RSC
Anderlecht en Standard hebben er de afgelopen jaren een potje van gemaakt. Twee grote clubs die na wanbeleid zichzelf financieel in de nesten werden. Toch is er ook positief nieuws: de jeugd.
Anderlecht heeft al vijftien jaar een goede doorstroming, maar de laatste jaren onder het bewind van Herman Van Holsbeeck waren woelig voor de jeugd. Heel wat talenten moesten wijken voor spelers die er via bepaalde makelaars kwamen. De laatste jaren krijgen een aantal spelers veel kansen. Dat begon onder Hein Vanhaezebrouck en Vincent Kompany gaat daarin nog verder.
Ook talenten à la Deschacht
Sebastiaan Bornauw, Alexis Saelemaekers en Jérémy Doku leverden het afgelopen anderhalf jaar al 42 miljoen euro op en dat bedrag gaat nog oplopen. Door tal van verkeerde aankopen is Anderlecht financieel zwaar in de problemen gekomen, maar de jeugd brengt redding. Met Sambi Lokonga, Hannes Delcroix en Yari Verschaeren staan er nog altijd drie in de basis, Francis Amuzu klopt op de deur. Anouar Ait El Hadj, Marco Kana, Killian Sardella en Antoine Colassin kregen ook al kansen, maar kennen een dipje. Zij zullen wellicht nog kansen krijgen en op de achtergrond kloppen al een aantal spelers op de deur van de eerste ploeg.
De jeugd toont dat zij zeker niet slechter zijn dan de vaak tweederangsbuitenlanders die werden gehaald. Niet elk talent is van het niveau van Doku, maar
RSCA kan met zijn jeugd ook voor stabiliteit zorgen in de kern. Sommige jongens kunnen uitgroeien tot spelers die zoals pakweg Olivier Deschacht jarenlang een belangrijke rol kunnen spelen.
Montanier doet wat Preud'homme te weinig deed
Bij Standard was ‘the sky the limit’ toen Michel Preud’homme er nog de grote sportieve baas was. Vorig jaar werd meer dan 30 miljoen euro uitgegeven aan
transfers, maar dure jongens als Obbi Oulare, Felipe Avenatti & co bewezen dat zij geen meerwaarde zijn.
Philippe Montanier krijgt kritiek, maar geeft de eigen jeugd wél kansen. De Academie heeft aan talent geen gebrek, maar zij werden jarenlang onbegrijpelijk genegeerd.
Arnaud Bodart, Zinho Vanheusden, Nicolas Raskin en Michel-Angel Balikwisha bewijzen dat Belgische topclubs vaker in de eigen groententuin moeten kijken. Zij zijn zelfs de sterkhouders van het team. Met Damjan Pavlovic en Hugo Siquet kloppen er nog een aantal talenten op de deur.
Conclusie: Het valt te hopen dat ze in Brussel en Luik deze doorstroming aanhouden en niet weer de markt opgaan eens het financiële luik in orde is. Het is een fout die bij een aantal Belgische clubs al eerder werd gemaakt. In ‘Youth We Trust’ zou in een voetballand als België altijd de prioriteit moeten zijn.
CR