Het is dat er geen publiek aanwezig mag zijn, of anders stond Jan Breydel ongetwijfeld op zijn kop. Nadat het vorig seizoen geen enkele thuismatch in de competitie verloor, ging Club Brugge tegen Beerschot immers al voor de tweede keer in evenveel pogingen onderuit. Na de bekernederlaag een nieuwe opdoffer voor Blauw-Zwart, dat dan maar via sociale media de volle lading krijgt van haar fans. Tijd voor Bart Verhaeghe, Vincent Mannaert en Philippe Clement om zich zorgen te maken?
Wie er de reacties tijdens en na de wedstrijd op naslaat, krijgt alvast het gevoel van wel. Meer nog dan een aantal analisten tonen de Brugse supporters zich namelijk ongenadig hard voor dezelfde troepen die hen een halfjaar geleden nochtans nog deden kirren van plezier. Niet geheel onterecht, want de prestaties doorheen de eerste vier officiële duels van de nieuwe campagne zijn zowel qua spelniveau, intensiteit als vooral resultaat inderdaad niet bepaald om over naar huis te schrijven. Toch laat de landskampioen zich misschien best niet al te zeer vangen aan de nogal paniekerige waan van de dag.
VALSE START
Al vallen de naakte cijfers uiteraard niet te ontkennen. Na de eerdere uitschuiver tegen Charleroi op speeldag één ging Club voor het eerst in 57 jaar tijd onderuit in haar eerste twee thuisduels, voor zover er in deze bijzondere tijden nog sprake is van een voordeel in eigen stadion. Zelfs zonder die bedenking beleeft Blauw-Zwart met een drie op negen echter haar slechtste start sinds 2010, toen in Kortrijk en 'op bezoek' bij Cercle verloren werd. Tussendoor won Club destijds thuis tegen STVV, zoals het nu dus enkel in Eupen wist te doen. Wat daarom natuurlijk nog niet wil zeggen dat het kalf al verdronken is.
En dan niet alleen omdat de concurrentie het eveneens laat afweten, met enkel de toppers aan Waalse zijde – Charleroi en Standard – die al minstens twee keer konden winnen. Zo deed Club in 2015/2016, toen onder Michel Preud'homme de eerste oppergaai in elf jaar tijd werd veroverd, met vier op negen nauwelijks beter. In de heenronde werd vervolgens bovendien nóg viermaal verloren, waaronder een pak slaag in Gent dat de aanhang tot protest bewoog. Drie weken en een nederlaag in Anderlecht later stonden MPH en co na 12 speeldagen zelfs pas op plaats zes. Nog voor nieuwjaar waren ze koploper.
KREDIET & RESPIJT
Toegegeven: de Bruggelingen vormden een uitzondering, want de latere kampioen gaat doorgaans wel degelijk vlotter van start. Toch toont het andermaal aan hoe het weinig zin heeft om nu al voorbarige conclusies te trekken. In een recenter verleden herinneren we ons bijvoorbeeld ook nog hoe Thibaut Courtois, Zinédine Zidane en het 'versleten' Real Madrid-middenveld alom de wind van voren kregen, of hoe Cristiano Ronaldo en Thomas Müller nog niet zo lang geleden reeds afgeschreven werden. Net zoals Lionel Messi plots niet meer in het modern voetbal past. Hoezo, respect voor bewezen diensten?
Zonder in het verleden te leven, verdienen op een lager niveau ook de Brugse spelers, staf en bestuur meer krediet en respijt. Te beginnen met de sterkhouders die voorlopig niet thuis geven, zoals pakweg Hans Vanaken of Krépin Diatta. Die eerste was inderdaad opnieuw zwak, werd overklast door Raphael Holzhauser – die samen met Mike Vanhamel en Marius Noubissi tot de uitblinkers behoorde en in wie wij een prima doublure voor de Gouden Schoen zien – en gaf dit keer zelfs een afwezige indruk. Toch is het wel érg vroeg om te betwijfelen dat hij en aanvoerder Ruud Vormer de motor nog in gang krijgen.
NOOD AAN DENNIS
Siebe Schrijvers en Charles De Ketelaere, beide bleek als respectievelijk titularis en invaller, lijken alvast geen oplossing. Al moest die laatste het wel weer op de linkerflank zien te rooien, waar Eduard Sobol nochtans aan een aardige partij bezig was. Misschien moet Mannaert dus toch eindelijk op zoek naar een waardig alternatief voor Vanaken, die desalniettemin wel recht heeft op wat meer vertrouwen. De prioriteit ligt dan ook duidelijk een rij hoger, en dan hebben we het niet louter over de kwestie diep in de punt. Nog meer dan een killer mist Club momenteel namelijk de impulsen van Emmanuel Dennis.
