En plots is daar Anderlecht. Na een matige start leken de Brusselaars dit seizoen weer geen rol van betekenis te zullen spelen, maar dankzij de overwinning tegen Antwerp hijsen ze zich nu zowaar naast de Great Old én Club Brugge op twee punten van leider Charleroi. Met dank aan debutant Paul Mukairu, al zijn het toch vooral twee intussen relatief vertrouwde koppeltjes die Vincent Kompany en co hoop bieden voor de komende weken. Indien er dan nog gevoetbald mag worden, tenminste.
Beerschot, Standard, Zulte Waregem, AA Gent, Genk, Charleroi, KV Oostende en opnieuw Beerschot. Dat is het loodzware programma waar Anderlecht tot nieuwjaar tegenaan kijkt. De recordkampioen nam het tot dusver dan ook nog maar op tegen één topclub, met een kansloze nederlaag op het veld van Club Brugge als gevolg. Hoewel het de enige keer was dat Paars-Wit in de huidige jaargang onderuit ging, stemde het rapport van 17 op 30 omwille van die bescheiden tegenstand weinigen gerust. Per slot van rekening moest het echte werk nog beginnen, zo luidde het alom. De eerste en misschien wel moeilijkste horde, tegen wellicht dé ploeg in vorm, werd zondag dus evenwel alvast met succes genomen.
Nochtans voetbalde ook Anderlecht zich geregeld in een kansrijke positie, alleen ontbrak het vaak aan de laatste pass of beslissende actie om die te verzilveren. Opvallend genoeg ontstond het merendeel van die mogelijkheden op de tegenaanval, want zoals gezegd waren het vooral de bezoekers die het leer van voet tot voet lieten gaan in het Lotto Park. Ongetwijfeld niet wat Kompany voor ogen had toen hij daar aan zijn taak begon en nog heilig zweerde bij balbezit, hoewel dat doorgaans tot niks leidde. Dat de prille trainer die obsessie nu blijkbaar beter van zich af kan zetten, en inziet dat er tevens andere manieren zijn om resultaat te behalen, lijkt een positieve trend in zijn evolutie als coach. Op termijn moet het allemaal liefst nog dominanter, maar vandaag is die aanpak in toppers de verstandigste optie.
NOOD AAN NMECHA
Kompany gaf vooraf dan ook al aan dat Anderlecht helaas niet langer steeds het spel naar zich toe kan trekken, uitspraken die aantonen dat hij – althans naar de buitenwereld toe – reeds veel nuchterder in het vak staat. Gelukkig maar, want in de komende wedstrijden zijn de Brusselaars dus wel vaker de underdog. Snel omschakelen blijft dan de boodschap, en niet per se louter op de counter. Ook bij de opbouw achterin bleef Paars-Wit vooral in de eerste helft immers weer veel minder lang dralen dan vroeger, zonder daarom een festijn aan wilde halen naar voren te houden. Wel zocht Van Crombrugge meerdere keren rechtstreeks diepe spits Lukas Nmecha, zij het met gerichte passes in plaats van hoge ballen. De jonge Duitser haakte dan telkens slim af, met Percy Tau die op zijn beurt diepgang voorzag.
Al maakt Nmecha zelf eveneens graag vaart richting het vijandelijk doel, zowel met als zonder bal. Ook met de rug naar doel maakt de huurling van Manchester City indruk, net als met zijn looplijnen. Logisch dus dat hij na zijn komst in mum van tijd uitgroeide tot vaste titularis en zo Landry Dimata en Antoine Colassin naar het achterplan verwees, zelfs al zijn zij nets iets meer zélf gevaarlijk voor doel. Ondanks zijn vier treffers – met vorige week zijn eerste veldgoals, allebei simpele intikkers – mag het in en rond de zestien dus misschien wel net iets scherper. Desalniettemin kon Nmecha met zijn mix van kracht, snelheid en technisch vermogen tegen Antwerp wederom bekoren in de punt, waar hij toch thuishoort. Het experiment als valse flank tegen OH Leuven twee weken terug viel tenslotte heel wat minder mee.
TROUW AAN TAU
Kompany gooide het toen eens over een andere boeg in een soort 3-5-2 systeem, waar nu geen sprake van was. Het illustreert hoe hij blijft zoeken naar de juiste combinatie, met tevens wekelijkse aandacht voor de beste manier om de tegenstander te bekampen. Uiteraard had het anders kunnen lopen, maar tegen Antwerp bewees die tactische flexibiliteit zijn nut. Paars-Wit bespeelde prima de ruimtes en wist die via invaller Mukairu uiteindelijk dus ook eenmaal te benutten. Over de volle 90 minuten bekeken was de glansrol echter weggelegd voor Tau, die Verstraete alle hoeken van het veld liet zien. Letterlijk dan, want als nummer 10 dook de Zuid-Afrikaan gretig in de openingen – meermaals met een goede voortzetting. Daarnaast zette Tau zelf veel acties op, en liet hij zich af en toe zelfs gelden in de duels.
