Dévy Rigaux staat op de drempel van een deal die écht zijn naam zal maken: één dossier overschaduwt alle vorige verkoopverhalen. Achter de schermen hengelt de Premier League en valt steeds vaker het magische bedrag van €40 miljoen. Voor Club Brugge is dat niet zomaar een prijs, maar een strategische grens die reputatie en onderhandelingsmacht verlegt. Hoe dicht zit Rigaux bij dé transfer van z’n leven, en gebeurt het al in januari?
LEES OOK: 'Gevolgen na Barça-stunt: dubbele winterbom bij Club'
Van Buchanan tot Ordóñez: schaalvergroting in één dossierDévy Rigaux drukt al twee jaar zijn eigen stempel bij Club Brugge: jong scouten en aankopen, snel ontwikkelen en goed coachen, daarna duur verkopen op de transfermarkt. Maar nu hangt er een dossier boven de markt dat groter is dan Buchanan, De Ketelaere, Jashari, Talbi of Lang.
Ook Joël Ordóñez past naadloos in die methode, alleen is de schaal nu anders. De 21-jarige Ecuadoraan is van ruwe belofte naar verdediger met internationale marktwaarde geëvolueerd. Engelse bronnen plaatsen Liverpool, Newcastle en Aston Villa als geïnteresseerden, en vooral: de transferprijs die circuleert is €40 miljoen.

Ordóñez kan richting de Premier League voor een bedrag dat Club Brugge nog nooit incasseerde. Lukt dit in januari, of in de komende zomer, dan zet Rigaux zichzelf wél officieel naast de grote Europese dealmakers. Hoe dicht zit hij bij zijn échte statement-transfer?
Waarom de grens van €40 miljoen alles verandert
Voor Club Brugge is die veertig miljoen meer dan een prijskaartje: het is een strategische drempel die drie dingen tegelijk vastklikt. Eén: het legt een precedent. Club verkochteerder al groot. Charles De Ketelaere ging in 2022 voor ongeveer €35 miljoen naar AC Milan. Igor Thiago leverde in 2024 om en bij de €33 miljoen op bij Brentford.
Maar wie de 40 aantikt, kruipt in de zone van grote verkoopmachines die de markt vormen: het soort bedrag dat de volgende transfers automatisch omhoog duwt. Bij de verkoop van Ardon Jashari naar AC Milan lag de lat ook op veertig, maar de realiteit lag eronder toen de Italianen toesloegen (€36 miljoen).

Dat het uiteindelijk minder dan 40 werd, verandert niets aan de ambitie die Club toen neerzette. De boodschap bleef – Club wil op topniveau verkopen en niet op opportunisme. Net daarom voelt Ordóñez als meer dan een gewone uitgaande transfer: het is de kans om die grens wél te raken en de geloofwaardigheid van het prijsniveau te verzegelen.
Drie: de Marseille-soap van de voorbije zomer heeft Brugge scherper gemaakt. Er was contrete interesse, en er waren biedingen in omloop uit Frankrijk, maar Club hield de deur dicht omdat de betalingsgaranties niet voldeden aan de eisen. Dat Ordóñez kort nadien verlengde tot 2029, herstelde de rust en gaf Brugge nog meer macht aan de onderhandelingstafel.
De Marseille-les: Brugge onderhandelt nu op eigen voorwaarden
Tussen de regels door zie je ook het Brugse onderhandelingsspel. Club verkoopt niet om te verkopen, maar pas wanneer het totaalplaatje klopt: sportief, financieel en strategisch met het oog op reputatie in Europa.
Voor Rigaux zou een transfer van €40 miljoen naar de Premier League zijn reputatie stevig veranderen. Eén recorddeal, een eerste keer de grens van €40 miljoen halen, maakt geen beleid, maar bekrachtigt het. En concurrenten weten: met Club onderhandel je op topvoorwaarden, of je onderhandelt niet.

Precies daarom voelt dit dossier zwaarder dan Jashari: daar bleef de veertig symbolisch; hier kan hij reëel worden. Als het lukt, herschrijft Club zijn verkooprecord en schuift Rigaux met één beweging op naar één van de (sub)toppers onder sportief directeuren in Europa.
Olivier Plancke