18 coaches na de eeuwwisseling, negen stuks sinds Dimitri de Condé het roer in handen nam. De voorbije jaren bleek Genk meer dan eens een trainerskerkhof, met John van den Brom als meest recente slachtoffer. Geen wonder dat de Limburgers en co koste wat het kost komaf willen maken met die kwalijke traditie. Al is het nog maar de vraag of kersvers T1 Bernd Storck dan wel weer de juiste keuze is.
Het ontslag van Van den Brom viel De Condé bijzonder zwaar. Niet alleen had de Head of Football een goede klik met de Nederlander, ook de wens om de voortdurende trainerscarrousel in de Cegeka Arena een halt toe te roepen was een van de redenen om hem lange tijd de hand boven het hoofd te houden. Desalniettemin werd een zoveelste crisis Van den Brom alsnog fataal. Als opvolger koos Genk even snel als verrassend voor Bernd Storck, en besloot het assistent Glen Riddersholm dan toch maar nog wat langer in de wachtkamer te plaatsen. De 58-jarige Duitser moet de Limburgers nu zo snel mogelijk uit het dal zien te loodsen.
GEEN PRIMEUR
Een typische stijlbreuk, want anders dan Van den Brom laat Storck zijn gezag gelden. De focus ligt op discipline en duidelijke afspraken, codewoorden in zijn boekje. De charismatische coach duldt in-, maar geen tegenspraak. Een schril contrast met de aanpak van zijn voorganger, al weet Storck net zo goed een kleedkamer te begeesteren. Op die manier beleefde hij eerder twee gesmaakte passages in ons land bij Moeskroen en Cercle Brugge. Beiden leken af te stevenen op degradatie, tot Storck hen tegen alle verwachtingen in alsnog naar veiliger oorden wist te leiden. Dat hij nu bij Genk belandt, dat hem net als Standard en tal van andere Belgische clubs in het verleden reeds meermaals aan de mouw trok, is dan ook geen toeval. Storck kent de competitie, en verdiende er al zijn strepen als crisismanager.
Vooral bij Cercle bewees hij een elftal in nood nieuw leven in te kunnen blazen, al speelde de strijd zich er toen net als op Le Canonnier wel onderin af. Nu mag hij zijn huzarenstukje voor het eerst bij een topclub proberen te flikken, waar de verwachtingen en druk nog hoger zijn. De vicekampioen rekent erop dat de koele kikker opgewassen is voor die taak. Nochtans wisten pakweg Hein Vanhaezebrouck, Peter Maes en Felice Mazzu hun eerste kansen hogerop niet te grijpen in de Cegeka Arena. Lang geen primeur dus voor Genk, waar ook Wouter Vrancken en Marc Brys op de lijst stonden, om een trainer die het goed doet bij mindere goden een stap omhoog te gunnen. Helaas vaker zonder dan met succes, al gaf Philippe Clement – halfweg weggeplukt bij Waasland-Beveren – dan weer het goede voorbeeld.
KORTE TERMIJN
De Condé kruist alvast de vingers dat Storck in diens voetsporen treedt, en ondanks zijn gebrek aan ervaring bij een ploeg met ambities het tij kan keren. De tijd dringt, met donderdag al een cruciaal duel tegen Rapid Wenen. Ook in de competitie moet de uittredend bekerwinnaar alle zeilen bijzetten. Met de aanstelling van Storck hoopt Genk dan ook op korte termijn de talrijke problemen het hoofd te bieden. "Storck weet als coach snel zijn stempel op een elftal te drukken, en staat voor herkenbaar, dynamisch voetbal", klinkt het op de clubwebsite, waarden die passen bij de huisstijl. Net als Van den Brom pleit Storck voor verzorgd en verticaal aanvalsspel, zij het dan met duidelijkere patronen én toch iets meer aandacht voor de organisatie. Vooral in defensief opzicht moet hij vlug antwoorden vinden.
