Anderlecht staat in pure shock: onder Besnik Hasi is de knop naar intensiteit en agressiviteit gedraaid en dat voel je in elke minuut. De pressing gaat omhoog terwijl het balbezit zakt. Maar de tol is zwaar: fouten nemen +48% toe, gele kaarten omhoog en rood maal tien — veel meer tackles, minder efficiëntie. Waar ligt de échte breuklijn met het paars-witte DNA, en welke twee details zetten het rempedaal op dit plan?
LEES OOK: Harde boodschap voor Hasi: “Zelfs die coach was beter”
Shoktherapie: minder bal, meer pressingAnderlecht staat onder stoom. Besnik Hasi heeft het gaspedaal gevonden en houdt het plankgas. Training als matchen, wedstrijden als gevechten. Anderlecht speelt sneller en jaagt hoger. Dat voel je in elk duel. Wat de cijfers tonen, is geen nuance: het is shocktherapie.
Pressing eerst. De PPDA zakt van 10,91 naar 9,54 (–12,5%). Dat is fors. Je ziet het ook in het tempo (+2,5%). En in hoe RSCA aanvalt: gemiddeld aantal passes per balbezit gaat omlaag (–10%, zesde in België), lange passes 25,6 % omhoog. De bal moet vooruit. Anderlecht is niet meer de ploeg van passing, maar meer van meters maken en de bal snel recupereren.
De bal hebben ze zelf minder: balbezit daalt van 56,37% naar 51,08% (–9,4%). Geen ramp, zolang de momenten goed gekozen zijn. Alleen: gemiddelde schotafstand is verder. Dat is een klassiek effect van voetbal in de omschakeling: je komt rapper aan het schot, maar niet dichter bij doel. De schotkwaliteit betaalt mee de rekening.
Véél meer kaarten en tackles
Defensief valt er ook iets op te steken. Defensieve duels per match knallen omhoog (+21,2%) én de efficiëntie stijgt (+7,1%). Als blok werkt het. Hoge recuperaties zijn het visitekaartje van Hasi (+21,6%), vooral hoog op het veld. De pressing is geen praatje; ze levert ballen op waar het pijn doet.
En toch kan je niet rond de andere tabel. Fouten schieten omhoog (+47,8%). Gele kaarten ook (+27,5%). Rood is het alarmsignaal: van 0,05 naar 0,50 per match. Dat zijn drie uitsluitingen in zes matchen. Dit is het verschil tussen “hard” en “dom”. Je kan een blok op poten zetten, maar als één tackle te laat is op een dode zone, valt het kaartenhuis in.
De details verraden het. Tackles worden veel vaker ingezet (+62,6%), maar ze worden minder goed uitgevoerd (–13,6%). Dat is niet “agressief”, dat is overprikkeld. Anderlecht komt daarom vaker in de luchtduels terecht (+16,6%), maar je verliest er veel meer (–24,6%).
”Er over gaan” is nu wel letterlijk geworden
Het blok klopt dus. Alleen laten net die belangrijke momenten— tackle-keuze, luchtduels, gemiddelde schotafstand— punten liggen. Dat is geen kwestie van “nog harder werken”, maar micro-coaching voor Besnik Hasi.
Anderlecht moet niet minder fouten maken, maar wel minder nutteloze overtredingen op plekken waar er niets te winnen valt.
Toch heeft de aanpak van Hasi de ziel van de ploeg wakker geschud. De cijfers die wél positief zijn — hogere defensieve duels en beter rendement, meer hoge balrecuperatie, lagere PPDA — komen niet uit de lucht vallen. Maar “er over gaan” is nu wel letterlijk geworden.