We dachten dat Blauw-Zwart nog wat meer tijd had, maar als de Nigeriaan tot zijn vertrek telkens weer een vraagteken blijft – zondag kwam hij niet in actie – mag zijn opvolger (Junior Edmilson?) toch reeds sneller in Jan Breydel staan. In de tussentijd is Club tenslotte té afhankelijk van Diatta zijn flitsen, die vooralsnog sporadisch van aard blijven. De winger deelde bovendien met Clinton Mata de schuld voor de tegentreffer en leek zelfs even na te trappen, een toonbeeld van de frustratie voor zijn wat mindere vorm. Een dipje dat, nogmaals, evenwel nog niet meteen aanleiding hoeft te geven tot blinde paniek.
KRITIEK OP CLEMENT
Wie weet deed Clement er dus geen goed aan om Diatta, in Eupen nog matchwinnaar, vroegtijdig naar de kant te halen. Per slot van rekening is hij nog altijd in staat om een wedstrijd open te breken. Met verder nog een vrij mislukte positiewissel voor Éder Balanta, invalbeurten voor De Ketelaere én David Okereke op de flanken en opvallend veel lange ballen richting speerpunt Youssouph Badji ontsnapte de Brugse coach evenmin aan de vele verwijten. Ondanks diens gebrek aan antwoorden achteraf, oogt ook zijn staat van verdienste echter fraai genoeg om minstens het voordeel van de twijfel te genieten.
Wat niet betekent dat Clement vrijstaat van kritiek. Club schakelde tenslotte van nogal stereotiepe en vaak te complexe patronen over naar een slordig spel waar geen systeem meer in te bespeuren viel. Zo stonden de linies op het einde veel te ver uit elkaar, wat de opbouw bemoeilijkte en ruimte liet voor counters. Op dat moment was ook Michael Krmencik, een verrassend lichtpunt, de offensieve rangen trouwens reeds komen versterken. Recent zagen we nog een trainer op dergelijke wijze al zijn troeven op tafel gooien. Laten we er vanuit gaan dat Club wat meer geduld heeft dan AA Gent met Jess Thorup.
FATALE FLATERS
Zelfs een nederlaag in Genk kan Clement zich allicht nog permitteren, maar dan moet hij zijn machine toch dringend weer aan de praat krijgen. In het aangepaste format, en met de constante dreiging van een nieuwe stopzetting in het achterhoofd, is er immers minder foutenmarge. Hoewel de uitgesproken favoriet voorlopig nog niet echt op achterstand werd gezet door haar voornaamste uitdagers, liet Club zich met haar forse ambities vooraf dus mogelijk zelf al meeslepen in de toenmalige waan van de dag. Mikken op Europees succes is leuk, maar toch eerst die titel voor het eerst sinds 1978 zien te verlengen.
Niet dat Blauw-Zwart onterecht zelfzeker was, want ook de pers schoof de landskampioen naar voren als dé te kloppen ploeg. Van het aanslepend gebrek aan efficiëntie waren we toen nochtans al op de hoogte, net zoals het feit dat tegenstanders een muur optrekken en zich aanpassen niks nieuws onder de zon is. Club kon toen wel nog rekenen op haar ijzeren defensie, die nu wat van haar pluimen lijkt te zijn verloren. Al braken tot dusver toch vooral enkele flaters zuur op. Zonder die foutjes was de balans nu in het slechtste geval een vijf op negen met twee brilscores. Een tegenvaller, maar lang geen crisis.
CODE ROOD?
Op het eind van de rit telt uiteraard het rapport, en dat is onvoldoende. De poging om de gemoederen te sussen door tenminste de dominantie te benadrukken, ondanks het matige niveau geen onterechte notie, blijkt dan ook slechts een pleister op een zere wonde voor de verwende fans. Niet onbelangrijk, want hun teleurstelling kan tevens financiële gevolgen hebben. Per slot van rekening mogen de talrijke abonnees na elk duel zonder publiek kiezen of ze al dan niet een compensatie wensen te ontvangen. Hoe meer van zulke dompers, hoe minder supporters geneigd zullen zijn om hun centen af te staan.
Zeker omdat ze ook op het vlak van transfers nog steeds op hun honger blijven zitten. De druk om een eerste nieuwkomer voor te stellen neemt zo alsmaar toe, waarbij met uitzondering van doelman Simon Mignolet stilaan elke linie in het vizier komt. Vooral in het creatieve compartiment kan Club inderdaad vers bloed gebruiken, al raden wij Mannaert toch aan zich niet te laten verleiden tot nieuwe paniekaankopen zoals Krmencik, Kaveh Rezaei en Mbaye Diagne. Ook hij heeft zijn strepen met andere aanwinsten tenslotte voldoende verdiend om niet meteen onder druk te staan, wat niet wil zeggen dat de CEO en de rest van Blauw-Zwart – in alle gelederen – op hun lauweren mogen rusten. De alarmbellen in Jan Breydel gaan na de mislukte start wel degelijk af, maar voor code rood lijkt het nog net iets te vroeg. Afwachten of daar volgende week verandering in komt.