Olivier Plancke
Napoli-sportdirecteur Giovanni Manna schuift een bizarre shortlist naar voren als opvolger van Kevin De Bruyne, met namen gaande van bankzitters bij Real Madrid tot groeibriljanten uit Duitsland, Italië en Nederland.
LEES OOK: Garcia geeft belangrijke update over Lukaku en De Bruyne
Conte in paniekmodus: eerste namen voor De Bruyne-planKevin De Bruyne revalideert in Antwerpen van een zware hamstringoperatie. De operatie verliep perfect, maar de prognose blijft hard: maanden out, mogelijk tot de laatste weken van de vakantie. Voor Napoli kon de timing amper slechter zijn. De ploeg van Antonio Conte staat op twee punten van de eerste plaats in de Serie A en moet tegelijk de Champions League overleven, terwijl ook André-Frank Zambo Anguissa straks naar de Afrika Cup trekt.
In één klap dreigt Conte zijn spelmaker én zijn kilometervreter te verliezen. Geen wonder dat sportdirecteur Giovanni Manna publiek toegeeft dat de club rondkijkt naar een oplossing voor De Bruyne. Intussen duiken de eerste namen al op. Vanuit Spanje worden Dani Ceballos en Brahim Díaz genoemd, twee spelers die bij Real onder Xabi Alonso niet onomstreden zijn en in januari via een huurbeurt mogen vertrekken.
Maar daar stopt het niet: Kobbie Mainoo krijgt bij Manchester United amper nog speelminuten en kijkt volgens meerdere berichten steeds nadrukkelijker naar een vertrek in januari, met Napoli als zijn voorkeursbestemming. In Italië is te horen dat Conte al in de zomer gecharmeerd was en hem nu als ideale tussenschakel ziet: jong, multifunctioneel, technisch sterk genoeg om naast De Bruyne te spelen als die terug is, maar ook iemand die in de tussentijd zelf het elftal kan dragen.
Van Paquetá tot Timber
Ook Lucas Paquetá, Leon Goretzka en Alan Varela staan op de lijst van de Napolitanen. Paquetá (West Ham) als flamboyante nummer tien die meteen het gat in creativiteit dicht; Goretzka (Bayern München) als fysiek beest én leiderstype dat de kleedkamer een extra ruggengraat geeft; Varela (FC Porto) als moderne balveroverende zes die Scott McTominay ontlast en de boel achter hem dicht houdt. Deze namen voeden het gevoel dat Napoli in elk segment van de markt aan het scannen is.
En dan zijn er nog de meer gerichte geruchten. In Rome wordt geschreven over Lorenzo Pellegrini, wiens contract bij AS Roma richting einde loopt. Napoli zou zijn situatie nauwgezet monitoren en hem zien als ervaren alternatief naast of in de plaats van De Bruyne, zeker nu Roma-coach Gian Piero Gasperini hem gerehabiliteerd heeft.
In Duitsland wordt Freiburg-talent Johan Manzambi expliciet genoemd als mogelijke De Bruyne-back-up: jong, groot loopvermogen, dynamiek, en vooral: haalbaar in vergelijking met de absolute topspelers. Daarbovenop duiken in Nederland verhalen op over Quinten Timber bij Feyenoord, die met een aflopend contract een opportuniteit kan zijn.
Ook namen als Arthur Atta en Morten Frendrup vinden we terug. Atta – een jonge middenvelder die bij Udinese wordt gezien als ongepolijste, maar interessante kilometervreter– en Frendrup, de motor op het middenveld van Genoa, zijn typische “Conte-profielen”: energie, agressie in de duels, veel kilometers, simpel maar zuiver in de passing.
Bizarre mix, duidelijke lijn: zo wil Napoli De Bruyne opvangen
Zet je al die namen naast elkaar, en je ziet uiteenlopende profielen. Jeugdige groeibriljanten (Mainoo, Manzambi, Atta en Frendrup), ervaren metronomen (Ceballos, Pellegrini), creatieve luxeprofielen (Paquetá), fysieke box-to-box (Goretzka), en een defensieve zes (Varela). Er circuleert een waslijst aan profielen, maar er is wel een rode draad: Napoli zoekt geen spektakel om de fans te sussen, ze zoeken combinaties waarmee Conte tactisch kan overleven tot zijn dirigent terug is.
Dat is ook de kern van de boodschap die voetbaldirecteur Manna onlangs mee gaf: de strategie blijft om de kern als geheel te verbeteren, niet om bij elke tegenslag een nieuwe sterspeler te kopen. In dat licht is een huurdeal voor Ceballos of Díaz heel wat logischer dan een transfer van 60 miljoen voor Paquetá in januari.
