Coach Philippe Clement zoekt zich momenteel suf naar de oorzaak van het zorgwekkende aanvalsspel van
Club Brugge. Sinds de fraaie Champions League-zege tegen Zenit Sint-Petersburg namen de resultaten en prestaties van de huidige Belgische landskampioen zorgwekkend af.
VEEL POGINGEN ...
Inspiratieloos. Een gebrek aan creativiteit. De voorbije weken kwam er veel algemene kritiek op het aanvalsspel van
Club Brugge. Na de trieste offensieve vertoning tegen Moeskroen vorige zaterdag namen die negatieve commentaren een individuele richting aan. Philippe Clement, Michael Krmencik en zelfs Hans Vanaken kregen ervan langs in de nationale pers als op de sociale media. De huidige landskampioen kon in de laatste drie officiële wedstrijden tegen KV Kortrijk, Borussia Dortmund en Moeskroen slechts één keer de weg naar het doel vinden. Het is al een hele poos dat Blauw-Zwart te kampen heeft met een grote inefficiëntie onder hun centrale spitsen, maar het scorend vermogen van Vanaken, Krépin Diatta en zelfs Mats Rits konden dat euvel vorig seizoen nog enigszins compenseren. Maar in de huidige jaargang gebeurt dat echter niet meer …
't Was tegen Moeskroen, de hekkensluiter van de
Jupiler Pro League, nochtans hét moment om terug orde op zaken te stellen, zeker met het levensbelangrijke Champions League-duel tegen Zenit Sint-Petersburg in het vooruitzicht. Tegen Les Hurlus vuurde Club Brugge maar liefst twaalf doelpogingen af, een aantal dat in het verlengde ligt van het Brugse seizoensgemiddelde van veertien stuks per wedstrijd. Enkel KV Mechelen (13), Waasland-Beveren (14), Sporting Charleroi (14) en KRC Genk (19) lanceerden op speeldag 10 nog doelpogingen dan Club Brugge. Het is echter wel hallucinant dat Blauw-Zwart geen enkele van die beproevingen tussen de palen wist af te leveren. Eder Balanta (6'), Ruud Vormer (20'), Noa Lang (25', 28' en 69'), David Okereke (26'), Odilon Kossounou (29'), Clinton Mata (53'), Hans Vanaken (71' en 74') en Siebe Schrijvers (74' en 89') konden allen hun betrachting niet kadreren. Het is een zorgwekkende vaststelling.
… MET BITTER WEINIG GEVAAR
Op speeldag 10 presteerde geen enkele ploeg in dat onderdeel zelfs slechter dan Club Brugge. Slechts één team kon geen enkel schot of kopbal tussen de palen mikken, en dat was de huidige Belgische landskampioen. 0 procent, 't is een topclub onwaardig. Acht clubs slaagden erin om op de tiende speeldag zelfs minstens de helft van hun doelpogingen te kadreren: Moeskroen (75 procent), KRC Genk (57 procent), Zulte Waregem (55 procent), KV Oostende (52 procent), KV Kortrijk (58 procent), KAS Eupen (50 procent), Sint-Truiden (50 procent) en Beerschot (55 procent). Maar niet Club Brugge dus.
Het mag dan ook geen verrassing heten dat Club Brugge in de Jupiler Pro League slechts de tiende positie betrekt in de rangschikking qua pogingen op het doel. Nochtans telt Blauw-Zwart het meeste afgevuurde pogingen richting het vijandige doel, maar dat is dus met erg weinig succes. “We moeten blijven werken, en duwen op de fles ketchup tot er iets uitkomt. Als spits moet je ook geduldig zijn. Als ze de juiste mentaliteit tonen, zal dat moment er vroeg of laat wel komen”, verklaarde Philippe Clement het gebrek aan efficiëntie na de match tegen Moeskroen.
HET GROTE BREEKPUNT
Het negatieve breekpunt kwam er duidelijk na 20 oktober, toen Club Brugge de veelbesproken en knappe winst binnenhaalde tegen Zenit Sint-Petersburg in de Champions League. Club kreeg toen een flinke mentale boost na de fantastische prestatie en het positieve resultaat tegen de Russische topclub. Maar desondanks kon Blauw-Zwart in de daaropvolgende acht wedstrijden (Jupiler Pro League en Champions League gecombineerd) slechts twee matchen meer winnen. In die acht wedstrijden na Zenit Sint-Petersburg zaten er weliswaar drie partijen tussen in het kampioenenbal tegen Borussia Dortmund (2x) en Lazio, maar naast de tegenvallende resultaten waren de prestaties ook niet meteen indrukwekkend te noemen. Vooral op het offensieve gebied dan.
