Bij de Rode Duivels tekent zich stilaan een clash van formaat af tussen twee jonge zessen. Arthur Vermeeren is na zijn moeilijke start bij Marseille helemaal aan het opleven en zette in de 1-5 op het veld van Nice zelfs rechtstreeks zijn concurrent in de Ligue 1 in de schaduw. Aan de overkant had Charles Vanhoutte een van zijn lastigste avonden. We zoeken uit wie op dit moment écht het sterkste dossier heeft richting de WK-selectie. Eén ding is nu al duidelijk: met elke match zet Vermeeren de deur naar Noord-Amerika wat verder open – en verhoogt hij de druk op de bondscoach.
LEES OOK: 'WK-selectie Duivels: verrassende naam plots in de running'
Vermeeren duwt concurrent in de touwenIn Nice hebben we het rechtstreeks duel al gezien, op weg naar het WK wordt het er eentje op papier: Arthur Vermeeren tegen Charles Vanhoutte voor één – misschien twee – plek(ken) in de selectie van Rudi Garcia. Vermeeren komt de voorbije weken weer helemaal boven water en in de 1-5 tegen OGC Nice zette hij zelfs z’n concurrent in de Ligue 1 in de schaduw.
De 1-5 tussen Nice en Marseille ook een kleine test richting Garcia. Vermeeren maakte opnieuw indruk met zijn rust aan de bal, Vanhoutte speelde een van zijn moeilijkste wedstrijden van het seizoen; in Frankrijk kreeg hij van L’Équipe een 3 op 10. Op één match mag je geen definitieve conclusies maken, maar als bondscoach kijk je wél naar zulke onderlinge duels. Twee kandidaten voor dezelfde positie, in dezelfde competitie, recht tegen elkaar.
En precies in die match toonde Vermeeren dat hij op een hoger ritme én onder druk van een vol stadion zijn spel kan blijven opleggen, terwijl Vanhoutte in de malaise van Nice meegesleurd werd.

We schuiven de emotie even opzij en gaan dieper in op de cijfers van beide middenvelders. We vergelijken de twee spelers in dezelfde competitie, maar in heel andere context. Vermeeren zit in Marseille nog maar een paar weken écht in de ploeg. In de Ligue 1 staat hij in 7 matchen op 359 minuten (4 keer basis).
Vanhoutte heeft er bij Nice al een serieuze periode opzitten. In de Ligue 1 staat hij na 10 wedstrijden op 807 minuten, 9 keer in de basis. Maar precies daarom wordt het interessant om per 90 minuten te gaan kijken wat ze nu écht brengen.
Cijfers op tafel: regista deelt mokerslag uit
Puur bal aan de voet is het meteen duidelijk waarom Vermeeren in Marseille als regista gezien wordt. In de Ligue 1 heeft hij bijna 75 succesvolle passes per 90 minuten, met een passing-accuracy van 90,3%. Vanhoutte heeft iets meer dan 41 succesvolle passes per 90. Dat is beduidend lager volume dan Vermeeren, maar wel met meer risico in zijn spel. In de ranglijst van Ligue 1-middenvelders zit hij qua “chances created” en spelbepalende passes hoog.
Vermeeren is dus de man die het spel dicteert met korte en middellange combinaties, vaak tussen de linies en richting laatste derde – exact wat we ook zagen in zijn matchen tegen Brest en Nice. Franse media spreken over een speler “die het gezicht van OM met en zonder bal verandert” en zijn passing “perfect en altijd in de richting van het spel” noemen.
Vanhoutte is minder de metronoom, meer de speler die het spel verlegt en het tempo bewaakt. Zijn profiel bij Nice toont hem als middenvelder in de top voor balcontacten, kansen creëren en defensieve bijdragen vergeleken met andere Ligue 1-middenvelders.

