Het vertrek van Ivan Leko van KAA Gent naar Club Brugge wordt nog steeds fel besproken. Deze keer was het de beurt aan Michel Louwagie die een gesprek aanging met Franky Van Der Elst tegenover Het Nieuwsblad. Hij maakte Leko met de grond gelijk.
Club Brugge besloot Nicky Hayen de laan uit te sturen en Leko weg te plukken bij KAA Gent. De Buffalo’ zaten in zak en as want Blauw-Zwart had de Kroaat gecontacteerd achter de rug van de club. Louwagie was eerder al niet te spreken over Club Brugge en hij duidde één grote schuldige aan.
LEES OOK: Emotionele Leko verwacht verrassing bij KAA Gent
Leko afgemaaktLeko belde Louwagie persoonlijk op en de Kroaat kwam met een onthulling. “Hij heeft me dinsdag gebeld. Ik heb hem gezegd dat ik niet goed begreep dat hij zomaar kon vertrekken. Hij zei me dat hij heeft geprobeerd Club Brugge te overtuigen de overstap pas in de winterstop te maken. Dat was ook het minimum dat wij als club aan hem zouden gevraagd hebben.”
Toch was Louwagie snoeihard over Leko. “Maar niemand wist van iets. Dat heeft mij verschrikkelijk ontgoocheld. Onze ploeg is verweesd achtergebleven en dat zag je tegen Antwerp. Vergeet niet dat hij ook zijn assistent Nico Still heeft meegenomen. Plotseling was hun baas en zijn rechterhand weg. We waren onthoofd. Technisch én tactisch.”
Spelers in zak en as
Volgens Louwagie had het vertrek van Leko ook een groot effect op de spelersgroep van KAA Gent. “Je kan niet kwaad zijn op de spelers. Na de eigenaar, is de trainer de belangrijkste persoon in de club. De trainer is de man. Als die plotseling weggaat... Leko heeft zoveel spelers overtuigd om te komen. Zeven spelers in totaal. Die zijn verweesd, hé.”
Louwagie snapt dat er ook elementen zijn die hebben meegespeeld. Hij plakt 25 procent op CL-voetbal en de ambities van Club. “Die elementen mogen wat mij betreft 25 procent van de beslissing zijn. Maar wat met die overige 75 procent? De menselijke kant? De professionele relatie die je hebt opgebouwd met de voorzitter, met ons, met de spelers? Hij begon aan een project van drie jaar.”
Stephan Calander