Johan Boskamp keerde in 1996 terug naar Anderlecht om er voor een tweede keer aan de slag te gaan als trainer. Hij maakte hetzelfde mee als Hein Vanhaezebrouck.
Het waren toen donkere jaren voor Anderlecht, de donkerste uit de clubgeschiedenis. "In 1996, toen ik mijn laatste jaar inging, nam Roger het voorzitterschap over van zijn vader. Wat toen gebeurde, kan je vergelijken met nu: je had een overname en financieel ging het helemaal niet goed. De gevolgen van het Bosman-arrest - waardoor spelers aan het einde van hun contract vrij konden vertrekken - waren verkeerd ingeschat en plots was er die storm rond de affaire Nottingham Forest van dik tien jaar eerder. Roger Vanden Stock had daar allemaal niks mee te maken, maar het waren wel de omstandigheden waarin hij eraan moest beginnen. Er was veel geld gegaan naar Elst en Van Aeken, twee afpersers die de oude baas hadden gechanteerd in die affaire met Nottingham", zegt hij aan Het Laatste Nieuws.
"Ik had Nilis, Degryse, Albert, De Wilde, Crasson en Bosman gehad in de jaren dat we kampioen werden met Anderlecht, maar één voor één gingen die weg. En ik moest het doen met jonge ventjes, want er was geen geld voor andere spelers. Ik had met De Bilde nog wel een goeie spits, maar in
de winter moesten we die naar PSV laten gaan omdat hij langdurig geschorst was nadat hij Krist Porte een knal voor zijn kop had gegeven. Ik was één van mijn beste spelers kwijt, zoals ze nu ook Hanni verloren. Er zijn echt wel veel vergelijkingspunten met toen en nu."