Terwijl de Rode Duivels punten lieten liggen in Kazachstan, is er één man die wél ontplofte: Hans Vanaken. Twee uur voor de aftrap kreeg hij plots de kapiteinsband, en op het veld zette hij die nieuwe status kracht bij met zijn spel én een typische Vanaken-goal. Net omdat hij als bijna enige echt leverde, voelde zijn avond aan als een schokkend signaal richting bondscoach Rudi García: het probleem is niet Vanaken, maar het plan rond hem. Hoe die ene aanvoerdersband de hiërarchie bij de Duivels verschuift – en waarom dat García nu extra onder vuur zet – lees je hier.
LEES OOK: Vandenbempt looft 3 Duivels: "Kan hij nog uit de ploeg?"
Vanaken grijpt de macht: kapiteinsband doet alles kantelenTwee uur voor de aftrap lag de aanvoerdersband plots klaar. Hans Vanaken maakte er geen groot toneel van, geen grote woorden. Maar voor iemand die jarenlang vaker naast de selectie viel dan hem haalde, was dit geen detail. Dit was het moment waarop de man van Club Brugge eindelijk ook bij de Rode Duivels écht het gezicht van de ploeg werd.
De aanvoerdersband was de voorbije jaren een soort soap geworden. Thibaut Courtois vs. Domenico Tedesco, Kevin De Bruyne, Romelu Lukaku, Youri Tielemans… iedereen heeft hem al eens rond zijn arm gedragen. Rudi Garcia gooide in september nog een verrassing in de lucht door Tielemans tot nieuwe vaste kapitein te bombarderen.

In Astana leek het logische vervolg: Onana, Castagne, Witsel – of desnoods nog eens Trossard. Uiteindelijk viel de beslissing bij iemand die jarenlang niet eens als volwaardige Rode Duivel werd beschouwd. Hans Vanaken, 33, van Club Brugge.
Onder Roberto Martinez ging Vanaken altijd braaf mee, met af en toe een invalbeurt, maar nooit onmisbaar. Onder Tedesco was het veel killer: tegen Israël werd een noodoplossing als Arne Engels op de tien gezet. Vanaken zat thuis. Tedesco geloofde niet in hem.
García in nauwe schoentjes: één man legt de zwakte bloot
Een jaar later is de toon volledig anders. In de aanloop naar Kazachstan wezen analisten als Marc Degryse en Thomas Buffel er bijna wanhopig op: als je zónder De Bruyne speelt, moet de ploeg naar Vanaken kijken. Hij is de patron bij Club Brugge, hij speelt al jaren op Europees niveau, hij kan in de box komen, deviëren, scoren, het spel vertragen én versnellen.
Het is veelzeggend dat net dit dossier één van de weinige dingen is die Rudi Garcia wél goed heeft aangepakt het voorbije jaar. Hij en Vincent Mannaert hebben Vanaken weer in ere hersteld. Weg van het etiket “te traag”, “te Belgisch”, “te Club”. Teruggebracht tot wat hij in werkelijkheid is: een intelligente middenvelder met vista, met een lichaam dat zelden kapot gaat en een hoofd dat zelden in paniek schiet.

En dan komt die match tegen Kazachstan. De avond die het WK-ticket had moeten opleveren, maar in de boeken gaat als een 1-1 tegen de nummer 115 van de wereld. Nog maar eens een teleurstellende prestatie in een kwalificatiecampagne die zelden écht heeft overtuigd. De verdediging wankelt, de automatismen ver te zoeken, en het gevoel van “jojo-voetbal” onder Garcia raakt maar niet weg.
Maar precies in die chaos deed één man exact wat vooraf van hem gevraagd werd. Vanaken speelde zoals hij bij Club speelt. Hij vroeg de bal, dicteerde het tempo, foeterde op de scheids, stuurde Doku de ruimte in, dook op waar het pijn deed. En dan die typische Vanaken-goal: slimme infiltratie aan de tweede paal, één seconde later dan de rest in de zestien verschijnen en onhoudbaar binnenkoppen.
Vanaken explodeert echt: zijn avond laat geen excuses meer toe
“Als er één speler niets te verwijten valt, is het Vanaken”, viel er de dag nadien te lezen in de pers. Hij deed exact wat een kapitein hoort te doen: de bal opeisen, beslissend zijn, het voorbeeld geven. En dan kwam Hein Vanhaezebrouck, nooit te beroerd om zijn mening in het debat te gooien. Volgens hem hoeft Vanaken qua passing, présence en aanwezigheid in de box zelfs niet onder te doen voor De Bruyne.
Dat is natuurlijk scherp geformuleerd, misschien zelfs een tikje overdreven, maar het legt wel een gevoel bloot dat breder leeft: de kloof tussen hoe we over Vanaken praten én hoe hij effectief presteert, is al jaren te groot. Niemand gaat beweren dat Kevin De Bruyne plots overbodig is. KDB is wereldtop, en blijft dat zolang zijn hamstring meewil. Maar wat Astana wél heeft bewezen: België kan ophouden met doen alsof er zonder hem geen enkel alternatief bestaat.

Wanneer Vanaken die rol op zijn manier invult, is het nationale elftal niet verplicht om in elkaar te stuiken. Hij is geen kopie van De Bruyne, maar dat hoeft ook niet. Hij leest ruimtes anders, loopt meer vóór dan achter de bal, creëert rust waar anderen chaos zien.
De bom tikt verder: García kan niet langer om Vanaken heen
Van vergeten man onder Martinez en Tedesco naar iemand die stilaan incontournable wordt voor Garcia. Dat maakt van zijn avond in Kazachstan bijna een kleine, persoonlijke overwinning. En dus is de vraag richting WK 2026 niet langer: Is Vanaken goed genoeg voor de Rode Duivels? Die vraag is beantwoord, al lang.

De échte vraag is: durft België eindelijk ophouden met hem als noodoplossing te behandelen? Durft Garcia hem niet alleen in Astana, maar ook in Los Angeles of Dallas tot draaischijf te benoemen, zelfs wanneer Kevin De Bruyne fit is? Durven we eindelijk accepteren dat er naast de ‘Grote Drie” ook plaats moet zijn voor een man die al tien jaar gewoon elke week top presteert?
Olivier Plancke