Als vzw-vennootschap zonder externe investeerders is KRC Genk (te) afhankelijk van uitgaande transfers en Europees voetbal om te overleven en te groeien. Ondanks een recordomzet van 88,4 miljoen euro, is het doel van de club om minder afhankelijk te zijn van transfers.
De focus verschuift naar investeringen in jeugdontwikkeling en faciliteiten, waaronder het H.Essers Training Center. Genk zoekt naar een balans tussen financiële stabiliteit en sportief succes.
KRC Genk heeft cash nodig om te overleven en te kunnen groeien
KRC Genk onderscheidt zich als een familieclub en niet als een businessclub zoals Club Brugge. Het is de wens van Dimitri de Condé om het beleid dat Vincent Mannaert heeft toegepast bij Club Brugge te integreren binnen de werking van Racing.
“Al was het maar een kwartje van die aanpak”, volgens De Morgen. De moeilijkheid voor Genk is dat het de enige eersteklasser is met een vzw als vennootschapsvorm. Dat betekent dat de club niet beoogt om winst uit te keren aan de aandeelhouders en in plaats daarvan een belangeloos doel moet nastreven zonder eigenbelang.
De vzw vennootschapsvorm maakt het Genk op financieel gebied er niet altijd gemakkelijker op, omdat de club geen geldschieter of suikeroom heeft in geval van nood. Om te overleven, competitief te blijven en te kunnen groeien, is Genk als 'verkoopclub' afhankelijk van uitgaande transfers, de eigen jeugdwerking en Europees voetbal.
Niet voor niets noemde De Condé de kwalificatiewedstrijd voor de Champions League tegen Servette Genève begin dit seizoen de ‘belangrijkste wedstrijd van het jaar’.
Kwalificatie voor de derde voorronde van de Champions League had voor broodnodige financiële zuurstof gezorgd, aangezien Genk vorig seizoen een aanzienlijk verlies had geleden. De zekerheid van vijf tot tien miljoen euro extra inkomsten zou het jaarlijkse structurele exploitatieverlies gecompenseerd hebben.
Maar Genk werd meedogenloos uitgeschakeld door Servette.
KRC Genk boekt recordomzet door transfers van De Condé
In november heeft KRC Genk haar nieuwe jaarrekening gepresenteerd, waaruit blijkt dat de club voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis weer winst heeft geboekt, voornamelijk dankzij een recordomzet van 88,4 miljoen euro.
Deze indrukwekkende cijfers zijn voornamelijk te danken aan het transferbeleid van Dimitri de Condé, waarbij voor maar liefst 50 miljoen euro aan spelers werd verkocht, een verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar.
Opmerkelijk is dat de transfer van Mike Trésor naar Burnley voor 18 miljoen euro nog niet in de balans is opgenomen. Tegelijkertijd zijn de bedrijfskosten ook aanzienlijk gestegen, onder meer door investeringen in de selectie en de toetreding van Jong Genk tot de Challenger Pro League.
Deze knappe financiële resultaten zijn opmerkelijk voor een club die geen externe investeerders heeft en opereert in een competitief landschap waar veel consortiums de markt sterk beïnvloeden.
Genk is zelfs de gezondste club van België. “Daar ben ik trots op. De atleet is het belangrijkst, maar het besturen van een club als een goede vader is belangrijk”, zei Dimitri de Condé in november aan La Dernière Heure.
De nettowinst van de jaarrekening van KRC Genk bedroeg 261.000 euro, slechts een fractie van de totale omzet van 88,4 miljoen euro. Het is duidelijk dat Europees voetbal en een doordacht transferbeleid Racing Genk tientallen miljoenen opleveren, en zonder deze inkomsten zou de club aanzienlijke financiële verliezen lijden.
“Het slaagt daar elke keer in, maar het maakt de druk op het aan- en verkoopbeleid groot”, waarschuwt Het Laatste Nieuws.