Op verschillende vlakken lijkt het huwelijk tussen Genk en Storck, die met het aanwezig materiaal beter moet kunnen doen, op het eerste gezicht alleszins een goede match. Of de Limburgers nu ook eindelijk voor een langere periode gebeiteld zitten in de dug-out, blijft daarentegen een ander paar mouwen. Niet alleen is het nog steeds de vraag wat de verdere plannen met Riddersholm zijn, zelf is de nieuwe trainer – vastgelegd voor onbepaalde duur – ook een notoir jobhopper. Een reputatie die hij zowel bij Moeskroen als Cercle eer aandeed door na enkele maanden weer te vertrekken. Doorheen zijn carrière bleef de voormalig (bonds)coach van ook nog onder andere Kazachstan, Hongarije, en DAC, tevens werkzaam als assistent, jeugdcoach en sportief directeur, nergens langer dan twee seizoenen op post.
COACHES VAN DE CONDÉ
Sinds zijn afscheid bij die laatste, de Slowaakse werkgever van Didier Lamkel Zé, zat hij al ruim een halfjaar zonder club. Storck stond dan ook te popelen om bij Genk, dat dit keer dus geen afkoopsom betaalt, aan de slag te gaan. Én week daarvoor zelfs af van zijn principe om zijn eigen entourage mee te brengen. Op sociale media werd het nieuws aanvankelijk vooral op veel verbazing onthaald. Daarnaast klonken er wisselende geluiden vanuit de aanhang, al lijkt het merendeel wel bereid om de nieuwe T1 een kans te gunnen. Anderen wijzen dan weer op het buitensporig trainersverloop van de afgelopen jaren. Sinds de eeuwwisseling passeerden in de Cegeka Arena al maar liefst 17 T1's de revue, de interim periodes van Pierre Denier, Ronny Van Geneugden en Domenico Olivieri niet meegerekend.
Zelf zit De Condé sinds hij in 2015 het roer overnam alweer aan zijn negende trainer, al valt dat ondanks de nodige kritiek aan zijn adres niet altijd louter aan de sportieve baas te wijten. Alex McLeish was een erfenis van het vorige bestuur, Maes en Albert Stuivenberg inderdaad miscasts. Net zoals Mazzu en Hannes Wolf. Clement was dan weer een voltreffer, en ook Jess Thorup leek op de goede weg alvorens als een dief in de nacht te vertrekken. In de ogen van De Condé, die hoog oploopt met Van den Brom, behoort de Nederlander eveneens tot die laatste categorie. Zijn eindbalans oogt matig, een gevolg van de vele ups en downs. Onder zijn bewind scheerde Genk echter tevens hoge toppen, met bekerwinst en ei zo na zelfs de dubbel. Een parcours dat doet denken aan dat van Ricardo Sa Pinto bij Standard.
UTOPIE
Genoeg voor De Condé om Van den Brom een held te noemen, misschien net wat overdreven. Toch verdient hij wel degelijk een plekje in de geschiedenisboeken, en kunnen we bezwaarlijk stellen dat de Head of Football de bal hier volledig missloeg. Geen wonder dat hij zijn coach niet zomaar op kant wou schuiven, ook om zelf geen gezichtsverlies te lijden. Nu legt De Condé zijn eieren in de mand van Storck. Op zich geen slecht idee, al valt het dus ten sterkste te betwijfelen of hij voor de verzochte stabiliteit op de bank zorgt. Een bedenking die we ons trouwens ook bij Van den Brom zijn intrede maakten. In die zin vrezen we dat Genk toch weer in dezelfde valkuil trapt. Tenzij het natuurlijk de bedoeling is dat Riddersholm volgend jaar de teugels overneemt, en hij dan de man van de lange termijn moet worden.
Zo niet, lijkt het – gelet op zijn eigen beperkte houdbaarheidsdatum én de korte levensduur van trainers in de Cegeka Arena – een utopie om te denken dat Storck daar nu jarenlang de lijnen zal uitzetten. En dreigt Genk, alle goede intenties ten spijt, dus in hetzelfde bedje ziek te blijven. Voorlopig zal dat Peter Croonen en co evenwel worst wezen. Zij hopen vooral dat hun nieuwe reddingsboei de bakens meteen weet te verzetten, en de machine snel weer aan de praat krijgt. De perceptie is anders, maar bij zijn laatste vijf trainerskeuzes schoot De Condé driemaal (deels) raak. Duimen dat ook Storck een schot in de roos blijkt. Desnoods andermaal voor de korte termijn, waarna de zoektocht volgende zomer opnieuw kan herbeginnen. De resultaten zullen uitwijzen of Genk het dan wederom over een andere boeg gooit. Of hoe het toch op twee gedachten hinken blijft.