Buchanan opnieuw een rij achteruit schoof, was dan duidelijk al wanhopig bezig aan zijn laatste stuiptrekkingen.
Wellicht krijgen we de combinatie, ook door Carl Hoefkens zelden gebruikt, voortaan wat vaker te zien. Al eist Lang normaal gezien voorin een van beide plekjes op. Zelfs zonder Andreas Skov Olsen, een fikse aderlating, beschikt Club op papier over voldoende wapens. Toch worden de aanvallers, die behalve Lang zelf evenmin in staat zijn om eens wat forceren, amper in stelling gebracht. Het aanvalsspel stokt, het middenveld hangt als los zand aan elkaar, de achterhoede staat op lemen benen te verdedigen en zelfs Mignolet gaat niet altijd vrijuit. Werk aan de winkel dus voor Schreuder, want in een gebrek aan kwaliteit weigeren we nog steeds te geloven. Veel meer dan Hoefkens was Parker simpelweg een foute inschatting van het bestuur. Of blijkt het binnenkort dan toch niet gewoon aan de trainer te liggen?
AD