KRC Genk wil minder afhankelijk zijn van transfers
Als verantwoordelijke voor zowel inkomende als uitgaande transfers moet Dimitri de Condé voortdurend als een zorgzame huisvader waken over het budget, terwijl hij tegelijkertijd ambitieus blijft streven naar sportief succes.
Ondanks de druk om spelers te verkopen, mag dit nooit ten koste gaan van de sportieve prestaties. De noodzaak om spelers te verkopen werd in de vorige wintermercato nogmaals benadrukt toen Gerardo Arteaga en Daniel Munoz voor een bedrag van 12,5 miljoen euro (exclusief bonussen) werden verkocht.
Hierbij komen nog eens 6 miljoen euro aan Europese inkomsten, plus de 18 miljoen euro die Genk aan het einde van dit seizoen zal ontvangen van Burnley voor Mike Trésor.
“Dan kom je al aardig in de buurt van het benodigde bedrag dat nodig is om het structureel tekort te compenseren”, stelt Het Laatste Nieuws. “Al gaat het hier om bruto bedragen. Genk is er dus nog niet.”
Het is duidelijk dat Genk ook tijdens de komende zomermercato spelers zal moeten verkopen. Bilal El Khannouss en Mark McKenzie worden gezien als de voornaamste kandidaten om te vertrekken.
“Onze realiteit is niet anders dan die van andere Belgische topclubs, die via uitgaande transfers hun cijfers in het groen moeten brengen of houden”, zei Dimitri de Condé in januari aan Het Nieuwsblad.
Om deze uitdaging aan te gaan, maakt de Head of Football ook gebruik van clausules in spelerscontracten die bepalen dat ze voor een vooraf bepaald bedrag kunnen vertrekken.
Een voorbeeld hiervan is Joseph Paintsil, voor wie tot 16 januari een gelimiteerde transfersom van 8 miljoen euro gold. Hoewel dergelijke clausules niet altijd in goede aarde vallen bij de supporters, benadrukt De Condé de noodzaak om tot constructieve oplossingen te komen:
“Wij kunnen het ons niet veroorloven om spelers gratis te laten vertrekken, dus moet je tot een constructieve oplossing komen. Spelers willen geen nieuw langdurig contract, zonder dat daar iets tegenover staat.”
KRC Genk investeert meer in jeugdontwikkeling en faciliteiten
Om de druk te verlichten en minder afhankelijk te zijn van het transferbeleid, gelooft KRC Genk steeds sterker in het verder investeren in jeugdontwikkeling. Maar dit brengt echter ook aanzienlijke investeringen met zich mee.
“De lat ligt zeer hoog voor jonge spelers, omdat wij elk jaar opnieuw aan de top willen meedraaien. Daarom moeten we onze werking professionaliseren en daar hangt een stevig prijskaartje aan vast”, zei Dimitri de Condé in november aan Het Nieuwsblad.
Dankzij een sterke jeugdwerking is Genk in staat om toptalenten weg te halen bij clubs als Anderlecht en Ajax. De verwachtingen zijn nu ook hoger dan voorheen, waarbij de club van een 18- tot 20-jarige verwacht dat hij de top drie van België aankan.
Als onderdeel van deze investeringen begint Genk met de bouw van een nieuw, hypermodern trainingscomplex, het H.Essers Training Center, met als doel verdere groei van de club te faciliteren.
Tegelijkertijd zal ook de Cegeka Arena grondig worden gerenoveerd. “Als we met KRC Genk ook in de toekomst nationaal en internationaal relevant willen blijven, moeten we mee stappen blijven zetten. We vragen van spelers dat ze naar Genk komen om prijzen te pakken”, klonk het tijdens de voorstelling van het project.
Het Training Center, samen met de Jos Vaessen Talent Academy, zal deel uitmaken van het H.Essers Talent Park, waar op termijn ook Jong Genk haar wedstrijden zal afwerken. Het totale masterplan heeft een begroting van 70 miljoen euro.
Met een eigen vermogen van 68,4 miljoen euro heeft de club de nodige financiële garanties om dit ambitieuze project uit te voeren.