Er was een tijd dat Joachim Van Damme moeiteloos meedraaide op het hoogste niveau. KV Mechelen, Waasland-Beveren, Standard: het zijn clubs waar je niet zomaar belandt. Als middenvelder had hij kracht, lef en een natuurlijke présence op het veld. “Den beer”, zoals hij het zelf noemt. Een speler die duels niet schuwde en zich kon vastbijten in een wedstrijd. De man verdween wat geruisloos uit de voetbalwereld en koos voor een opvallende nieuwe uitdaging.
LEES OOK: Kerst in JPL: grote verrassing bij Genk, Vanaken steelt de show
De val na de stilteIn januari 2016 viel de wereld op het hoofd van Joachim Van Damme. De speler van KV Mechelen testte positief op het gebruik van cocaïne. Zes maanden later werd hij voor maar liefst twee jaar geschorst.
“Twee jaar geschorst, dat doet iets met een mens,” vertelt Van Damme bij Het Nieuwsblad. Niet dramatisch, niet verontschuldigend. Eerder nuchter. Alsof hij geleerd heeft om zijn verleden onder ogen te zien zonder erin te blijven hangen. De middenvelder werd later nog opnieuw opgevist voor Malinwa en zou nog bij onder meer Standard spelen, al was dat steeds met vallen en opstaan.
Bakken talent, harde wereld
Het talent was er altijd bij Joachim Van Damme, daar bestaat geen twijfel over. Maar hij erkent zelf dat hij het deels vergooide. De stilte na het verdict was harder dan eender welke kritiek. Geen trainingsveld meer, geen ritme, geen kleedkamer. Waar voetbal jarenlang structuur gaf, bleef plots leegte over. Een leegte waarin hij zichzelf opnieuw moest uitvinden.
Terug naar de basis
Vandaag is Joachim Van Damme 34 en voetbalt hij bij Hamme in vierde klasse. Niet meer onder de spotlights, maar wel met goesting. Of toch: tot zijn lichaam opnieuw roet in het eten gooide. In het begin van dit seizoen scheurde hij zijn kruisband, waardoor hij ondertussen al drie maanden aan de kant staat.
De blessure houdt hem ook weg van zijn job in de haven van Antwerpen, waar hij sinds enige tijd werkt. Een wereld die veraf lijkt van de VIP-tribunes en persmomenten, maar waar hij zich opvallend goed voelt. Werken met de handen, leven zonder maskers “Ik amuseer mij wel in de haven,” zegt hij. “Boten lossen en laden, auto’s eraf rijden. Het is soms gevaarlijk werk en je moet tegen de kou en de regen kunnen, maar er is veel collegialiteit. Ge kunt daar lachen en zeveren en ge moet ni op uw taal letten.”
Een wereld die de zijne is
Die laatste zin zegt veel. Over vrijheid. Over niet meer voortdurend bekeken of beoordeeld worden. Over een omgeving waar hij gewoon Joachim mag zijn, zonder imago of verwachtingen. Dat bijna zijn hele familie in de haven werkt, helpt. Het voelt vertrouwd. Geaard. Het contrast met het profvoetbal is groot en bewust.
“Het profgegeven mis ik niet,” zegt hij resoluut. “Elke dag salaat en tomatten en op de weegschaal gaan staan: nee, merci.” Vooruitkijken, stap voor stap Van Damme bouwt intussen verder aan zijn toekomst. Via de VDAB schreef hij zich in voor een opleiding tot sportleerkracht. Deeltijds leren, deeltijds lesgeven. Een manier om zijn ervaring door te geven, zonder zichzelf opnieuw te verliezen in het keurslijf van de topsport. “Maar eerst moet die knie in orde zijn,” zegt hij.
Maarten Coenen