Debutanten en onverwachte nieuwkomers: het lijken stilaan gewoontes te zijn geworden in de selectie van de Rode Duivels. Ook nu pakte Roberto Martinez weer uit met een stunt van formaat door, na Club Brugge-jonkie Charles De Ketelaere, in allerijl tevens Anderlecht-verdediger Hannes Delcroix op te roepen voor het oefenduel tegen Zwitserland. Een verrassende beslissing die de bondscoach hier en daar op heel wat kritiek kwam te staan. Terecht?
"Er zijn twee manieren om bij de Rode Duivels te geraken: de eerste is het goed doen bij je club, de tweede is presteren bij de beloften", verklaarde Martinez zijn keuze om Delcroix erbij te nemen. Die stelling gaat net zo goed op voor De Ketelaere, hoewel beiden pas in september hun debuut vierden voor de U21 van Jacky Mathijssen – waar ze na woensdag opnieuw zullen aansluiten – en daar nog niet zo vaak in actie kwamen. Geen primeur echter, want iets meer dan een jaar geleden ruilde ook Yari Verschaeren na amper twee optredens de Jonge Duivels in voor het echte werk. Na zijn Paars-Witte (ex-)ploegmaats Elias Cobbaut, Jérémy Doku, Landry Dimata en Hendrik Van Crombrugge, is het zo nu dus de beurt aan Delcroix om in het rijtje van prille Anderlecht-internationals te treden.
VOORBEELD AAN MECHELE
Opvallend, want de 21-jarige verdediger stond pas de voorbije vier matchen vast in de basis bij de troepen van Vincent Kompany. Al hadden dat er zonder zijn positieve coronatest ook reeds zeven kunnen zijn, nadat hij op de zevende speeldag op bezoek bij Waasland-Beveren eveneens aan de aftrap verscheen. Ondanks zijn prima uitleenbeurt aan RKC vorig seizoen, leek het geloof in Delcroix zijn kunnen aan het begin van deze campagne daarentegen nog eerder beperkt. Meer zelfs: in de eerste vijf weken viel hij maar liefst vier keer naast de wedstrijdkern. Als reactie op de langdurige blessure van Cobbaut visten de Brusselaars eerst zelfs nog Ognjen Vranjes op. Pas na diens gestuntel op het veld van Club Brugge, gecombineerd met de mindere vorm van Derrick Luckassen, werd vol de kaart van Delcroix getrokken.
Op het eerste zicht blinkt de linkspoot dan ook in vrij weinig aspecten echt uit, althans qua fysieke capaciteiten – zoals hij zelf al eens eerlijk toegaf. Delcroix is namelijk noch de grootste noch de sterkste van het pak, wat Roman Yaremchuk zopas nog pijnlijk illustreerde. Wel heeft hij een uitstekende conditie en een meer dan degelijke snelheid, zonder daarmee speciaal in het oog te springen. Op geen enkel vlak ondermaats dus, maar evenmin buiten categorie. Het doet misschien wel een beetje aan Club Brugge-verdediger Brandon Mechele denken, die het toch tot een vaste waarde in de brede kern van de Rode Duivels schopte. Uiteraard staat hij vandaag wel een flink pak verder in zijn carrière dan Delcroix, die desalniettemin over een aantal voordelen beschikt in vergelijking met zijn potentiële defensiepartner.
HEDEN VERSUS TOEKOMST
Zo is het Neerpede-product net iets zuiverder in de opbouw, al vormen in de eerste plaats zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij linksbenig is cruciale troeven. Het zijn alleszins de argumenten die Martinez zelf aanhaalt om zijn selectie te verantwoorden. Niet geheel ten onrechte, hoewel we daar toch enkele bedenkingen bij kunnen plaatsen. Zo is werk maken van de opvolging allemaal goed en wel, maar mag de bondscoach niet vergeten dat de Gouden Generatie vooral nú moet oogsten. Vanzelfsprekend biedt Delcroix meer toekomstperspectieven dan alternatieven als Antwerp-sterkhouder Ritchie De Laet (31) of Charleroi-steunpilaar Dorian Dessoleil (28), die in theorie eveneens links in het trio achterin uit de voeten kunnen. Of hij in het heden een betere optie vormt, is evenwel nog een ander paar mouwen.
