De 18-jarige Mihajlo Cvetković groeit in snelvaart uit tot Anderlechts belangrijkste spelers. Met 3 goals in 294 minuten — 0,92 per 90 — én belangrijk werk zonder bal in topmatchen, laat hij cijfers én ogen spreken. Zet die efficiëntie naast leeftijdsgenoten in JPL en Europa en je krijgt precies het profiel waar buitenlandse scouts op azen. In een markt waar tieners met rendement richting dubbele cijfers gaan, lijkt een monsterbod plots geen grootspraak meer. Hoe hoog legt RSCA de lat straks?
LEES OOK: 'Renard haalt gram: woekerwinst wenkt voor Anderlecht'
Raketcijfers van een 18-jarigeIn de voorbije weken pakte Mihajlo Cvetkovic niet alleen minuten, hij domineerde ook het gesprek. Anderlecht haalde vorige zomer hem met geduld binnen, parkeerde hem even bij de Futures en gaf hem daarna de kans om in het Lotto Park te ontploffen.
Tegen Standard besliste hij de Clasico, in Sint-Truiden prikte hij opnieuw, en tegen Club Brugge werkte hij zich kapot voor het team. De 18-jarige Serviër lijkt geen hype op sokken meer te zijn, dit is een nummer 9 die een ploeg beter maakt — óók zonder bal.

Dat is niet alleen buikgevoel. In de competitie zit Cvetković aan 3 goals in amper 294 speelminuten: 0,92 doelpunten per 90, op 8 schoten — dat is klinisch én consistent. Binnen Anderlecht staat hij daarmee bovenaan in goals/90.
Tel je de Futures mee, dan staat de teller dit seizoen op 6 goals in 654 minuten. Het staal blijft klein, maar de productiviteit per minuut is die van een volwaardige aanvalsleider.
Leeftijdsgenoten voorbij: efficiëntie die het prijskaartje opdrijft
Zet die cijfers naast zijn leeftijdsgenoten in de Jupiler Pro League en het perspectief wordt nóg interessanter. Bij Club Brugge komt Nicolò Tresoldi in de JPL aan 4 goals in 853 minuten (0,42/90), Romeo Vermant aan 2 in 552 minuten (0,33/90).
Tresoldi scoorde dan weer twee keer in de Champions League in 297 minuten, wat zijn internationale profiel kleurt — maar in pure efficiëntie in de Belgische competitie springt Cvetković vandaag hoger.

Ook buiten onze landsgrenzen: Endrick — hét tiener-uithangbord — sukkelt voorlopig met minuten bij Real Madrid (LaLiga 2025/26: 1 basisplaats, 11 invalbeurten, 0 goals), Marc Guiu (Chelsea) werd zelfs vervroegd teruggehaald uit zijn huur bij Sunderland, en wonderkind Francesco Camarda telt bij Lecce 1 goal in 346 minuten.
Van Mitrović tot Ilenikhena: benchmarks richting dubbele cijfers
De spitsenmarkt kent haar ijkpunten. Aleksandar Mitrović vertrok in 2015 als twintiger voor ongeveer €18–19 miljoen uit het Lotto Park. George Ilenikhena, nóg jonger, verkaste in 2024 voor een pakket rond de €18,75–20 miljoen van Antwerp naar AS Monaco.
In dat licht is een bod met dubbele cijfers vóór de komma voor Cvetković plots geen grootspraak meer — zéker niet als zijn minuten en ratio’s dit ritme aanhouden. Wat hem nóg onderscheidt, zie je ook zonder zijn statistieken.

Hein Vanhaezebrouck vatte het raak nadat Anderlecht Club Brugge klopte: Cvetković “won veel duels, dwong veel fouten af” en zat “voor een manneke van 18 jaar” volledig in de match. Alexandre Teklak (La Dernière Heure) legde de vinger op zijn pressing en diepgang: zodra RSCA de bal recupereerde, “stormde hij naar voren, rekte hij de verdediging uit en creëerde hij ruimte tussen de linies”.
Marc Degryse noteerde “mobiel, snel, goeie voetjes” en noemde hem als échte 9 meteen een meerwaarde. En in Le Soir klonk het dat hij “speelde alsof hij 28 was”, met Mechele en Ordóñez die “nog nooit zo grondig op de proef gesteld” waren dit seizoen.
Bayern-droom als hefboom: hoe hoog durft Anderlecht te gaan?
Cvetković zelf denkt ook groter — zonder zichzelf te verliezen. “Mijn favoriete ploeg in Duitsland is Bayern München en ik droom ervan om ooit in de Bundesliga te voetballen… Wie weet kijkt Kompany dan af en toe naar mij,” zei hij vorige week in Het Nieuwsblad.

Cvetković lijkt geen hype van het moment maar een spits met volwassen looplijnen, herhaalbare kansen en een motor die topclubs herkennen. Het klopt wel met hoe de markt vandaag naar tieners kijkt die nú leveren. Blijft hij minuten stapelen en rendeert hij door de winter, dan is de vraag geen ‘of’ meer, maar ‘wanneer’ — en hoe hoog Anderlecht de lat durft te leggen.
Olivier Plancke