Nooit eerder speelden er zo weinig Belgen in eerste klasse, want gemiddeld stellen onze clubs zes buitenlanders per elftal op. Volgens Pro League-voorzitter Ivan De Witte ligt dat aan de lage minumumlonen voor die spelers. "Ook eigen jeugdspelers worden veel te vroeg weggeplukt", klinkt het.
De neergaande trend startte met het arrest-Bosman in 1995, dat de deuren openzette voor een onbeperkt aantal buitenlandse spelers. Dit seizoen staan er zelfs gemiddeld 52,2 procent spelers van buiten de grenzen op onze velden. Enkel OH Leuven, Cercle Brugge, Sint-Truiden en KVC Westerlo doen beter met acht landgenoten aan de aftrap.
Bij de topclubs is het echter huilen met de pet op. Dit seizoen kan enkel KRC Genk met vijf Belgen op elf nog enigszins de schijn ophouden, maar bij KAA Gent, Standard Luik en
Club Brugge (vier op elf) en RSC
Anderlecht (drie op elf) is de toestand meer dan schrijnend.
"Niet alleen bedraagt het minimumloon voor buitenlanders slechts 70.400 euro, bovendien worden onze beste jeugdproducten zelf te vroeg over de grenzen gelokt", reageert De Witte. "Deze situatie zal echter blijven duren zolang spelers onder de achttien jaar geen beschermd statuut krijgen. Dat is zeker een aandachtspunt voor mijn opvolger."