RSC Anderlecht heeft in het seizoen 2021-2022 voor het eerst in jaren nog eens een positieve jaarrekening voorgelegd. De recordkampioen kon zelfs een winst van 1.3 miljoen euro boeken. Maar dat betekent niet dat de financiële malaise bij Paars-Wit nu voorbij is, integendeel.
Het feit dat RSCA de jaarrekening met winst kon afsluiten, heeft alles te maken met het akkoord dat de aandeelhouders ongeveer een jaar geleden afsloten. Toen werden heel wat schulden omgezet en werd een pak vers kapitaal in de club gepompt. Hierdoor konden de verliezen op de jaarrekening dus weggewerkt worden. Maar zo'n ingreep kan natuurlijk niet jaarlijks doorgevoerd worden. En ondertussen werd nog geen structurele oplossing gevonden voor de gemaakte verliezen, liefst 27 miljoen euro in het voorbij boekjaar. Dat belooft dus weinig goed voor de komende jaarrekeningen.
De verliezen zijn voor een overgroot deel te wijten aan de loonkosten. Deze zijn niet exponentieel afgenomen en zullen dus blijven doorwegen. Het bliksemontslag van Felice Mazzu alsook de aanstelling van een nieuwe sportieve omkadering, had uiteraard ook een prijskaartje. Daarnaast blijven de sportieve resultaten erg wisselvallig. Gezien de matige eerste seizoenshelft lijkt RSCA wederom naast de vetpotten uit de Champions League te gaan grijpen. En de wisselvallige prestaties doet de marktwaarden van de spelers ook geen goed.
TWEE OPTIES
Volgens zakenkrant De Tijd zijn er dan ook twee opties. Oftewel snoeit men zwaar in de kostenuitgaven. Maar daar zou men niet bepaald om staan springen. Integendeel: men vreest in dat geval zelfs voor een noodscenario. Lagere salarissen hebben namelijk een negatieve invloed op de kwaliteiten van de spelerskern en dat zou voor nog slechtere resultaten kunnen zorgen. De tweede optie is dan weer om de inkomsten gevoelig op te krikken. Dat is echter ook niet relevant.
In deze financieel moeilijke tijden staan grote sponsors immers niet te springen om risico's te nemen. De concurrentie voor de Champions League-tickets is dan weer erg groot. Forse winsten boeken op de transfermarkt zou ook kunnen helpen, maar het kapitaal dat de selectie vertegenwoordigt wordt steeds kleiner. Het bestuur staat dus opnieuw voor een enorme uitdaging.