Alsof de economische kater door de coronacrisis nog niet groot genoeg was, moet het Belgisch voetbal een flinke som aan de fiscus betalen. Daarmee is de kous echter nog niet af, want ook in het dossier omtrent financiële fraude volgt weldra een uitspraak. Bovendien hangt een aantal clubs nog een stevig zwaard van Damocles boven het hoofd.
Zo geraakte eind vorig jaar bekend dat Genk in het vizier van de fiscus ligt. Die stelt zich namelijk vragen bij het vzw-statuut van de Limburgers, die daardoor minder belastingen betalen, en diende een vordering in van bijna 17 miljoen aan vennootschapsbelasting voor de aanslagjaren 2016 en 2017. In een grondige doorlichting van alle eersteklassers herinnert Het Nieuwsblad nog eens dat die rekening dankzij het goede werk op de transfermarkt van de voorbije jaren zelfs nog fiks kan oplopen. De vicekampioen tekende wel bezwaar aan en maakt zich op voor een lange juridische strijd.
In hetzelfde artikel wordt ook de situatie van AA Gent opnieuw aan de kaak gesteld. Net zoals Genk betalen de Buffalo's dankzij hun organisatorisch statuut enkel een rechtspersonenbelasting, die veel lager ligt dan de vennootschapsbelasting. Hoewel er hier nog geen sprake is van een officiële claim vanwege de fiscus, lijkt het volgens de krant dan ook slechts een kwestie van tijd vooraleer men in de Ghelamco Arena evenzeer een naheffing in de bus krijgt. Gelet op de 30 miljoen die Jonathan David alleen in het laatje bracht, kan het ook hier dan om ettelijke miljoenen gaan.