Hugo Broos wil stoppen als coach, maar niet verdwijnen uit het voetbal. Alleen: de manier waarop hij terug “beschikbaar” wordt, past niet bij hoe Club Brugge vandaag werkt. Het klinkt als een comeback — en toch botst het direct.
LEES OOK: TRANSFERUURTJE: 'Broos naar Belgische topclub, sensationele comeback Origi'
“Ik zeg geen neen — maar niet meer elke dag”Hugo Broos wil straks stoppen als coach, maar hij wil niét verdwijnen uit het voetbal. En als Club Brugge hem af en toe zou vragen om een speler te gaan scouten? “Ik zeg geen neen — maar niet meer elke dag.” Broos is niet op zoek naar een comeback in het Belgische voetbal, wél naar een rol die nog klopt met zijn leven. En dat hij dit net nu zegt, is geen toeval.

Broos is deze week met Zuid-Afrika de Afrika Cup gestart met een zege tegen Angola. Hij zit in de fase waarin hij zichzelf al maanden luidop “op weg naar het slotakkoord” noemt. Hij wil het WK 2026 als einde van zijn trainerscarrière, en hij heeft dat eerder ook zo strak omschreven: ofwel stopt hij als de kwalificatie niet lukt, ofwel stopt hij na dat WK. Definitief, zegt hij. En intussen heeft hij die kwalificatie ook effectief binnengehaald: Zuid-Afrika naar het WK loodsen.
Waarom Club hem toen niet terughaalde
En dan kom je vanzelf terug bij Club Brugge. Want dit verhaal begint niet vandaag, maar toen hij al eens genoemd werd voor een comeback in het Jan Breydelstadion. In het voorjaar van 2024 dook Broos op als kandidaat voor een soort “technical director”-rol: geen sportief directeur, wél een klankbord dat met ervaring de coach en technische staf sterker moest maken.
Club zat toen in een hertekening van de sportieve structuur na het vertrek van Vincent Mannaert, met functies die mooier klonken dan ze voor buitenstaanders echt duidelijk waren. Broos paste perfect in dat romantische plaatje: een Club-man, een winnaar, iemand met een stem die in de kleedkamer weegt.

Toen besliste Club niet om hem terug te halen omdat ze bang waren voor precies wat Broos, hoe je het ook draait, altijd meebrengt: gewicht. CEO Bob Madou verwoordde het later als “voortschrijdend inzicht”: de werking zat goed, de expertise zat al in huis, en een extra figuur boven of naast de coach kon een “onvoorspelbare factor” worden. In plaats van een technisch directeur bij te halen, bleef de verantwoordelijkheid vooral bij de bestaande sportieve kern liggen. Dat was geen afrekening met Broos, eerder een keuze voor rust en duidelijkheid in een club die net weer stabiliteit wilde uitstralen.
Broos deed alsof hij de hype zelf ook maar op tv had gezien. In interviews klonk het toen opvallend nuchter: er waren volgens hem geen contacten, hij wist “nog van niks”, en hij wilde vooral eerst weten wat men precies van hem verwachtte. Geen groot statement, geen gekwetst ego. Eerder het gevoel van iemand die te lang in het voetbal zit om nog warm te worden van geruchten zonder details.
Later, in 2025, werd hij nog concreter. Broos zei dat hij van in het begin zijn twijfels had dat het ooit werkelijkheid zou worden. En vooral: hij maakte duidelijk dat de coach van Club hem niet nodig had. In mensentaal: toenmalig coach Nicky Hayen had geen “extra vaderfiguur” naast zich nodig om te functioneren, en Broos leek zelf ook niet happig om zo’n rol te spelen in een omgeving waar elke beslissing meteen politiek wordt.
Broos versus de machine van Club
Vandaag is Broos niet zomaar “een voormalige coach van Club”, maar een coach die in Afrika prijzen en status heeft verzameld. Hij won met Kameroen de Afrika Cup in 2017 en zette Zuid-Afrika opnieuw op de kaart met brons op de vorige Afrika Cup. Dat maakt zijn naam zwaarder dan nostalgie. Maar precies daarom is zijn nieuwe aanbod zo interessant: hij vraagt niet om macht, hij vraagt niet om een bureau, hij vraagt niet om dagelijkse meetings. Hij biedt iets dat clubs zelden nog durven benoemen omdat het niet in dashboards past: een kennersoog, een netwerk, en een instinct dat na 40 jaar voetbal soms sneller juist zit dan data.

Natuurlijk is er ook de andere kant. Club Brugge is anno 2025 geen club meer die “scouting” ziet als één man met een notitieboekje op de tribune. Datascouting, video, profielen, marktwaardes, vergelijkingsmodellen: het is een machine. En in zo’n machine wil je geen meningen die vanuit buikgevoel tegen die machine in draaien. Maar dat is ook waarom een parttime Broos wél kan werken. Niet als eindbaas die knopen doorhakt, wél als extra paar ogen op een speler waar iedereen al twijfels bij heeft.
Olivier Plancke