"Ik wil toewerken naar een vaste typeploeg", verkondigde Brian Riemer een maand geleden. Geen loze woorden, want sindsdien verschenen in de competitie drie keer op rij dezelfde 11 namen aan de aftrap. Enkele spelers dreigen daardoor wel alsmaar meer volledig uit de boot te vallen. Inclusief een aantal zomeraanwinsten voor wie Jesper Fredberg zijn nek uitstak.
Denk maar aan Alexis Flips, Luis Vazquez en Louis Patris, die op hun posities voorlopig stuk voor stuk de concurrentiestrijd verloren. Om hen naar het Lotto Park te halen legde Paars-Wit afgelopen zomer opgeteld nochtans bijna 12 miljoen op tafel. De gaten in de boekhouding mogen dan wel zijn opgevuld, het blijft een luxe die Fredberg zijn voorganger Peter Verbeke zich hoegenaamd niet kon permitteren.
Kapitaal op de bank
Een jaar geleden stond het kot tenslotte nog op stelten toen Ishaq Abdulrazak, Amadou Diawara en Nilson Angulo, samen goed voor nog geen zeven miljoen, geen meerwaarde bleken. Nu kraait er geen haan naar dat er zoveel kapitaal op de bank zit te verkommeren. Niet geheel onlogisch ook wanneer er in één klap maar liefst 12 nieuwkomers neerstrijken. Én een paar jonkies hun plaats blijven opeisen.
Op het middenveld kreeg Mats Rits de voorbije weken bijvoorbeeld steevast het gezelschap van Théo Leoni en Mario Stroeykens. Die eerste is intussen al een certitude, terwijl Stroeykens de geblesseerde Thomas Delaney verving. Met ook nog Diawara en Kristian Arnstad, van wie de Brusselaars niet verlost geraakten, in de mix zijn de plaatsjes er bijzonder duur. Al is het misschien iets teveel eenheidsworst.
Voor de blessure van Delaney gingen reeds stemmen op dat Anderlecht nood had aan meer creativiteit op het middenveld. Het uitvallen van de Deen kwam daarom niet helemaal ongelegen, al opteerde zijn landgenoot aanvankelijk toch nog voor Diawara als diens vervanger. Pas na een weinig overtuigende zege in Eupen stapte Riemer alsnog af van het idee om drie controleurs in de centrale as te posteren.
Koppige Riemer
Hoewel hij zelf nog met ups en downs stappen aan het zetten is bewees Stroeykens sindsdien dat het elftal baat heeft bij meer offensieve impulsen. Des te opvallender dat het middenveld dinsdag tegen La Louvière gewoon weer werd bevolkt door drie zulke types. Delaney, Arnstad en Diawara toonden nogmaals hoe het dan veel moeilijker voetballen is. Vazquez werd zelden of nooit in stelling gebracht.
Het deed ons sterk denken aan de openingsspeeldag tegen Union, toen nog met Majeed Ashimeru in plaats van Delaney. Hij blijkt dus evenmin de verhoopte draaischijf – Leoni is nu al onmisbaar. Gelukkig was de tegenstander dit keer van een iets minder kaliber, én blijft de verguisde Benito Raman nog steeds zijn opportunistische zelve. Anderlecht ontsnapte op die manier aan een potentiële blamage.
Riemer beklaagde het zich dus bijna dat hij voor de eerste bekeropdracht louter Zeno Debast liet staan – onder andere Rits en Leoni bleven zelfs thuis. Dan nog was er evenwel geen plek voor Justin Lonwijk. Niet eens op de bank, waar jonkies als Tristan Degreef en Luca Monticelli de voorkeur kregen. En dat terwijl er met Ashimeru, Yari Verschaeren en Francis Amuzu bovendien nog wat schoon volk ontbrak.
Pechvogel Lonwijk
Die laatste is in zekere zin eveneens een concurrent van Lonwijk, wiens veelzijdigheid een troef zou moeten vormen. Zo kan hij volgens Riemer tevens op de flank en diep in de punt uit de voeten, al is de 23-jarige Nederlander naar eigen zeggen vooral een aanvallende middenvelder. Op die manier stelde Fredberg zijn vierde zomeraanwinst – na Patris, Maxime Dupé en Kasper Dolberg – eind juni ook voor.
Nadien begon het nog veelbelovend. Niet alleen leken zijn nieuwe collega's een paar dagen later al op weg naar de exit, bij zijn debuut tegen Antwerp maakte Lonwijk gedurende een halfuur een meer dan degelijke indruk. Met zijn fysieke troeven, gekoppeld aan een behoorlijke techniek, leek hij even zelfs de missing link te zullen worden. Op dat moment geloofde ook Riemer nog rotsvast in zijn kwaliteiten.
Sindsdien verzamelde de polyvalente pion in twee invalbeurten welgeteld nog een tiental minuutjes. Deels omdat het noodlot toesloeg: in een poging zijn conditionele achterstand zo snel mogelijk weg te werken geraakte Lonwijk al vlug overbelast. Een hamstringblessure hield hem uiteindelijk anderhalve maand aan de kant. "Hij heeft veel pech gehad. De timing kwam erg ongelegen", vertelde Riemer later.
