In 1993 vond de allereerste editie van de Champions League plaats. Met Raymond Goethals, coach van winnaar Olympique Marseille, sleepte een Belgische trainer de eindzege in de wacht. Al hangt er volgens het Franse onderzoeksbureau Mediapart blijkbaar toch een geur van omkoping rond die triomf.
In een biografie die maandag al in Roemenië verscheen en vanaf zaterdag ook bij ons te koop zal zijn las Mediapart hoe Cornel Dinu een opvallend verhaal uit de doeken doet. De Roemeense ex-voetballer vertelt hoe Marseille-voorzitter Bernard Tapie hem destijds vroeg om de scheidsrechter van de laatste wedstrijd in de groepsfase tegen Club Brugge, met Ion Craciunescu een landgenoot van Dinu, om te kopen. "Hij mocht zeker geen gele kaart geven aan Basile Boli, want dan zou die geschorst zijn voor de finale tegen Milan. Daarvoor zal de arbiter 20.000 dollar krijgen."
Volgens Dinu zou Tapie hem voor de partij in Brugge ook nog eens het volgende gezegd hebben. "Cornel, ik ga morgen zonder problemen winnen. Ik veronderstel dat je weet dat Goethals afkomstig is van Brugge. Dankzij hem heb ik alle mogelijke maatregelen genomen zodat de Belgen ons geen last zullen bezorgen. We gaan makkelijk winnen. Op dit moment wacht Goethals op mij want hij heeft geld nodig voor zijn missie." Een ferme aantijging dus tegen zowel Tapie, Goethals als Club Brugge, die in één klap allen beschuldigd worden van matchfixing.
Marseille won de wedstrijd in Brugge met 0-1 en trok in de finale tegen AC Milan aan het langste eind na een doelpunt van ... Basile Boli. Tapie reageert echter fel tegen de beschuldigingen en dreigt met juridische stappen, maar de Fransman werd in hetzelfde jaar 1993 wel al eens veroordeeld voor gelijkaardige feiten. Marseille betaalde toen spelers van Valenciennes om hun wedstrijd tegen l'OM te verliezen, zodat ze zich rustig konden voorbereiden op de Champions League-finale. De Zuid-Fransen werden gestraft met degradatie naar de tweede klasse, Tapie zelf vloog zeven maanden achter de tralies.