Eén van de kritiekpunten op Vermeeren bij zijn eerdere clubs was dat hij fysiek en in de duels nog niet klaar zou zijn voor het absolute topniveau. De cijfers in Marseille nu tonen dat beeld toch wat genuanceerder. In de Ligue 1 noteert hij per 90’: 3,3 tackles, 5,8 balrecuperaties, 0,75 intercepties en 4,3 gewonnen duels. Dat zijn best stevige cijfers voor een 20-jarige regista in een ploeg die vaak de bal heeft.
Vanhoutte zit qua defensieve output in een andere categorie. Bij Nice haalt hij per 90’: 2,2 tackles, 4,3 balrecuperaties, 0,9 intercepties en 4,6 gewonnen duels. Vanhoutte is wel veel dominanter in de lucht, wint procentueel meer duels, maar maakt ook meer fouten en pakt meer kaarten. Dat ondersteunt het beeld van Vanhoutte als kilometervreter die constant in het gevecht zit, en van Vermeeren als een meer controlerende speler die zijn defensieve werk vooral positioneel oplost.
WK-dossier kookt: wie trekt aan het langste eind?
Wie naar de langere termijn kijkt, ziet bij Vanhoutte een ongelooflijk stabiel dossier. Titel, beker én Supercup met Union Saint-Gilloise. Dat verklaart ook waarom Rudi Garcia hem in augustus voor het eerst opriep bij de Rode Duivels, als vervanger van de geblesseerde Amadou Onana. Intussen heeft hij zijn eerste minuten gemaakt in de WK-kwalificatiecampagne.
Vermeeren heeft dan weer zijn eigen verhaal. Hij brak door bij Antwerp, maar zijn avonturen bij Atlético en Leipzig liepen problematisch. In Marseille lijkt het nu wél te klikken. Franse analisten vergelijken hem openlijk met Sergio Busquets en noemen hem “het heden én de toekomst van OM”.

De hamvraag is dus niet wie is de beste speler?, maar welk type heeft Garcia nodig richting het WK?. De bondscoach gaf eerder al aan dat hij graag een ervaren blok rond de as bouwt – het onverwachte eerherstel voor Axel Witsel is daar het beste bewijs van. In die logica is Vanhoutte een logisch verlengstuk: betrouwbaar, positioneel sterk, goed in de duels en in staat om druk op te vangen tegen fysiek sterke tegenstanders.
Maar als je naar het moderne voetbal kijkt, zie je hoe cruciaal het geworden is om een zes te hebben die onder druk de eerste lijn breekt met één pass. Daarin scoort Vermeeren hoger: zijn volume en precisie aan de bal, zijn vermogen om tussen de lijnen te spelen en tempo te veranderen, maken hem een type dat België niet in overvloed heeft.
Wat kiest Garcia?
Vandaag ligt de balans nog licht in het voordeel van Vanhoutte wat status bij de nationale ploeg betreft: hij zit al in de kern, heeft z’n debuut beet en speelt bij Nice wekelijks. Maar de trend van de voorbije weken is onmiskenbaar:
Vermeeren komt weer snel in de buurt. Zijn cijfers tonen dat hij in een topcompetitie niet alleen mee kan, maar op vlak van passing en spelverdeler-kwaliteiten zelfs een streep voor heeft op veel concurrenten. Als hij dit niveau nog een paar maanden doortrekt en OM effectief de koopoptie licht, wordt het voor Garcia bijzonder moeilijk om hem níét mee te nemen naar Noord-Amerika.

In Nice–Marseille zag je één match lang wat de ruwe statistiek nu bevestigt: Vermeeren en Vanhoutte zijn geen kopieën van elkaar, maar twee verschillende oplossingen voor hetzelfde probleem. Eén WK-selectie zal daar geen definitief oordeel over vellen. Wel zal ze tonen wat Garcia in deze fase van zijn project het belangrijkste vindt: zekerheid en ervaring, of controle en toekomstperspectief.
Olivier Plancke