De huurling van Brighton was zo met voorsprong de meest betrokken speler bij de thuisploeg. Hoewel hij de afgelopen twee wedstrijden nog scoorde vanaf rechts, voelt Tau zich dan ook duidelijk in zijn sas in een centrale rol. Zeker wanneer hij daar de nodige vrijheid geniet. De wisselwerking met Nmecha verloopt alvast uitstekend, dus aan dat gouden duo – die sinds speeldag vijf onafgebroken samen aan de aftrap staan – zouden we helaas voor Michel Vlap toch niet meteen meer sleutelen. Ook voor Yari Verschaeren wordt het zo lastig om een plek in de as te veroveren. Hij komt daarom allicht terug op de flank terecht, ten koste van Francis Amuzu. Aan de overzijde zal het dan weer niet lang duren voor matchwinnaar Mukairu de plaats van Mustapha Bundu, zondag veruit de bleekste Brusselaar, inneemt.
MIAZGA & DELCROIX
Het offensief compartiment krijgt zo dus stilaan vorm, wat ook voor de verdediging opgaat. Centraal achterin stonden namelijk al voor de derde keer op een rij Matt Miazga en Hannes Delcroix zij aan zij. De huurling van Chelsea, na Nmecha en Tau de derde tijdelijke kracht uit de Premier League, maakte in zijn eerste optredens nochtans geen beste indruk. Toch kreeg hij van Kompany opnieuw de voorkeur op Derrick Luckassen en Ognjen Vranjes, die alweer naar de achtergrond verdween. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat daar snel veel verandering in komt, want samen met Delcroix trok Miazga knap zijn streng tegen Mbokani. Hen viel alleszins weinig te verwijten bij de kansen die Antwerp versierde. Na de soms nog wat wankele prestaties van de voorbije weken een hoopgevende en volwassen vertoning.
In de opbouw viel de complementaire tandem tenslotte evenmin op foutjes te betrappen. In theorie kan het bovendien alleen nog maar beter eens ze meer op elkaar ingespeeld raken, al lijken ze nu reeds elke match samen te groeien. Wij zien dan ook een solide stel in de laat aangetrokken Amerikaan en recent nog coronapositieve linkspoot uit Neerpede, die omringd worden door een koppel betrouwbare backs. Kemar Lawrence lijkt alvast in staat om Bogdan Mykhaylichenko het vuur aan de schenen te leggen op links, aan de overkant is het vooral duimen dat Amir Murillo fit blijft. Met achter hen Hendrik Van Crombrugge als sluitstuk, zit het met de typedefensie zo eveneens snor. Het vraagteken bij uitstek blijft op die manier dan het middenveld, waar Peter Zulj en Sambi Lokonga de zwakste schakels bleken.
WIE NAAST LOKONGA?
Die eerste zal allicht nooit de Paars-Witte harten veroveren, Lokonga was wel nog goed voor een assist maar speelde evenmin een overtuigende partij. Terwijl de puzzelstukken elders op hun plaats beginnen te vallen, blijft het duo in de as Kompany dus het meeste kopzorgen opleveren. Adrien Trebel leek even het antwoord, tot hij andermaal in de lappenmand belandde. Marco Kana beleeft dan weer een dipje, nieuwkomer Josh Cullen liet nog maar weinig zien. Een gering aantal alternatieven dus, tenzij de lagere positie van Verschaeren tegen OHL twee weken geleden – toen Lokonga geschorst was en Zulj op de bank zat – een voorbode was voor meer. Indien de youngster een centrale rol wil vervullen, liggen daar door de vorm van Tau als nummer 10 misschien de beste perspectieven. Net zoals voor Vlap overigens.
Al blijven beiden toch eerder types om hoger op het veld het verschil te maken, en is het nog maar de vraag in welke mate een van hen in een tandem met Lokonga erin zou slagen om de organisatie te bewaren. Die stond zondag, toen Van Crombrugge pas zijn tweede clean sheet mocht laten optekenen, alleszins als een huis. Ten koste van het balbezit weliswaar, maar waar René Weiler ondanks een titel om die reden nog moest opkrassen verdient Kompany lof voor zijn terughoudende aanpak. Terecht ook, want de standaarden in het Lotto Park zijn op die drie jaar tijd toch duchtig veranderd. Dat zelfs de dromerige pupil van Pep Guardiola, die vanzelfsprekend hoopt dat het ooit anders kan, inziet dat zijn elftal nood heeft aan meer stabiliteit en iets minder geldingsdrang valt alleen maar toe te juichen.
AMBITIE IN ANDERLECHT
De duizendste zege voor Anderlecht in het Belgisch profvoetbal doet zo extra veel deugd. Niet alleen zitten de Brusselaars na 11 speeldagen nog steeds vol in de race, hun trainer lijkt ook alsmaar meer stappen te zetten én stilaan de juiste ingrediënten bij elkaar te brengen om tot een geslaagd recept te komen. Misschien nog niet helemaal in lijn met de beoogde stijl van het huis, maar dat zijn zorgen voor later. De prioriteit is nu de zware periode tot nieuwjaar zonder kleerscheuren doorkomen en, ongeacht de manier waarop, daarin de nodige punten sprokkelen. Wie weet wat er dan dit seizoen nog allemaal mogelijk is. Afspraak eind december bij de ingang van de winterstop om te bekijken welke ambities dan nog als realistisch mogen worden beschouwd. Een woord dat ook Kompany nu dus eindelijk kent.