In Brussel gonst het: de omstreden “Judas” kan gratis bij Anderlecht landen. Zijn profiel tikt net de vakjes aan die RSCA mist: lef tussen de lijnen, power naar de zestien, rendement. Maar daar is die sneer die blijft steken: “Ik ben altijd fan van Standard geweest, zelfs toen ik bij Anderlecht speelde.” Tel daar zijn blessureverleden en temperament bij, en je krijgt een risicodossier.
LEES OOK: 'Renard drukt door: Anderlecht zet zinnen op Amallah'
Vrij en verleidelijk: Standard-stempel, RSCA-kriebelsEr gonst iets in Brussel. Selim Amallah zit zonder club na zijn vertrek bij Real Valladolid sinds 1 september, en dan begint het bij de scouts van Anderlecht te jeuken. Een 28-jarige vrije nummer tien met goals in de benen, international, Europese ervaring.
Wie hem nog kent van op Sclessin, ziet meteen de pluspunten. Bij Standard was Amallah geen meeloper; hij was de man van de tweede lijn, het lichaam tussen bal en man.
In 97 wedstrijden tekende hij 31 goals en 11 assists voor de Rouches — cijfers die je zelden krijgt van een acht-/tien-hybride. Hij maakte zich daar ook onsterfelijk met die 2-0 tegen Arsenal in de Europa League, toen Sclessin nog even geloofde in een mirakel.
Het ontbrekende gif tussen de lijnen
Is hij het type dat Anderlecht vandaag kan gebruiken? Op papier: absoluut. RSCA heeft nood aan iemand die tussen de lijnen durft te spelen, die onder druk nog een bal kan bijhouden, die metéén naar de zestien denkt.
Amallah is geen metronoom, wel een momentenvoetballer met rendement: late loopacties in de box, een afgemeten bal naar de tweede paal, een penaltystreep zonder vrees. Europese ervaring en, fysiek aanwezig. Dat hij in topaffiches niet verkrampt, bewees hij al.
Anderlecht mist soms gif tussen de lijnen, iemand die de tegenstander het duel opdringt. Amallah kan dat. Hij is geen tiki-taka-dirigent; hij kan een fout uitlokken, standaardsituatie afdwingen, meters pakken op pure power.
Blessures, temperament — en die sneer
Maar er is ook tegenkanting. Ten eerste: blessures. In zijn Spaanse periode was op en af: hamstring in maart 2023 bij Valladolid, adductoren bij Valencia, en in mei 2024 weer klachten aan het linkerbeen. Niet catastrofaal, wel genoeg om ritme te breken.
Ten tweede: temperament. Dat is een kracht — hij speelt met vuur — maar ook een risico. In Spanje vloog hij er tegen Sociedad al voor de rust af met twee keer geel. In België ging hij in 2021 stevig in de clinch op Antwerp en, nog kwalijker, die vechtpartij met eigen fans op de parking van Sclessin.
En laat ons niet vergeten: Amallah is een kind van Neerpede. Van 2008 tot 2012 liep hij er rond, voor hij via Mons en Mouscron terug in Luik belandde. De ironie wil dat hij later zei dat hij “altijd fan van Standard is geweest, zelfs toen ik bij Anderlecht speelde”.
Dat soort zinnetjes blijft uiteraard hangen op de tribunes van het Lotto Park. Ze zijn leuk als je in het rode shirt van Standard speelt, maar veel minder als je in paars-wit aan de aftrap komt.
De rekening: loont de ‘Judas’-gok?
De risico-analyse dan. Financieel is een vrije transfer verleidelijk, maar loon, tekengeld en bonussen doen zo’n dossier snel aandikken. Sportief krijg je een speler die — wanneer fit en gefocust — de beste middenveldscorer van de kern kan zijn.
Medisch moet je waterdicht zitten, mentaal moet je hem kaderen: duidelijke hiërarchie, nul tolerantie voor fratsen buiten het veld.
Gaat het botsen met de achterban omwille van zijn Standard-verleden? Dat hangt vooral van hem af. In Brussel vergeten ze veel als je punten pakt.