In slechts één van die betreffende acht wedstrijden slaagde Club Brugge er namelijk in om méér gekadreerde doelpogingen te laten noteren dan hun tegenstander. Dat was het geval op 8 november tegen KV Oostende (1-3 winst) de enige wedstrijd waar Club ook niet toevallig het meeste aantal doelpunten kon scoren in die betreffende periode. In de overige zeven partijen schoten de tegenstanders telkens gerichter naar het doel dan Club. Dat was het geval tegen OH Leuven (2-1 verlies), Lazio (1-1), KV Mechelen (2-2), Borussia Dortmund (0-3 en 3-0 verlies), KV Kortrijk (1-0 winst) en Moeskroen (0-0-0). Met als uiteindelijk resultaat dus slechts één overwinning.
CLEMENT & MANNAERT
Heeft het dan te maken met een gebrek aan kwaliteit voorin? Deels wel. Centrumspitsen zoals David Okereke en Michael Krmencik kregen bijvoorbeeld speelkansen genoeg, maar telkens weten zij niet te overtuigen. Misschien had Club Brugge dat ook moeten aanvoelen, want in hun spelerscarrière waren Okereke en Krmencik niet bepaald echte efficiënte aanvallers. De Nigeriaan werd in september 2019 bijvoorbeeld voor acht miljoen euro aangetrokken bij Spezia, een club uit de Italiaanse Serie B, maar al snel bleek die transfersom erg overdreven te zijn. Okereke was vorig seizoen weliswaar uitzonderlijk doeltreffend, waarbij hij één op vier doelkansen wist om te zetten in een effectief doelpunt. Nu ligt zijn gemiddelde echter op een schamele 11 procent, wat in de lijn ligt van zijn Italiaanse periode bij Spezia en Cosenza. Toen werkte Okereke af aan 11,9 procent, gecombineerde in de Serie B en de Serie C. Een goalgetter is hij dus nooit echt geweest. Hier kan er bijvoorbeeld met de vinger worden gewezen naar Vincent Mannaert en de Brugse scoutingcel.
Hetzelfde geldt voor Michael Krmencik, overgekomen van Viktoria Plzen in januari 2020 voor zes miljoen euro. Vorig seizoen had de Tsjech recht op een aanpassingsperiode, waardoor zijn gebrek aan doelpunten nog enigszins gerechtvaardigd was. Dit seizoen lukte Krmencik weliswaar drie stuks, maar zijn omzetratio van 15 procent is niet meteen indrukwekkend maar eerder erg bescheiden. Zeker voor een centrumspits bij een topclub, die dit seizoen trouwens het meeste kansen afdwingt van de ganse Jupiler Pro League. In de Tsjechische competitie was Krmencik weliswaar efficiënter dan op het Belgisch grondgebied, in de periode in zijn thuisland was hij namelijk voor 20 procent efficiënt voor het doel, maar een goede scouting en screening kon deze dure miskoop enigszins verholpen hebben.
Anderzijds zijn gelegenheidsspitsen Emmanuel Dennis en Siebe Schrijvers onder de sportieve leiding van Philippe Clement ook een pak minder efficiënt geworden, vooral in vergelijking onder hun periode onder het bewind van de voormalige Brugse trainer Ivan Leko. De Nigeriaan wordt de laatste tijd vaker uitgespeeld als centrumspits, terwijl hij van nature eigenlijk een flankaanvaller is. Dat bewijst zijn efficiëntie voor doel ook: dit seizoen kon hij namelijk geen enkele keer scoren. Opvallend genoeg daalde de omzetratio van Dennis ook gevoelig in de laatste jaren. Onder Leko haalde het woelwater zijn beste rendement, waarbij hij 13 procent van zijn kansen omzette in een doelpunt. Het jaar nadien onder Philippe Clement was dat 12,5 procent en nu dus helemaal niets meer. Eenzelfde evolutie geldt voor Siebe Schrijvers, die onder Clement steeds minder aan spelen toe raakt. Schrijvers sloot zijn succesvolle Leko-periode af met 15 procent efficiëntie, terwijl dat de laatste twee seizoenen daalde naar respectievelijk 8 en 0 procent …