Natuurlijk is het te vroeg om het te hebben over een EK-selectie, en gaat het hier slechts over een plekje als vijfde of zesde keuze. Het debacle tegen Wales op het EK 2016 indachtig, mag daar echter niet te licht mee worden omgesprongen. Een extra routinier in de sowieso al ervaren groep zou in die zin toch niet misstaan. Net als bij de jonge Delcroix, kon de oefeninterland tegen Zwitserland zo een uitgelezen mogelijkheid bieden om te testen of pakweg De Laet op dit niveau nog van pas kan komen. Bovendien valt Delcroix zoals gezegd niet in de categorie van absolute toptalenten zoals Verschaeren, Doku of nu De Ketelaere, waar de gretigheid van Martinez om hen erbij te nemen beter te begrijpen valt. Mochten prestaties bij de U21 écht de doorslag geven, komen trouwens nog andere kandidaten in aanmerking.
NOOD AAN LINKSPOOT (?)
Blijft dan over: de nood aan een linkspoot achterin. Al lijkt ook dat best mee te vallen. Zo gaf Martinez bij het debuut van Cobbaut dezelfde uitleg, hoewel hij twee maanden daarvoor nog géén linksbenige vervanger voor Thomas Vermaelen had opgeroepen. Ook in het vorige drieluik was Jan Vertonghen de enige linksvoetige optie in de driemansdefensie. Hoewel zulk een exemplaar in dat systeem inderdaad geen overbodige luxe vormt, schijnt Martinez dus slechts sporadisch belang te hechten aan het profiel. Dat het dan telkens spelers van Anderlecht zijn die lijken te profiteren, doet hier en daar dan ook heel wat wenkbrauwen fronsen. Én biedt uiteraard munitie aan de kwatongen die beweren dat Kompany iets in de pap te brokken heeft bij de bondscoach. Volgens hen kan dit toch stilaan echt geen toeval meer zijn.
Zonder mee te willen gaan in dergelijke complottheorieën, kwamen de selecties van Cobbaut, Dimata en Doku alvast niet slecht uit in het Lotto Park. Die eerste twee werden op dat moment liefst voor een aardige som van de hand gedaan, wat vooral bij de blessuregevoelige spits uiteindelijk net niet lukte, terwijl Doku niet veel later een recordbedrag opleverde. Geld dat Anderlecht gezien de penibele financiële situatie maar al te goed kan gebruiken. Vermits het vertrouwen in Delcroix enigszins beperkt lijkt, kan ook hier dus sprake zijn van een gelijkaardige 'strategie'. Ondanks de interne twijfels werd vorige zomer voor Sebastiaan Bornauw nog zes tot acht miljoen gevangen. Wie weet wat Delcroix met een etiket als Rode Duivel én stempel van Neerpede, een gouden combinatie, binnenkort reeds in het laatje kan brengen.
NIET SLECHT VOOR ANDERLECHT
Dat de bondscoach de Brusselaars bewust een duwtje in de rug wil geven, durven we desalniettemin niet te beweren. Tenslotte liet hij zijn oog tevens al op andere spelers in de Jupiler Pro League vallen, een aandacht voor de eigen competitie die we tussen de vele Belgische wereldsterren alleen maar kunnen toejuichen. Ook zijn poging om de Rode Duivels klaar te stomen voor de toekomst is lovenswaardig, al zal de Spanjaard er binnen zeven jaar – een ijkpunt dat hij zelf aangaf – wellicht niet meer bij zijn. Net daarom doet hij er toch misschien maar best aan om simpelweg de beste 23, of in dit geval 30, namen te selecteren. Hopelijk zet Delcroix zijn positieve evolutie voort, want als opvolger van Vertonghen kan hij ooit inderdaad de beste optie vormen. De alternatieven zijn per slot van rekening uiterst beperkt.
SPOOR VAN DENAYER
Of de jonkie van Anderlecht er vandaag al moet bijzijn, is dan weer andere koek. Om nog maar te zwijgen over de druk op zijn schouders mocht hij effectief een plaats in de EK-selectie krijgen én daar eens aan de bak moeten. Stel dat het dan misloopt, kan Delcroix zich alvast optrekken aan het feit dat het met Jason Denayer – op ongeveer dezelfde leeftijd vier jaar geleden een van de schlemielen tegen Wales – nadien nog helemaal goedkwam. Aan toenmalig bondscoach Marc Wilmots kostte die teleurstelling daarentegen de kop. Zelfs zonder de beschuldigingen aan zijn adres omtrent een voorkeur voor Paars-Wit in acht te nemen, kan zo het debuut van Delcroix dus ook Martinez zuur opbreken. Al kruisen we, samen met Kompany en co, natuurlijk de vingers dat het zover niet hoeft te komen.