In de kleedkamer van Club Brugge voelt iedereen dat er iets staat te gebeuren. Spelers die Leko nog kennen, herinneren zich het vuur én de botsingen, de nieuwkomers vragen zich af in welk circus ze nu beland zijn. De terugkeer van de Kroaat jaagt de spanning omhoog: wisselt hij weer van aanvoerder, wie ligt straks uit de gratie en hoelang blijft het rustig voor er iets ontploft?
LEES OOK: Club Brugge-bestuur verdedigt ontslag Hayen: "Het was op"
Toen de eerste Leko-bom al brokken maakte bij ClubNet op het moment dat Club Brugge rust nodig heeft, haalt het uitgerekend de man terug met wie het nooit écht in vrede uit elkaar is gegaan. De terugkeer van Ivan Leko is geen romantisch weerzien, maar een verhaal vol problemen en disputen. Om te begrijpen wat er vandaag op het spel staat, moeten we kijken naar waar het de vorige keer is misgelopen – in de bestuurskamer, in de kleedkamer én in het hoofd van de voorzitter.
Toen Leko in 2017 binnenwandelde op Jan Breydel, was hij geen gedroomde topkandidaat. Integendeel: hij vertelde later zelf dat hij “kandidaat nummer vijftien” was. De lijst was lang, de twijfels ook. Maar uiteindelijk waren het Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert die hun nek uitstaken en voor hem kozen na het tijdperk-Preud’homme. Dat schepte meteen een bijzondere band. Leko voelde zich dankbaar: twee mannen die hem een kans gaven op een niveau waar hij zelf misschien nog niet van durfde dromen.

De start was explosief. Club speelde met een brutale bravoure, blies de tegenstand in België weg, haalde een titel en Supercup en gaf de supporters weer het gevoel van onoverwinnelijkheid. In die periode leken coach en voorzitter perfect op elkaar afgestemd: beiden maniakaal gedreven, beiden allergisch aan middelmatigheid. Precies daar begonnen ze uit elkaar te groeien: in de manier hoe beide mannen naar macht, controle en vertrouwen keken.
Want Leko was een van de goedkoopste kampioenstrainers van België. Hij verdiende naar eigen zeggen ongeveer 30% van wat zijn voorganger Michel Preud’homme had verdiend. Na een titel en Champions League-voetbal verwachtte hij wel een signaal dat Club de volgende jaren voluit met hem verder wilde. Er kwam een voorstel, maar voor Leko had meer appreciatie verwacht en nam het voorstel niet aan. Later zou hij zeggen dat precies dat moment “het begin van het einde” was. Waar hij intern al het gevoel had dat het vertrouwen niet enorm was, kreeg hij nu ook buitenaf het etiket van de “lastige” onderhandelaar.
Macht, ego’s en aanvoerdersband: zo broeide het in de kleedkamer
En dan was er ook het sportieve machtsspel. Club is een club waar de lijnen traditioneel van boven naar beneden lopen. Verhaeghe wil betrokken zijn, het bestuur stuurt dagelijks bij, alles is data, structuur en controle. Leko is het omgekeerde profiel: een veldtrainer die vanuit de kleedkamer wil duwen, niet vanuit een organigram. Dat botste niet elke dag, maar als het botste, was het hard. De Europese uitschakeling tegen AEK Athene is daar het bekendste voorbeeld van: Leko liet later verstaan dat hij in die match in een systeem en met keuzes aantrad waar hij zelf niet in geloofde.
Terwijl de spanning tussen coach en bestuur groeiden, veranderde hij ook de interne dynamiek in de kleedkamer. De verschuiving van de aanvoerdersband is daar een mooi symbool van. Jarenlang was Lior Refaelov één van de vaste waarden, een vedette met staat van dienst, iemand die zichzelf stilaan als natuurlijke kapitein zag. Onder Leko schoof de band definitief richting Ruud Vormer. Voor de buitenwereld een logische keuze – Vormer was de motor, de stem van de ploeg – maar voor Refaelov een tik. In interviews gaf hij later toe dat het hem pijn had gedaan. Niet omdat hij Vormer de band misgunde, wel omdat hij zelf nooit echt uitleg had gekregen.

Bij Wesley Moraes waren de emoties nog veel zichtbaarder. De Braziliaanse spits was onder Leko een nachtmerrie voor verdedigers, maar ook een tikkende tijdsbom wanneer hij zich onrechtvaardig behandeld voelde. Bij wissels kookte hij soms over, reageerde ostentatief, balde vuisten, keek de bank niet aan. De emoties van Vormer zelf waren minstens zo explosief. Leko liet dat toe, soms zelfs bewust. Hij wist dat zijn ploeg die rauwe energie nodig had. Maar voor een bestuur dat droomt van een gecontroleerde topclub, waren dat allemaal kleine risico’s op imago- en puntenverlies.
Langs de zijlijn was het niet anders. Leko was geen man van kalmte en sereniteit, maar van driftbuien en verhitte discussies met de vierde ref. De eerste maanden kon Verhaeghe daarmee leven, maar hoe meer spanning er kwam op resultaten, contract en gerechtelijk onderzoek, hoe minder Leko’s gedrag werd getolereerd.
Het gerechtelijk onderzoek Operatie Propere Handen, werd het volgende probleem. Toen Leko werd opgepakt en verhoord door de federale politie, was dat een schokgolf door het Belgische voetbal. Hij werd nooit veroordeeld, ontkende altijd dat hij schuldig was, en Club sprong hem publiekelijk bij. Maar het beeld van de kampioenencoach in een cel raakte je niet zomaar kwijt. Leko werd plots een risico. Dit was niet de hoofdoorzaak van de breuk, maar wel een factor die het nog moeilijker maakte om de samenwerking nog jaren te laten doorgaan.
Leko 2.0: tikkende tijdbom in een nog fragielere spelersgroep
En net daarom is de terugkeer van Leko zo beladen. Hij komt binnen in een nieuwe kleedkamer waar de druk nog hoger en het geduld nog kleiner. Heeft Verhaeghe geleerd dat je een figuur als Leko appreciatie nodig heeft? En heeft Leko geleerd dat je niet elk gevecht moet uitvechten om toch de baas te blijven in de kleedkamer? Dat zijn de echte vragen onder Leko 2.0. De vorige keer ging het bij Club niet fout omdat de coach geen titels pakte of omdat de voorzitter plots zijn ambitie verloor. Het ging fout in de grijze zone daartussen: contracten, ego’s, controle, vertrouwen. Dat is ook de waarschuwing voor vandaag.

Olivier Plancke