Chouchou van Fredberg
Zijn comeback was vervolgens van korte duur. Lonwijk dook Am Kehrweg weer op in de wedstrijdkern en mocht ook eventjes opdreven, alvorens opnieuw volledig uit beeld – en de selectie – te verdwijnen. Niet omwille van extra-sportieve redenen, wel omdat hij tegenwoordig simpelweg niet in Riemer zijn plannen past. Ook niet in de Croky Cup dus, waar Lonwijk voor de vierde match op rij werd gepasseerd.
Hoewel er op zijn houding naar verluidt weinig aan te merken valt, en er van een terugval geen sprake is, laat Riemer hem dus stelselmatig links liggen. Daarmee gaat hij lijnrecht in tegen zijn baas, die er natuurlijk anders over denkt. Fredberg werkte eerder bij Viborg samen met Lonwijk en wou hem al in januari naar het Lotto Park halen. Hij was er stellig van overtuigd dat zijn pupil een aanwinst zou zijn.
"We voegen een interessant profiel toe aan onze kern", klonk het bij zijn presentatie. "We zochten nog een box-to-box die gretig is om te penetreren in de zestien", voegde Riemer eraan toe. Een mening die hij een maand geleden nog niet had bijgesteld. "Ik ben blij dat Justin terug is. Hij kan het team heel wat bijbrengen met zijn kracht, scorend vermogen en directheid in zijn spel", luidde het toen enthousiast.
Spoor van Esposito
Op papier past de grote krachtpatser dan ook perfect bij het voetbal dat Riemer en Fredberg voor ogen hebben. Meer nog: Lonwijk combineert de benodigde dreiging en ingevingen van Stroeykens met de power en betrouwbaarheid van de meer ervaren alternatieven. Ondanks dat unieke profiel dreigt hij eens iedereen fit is op het middenveld, wat bijna het geval zou zijn, zéker niet meer aan bod te komen.
Wellicht woog Riemer hem recent niet toevallig enkel af tegen zijn flankaanvallers. Vast staat alleszins dat Lonwijk bij zijn coach niet in de bovenste schuif ligt. "De beker dient om spelers kansen te geven. De jongens die ik koos verdienden het", liet hij dinsdag optekenen. Een boodschap aan het adres van de Nederlander, die zowat als enige niet werd opgevist en dus duidelijk onderaan de pikorde bengelt?
De vraag is hoe het nu verder moet. Lonwijk zou nog altijd willen vechten voor zijn plek, maar hier en daar wordt reeds geopperd dat er misschien in januari al een oplossing moet worden gezocht – zoals dat destijds ook met Fabio Silva, Sebastiano Esposito en Taylor Harwood-Bellis het geval was. Fredberg weet weer waarom hij in principe geen voorstander is van huurlingen. Al blijft Lonwijk een geval apart.
Smet voor Fredberg
Anders dan Delaney en Ludwig Augustinsson, tot hiertoe een meevaller, moest hij niet per se meteen rendement opleveren. Wie weet brengt een aanpassingsperiode alsnog soelaas. Zo niet blijft de schade beperkt, zowel op sportief als financieel vlak. Anderlecht hoeft zijn aankoopoptie van 2,5 miljoen straks niet te lichten, terwijl Riemer in zijn kleedkamer dus ruim voldoende alternatieven voorhanden heeft.
Als er iemand mocht floppen is het dus Lonwijk wel. Fredberg komt er goedkoper vanaf dan bij Patris, Flips of Vazquez, maar net zo zeer is het een smet op zijn blazoen. In zijn gretigheid om Paars-Wit terug naar de top te brengen ging de CEO Sports nogal overdadig te werk. Met, ook omdat hij de overtollige ballast niet meer gedumpt kreeg, een te brede kern tot gevolg. En zijn eigen aankopen als slachtoffers.
Of wist Fredberg al hoe laat het was toen hij in allerijl nog Delaney en Thorgan Hazard in huis haalde? Zijn geslaagde transfers leverden hem behalve een nieuw contract nog net geen heiligverklaring op, maar inmiddels schoot de Deen de bal toch ook al een paar keer mis. Daarbij mag hij zich voornamelijk de miscast van Lonwijk, meer dan wie ook afkomstig uit zijn eigen netwerk, persoonlijk aanrekenen.
Voorbeeld van Verbeke
Voorlopig blijft de balans wel overwegend positief. In januari bleken ook Islam Slimani en man-in-vorm Anders Dreyer voltreffers, de huidige tweede plaats bezorgt Fredberg eveneens bakken krediet. Toch kan het tij snel keren. In februari 2021 verrasten de fans zijn voorganger met een spandoek op Neerpede. "Chapeau Peter. De juiste man op de juiste plaats", werd Verbeke toen nog op handen gedragen.
Nog geen jaar later werd hij bedankt voor bewezen diensten. Fredberg verbond zijn lot zopas nog voor onbepaalde duur aan Anderlecht. Lonwijk zal hij ongetwijfeld overleven, maar indien hij het langer wil volhouden dan Verbeke kan Fredberg dit soort foute inschattingen best niet te vaak herhalen. Anders zouden ze wel een samen een voetnoot in de rijke geschiedenis van de recordkampioen kunnen worden.
AD