Anderlecht droomt luidop van een monstertransfer met Nathan De Cat, maar achter de schermen stapelen de vraagtekens zich op. Paars-wit rekent al op Doku-bedragen. Contracten, WK-dromen en telefoontjes uit het buitenland zorgen voor euforie, maar ook voor een gevaarlijk spelletje poker. Hoe groot is het risico dat Anderlecht zich grandioos mispakt in deze De Cat-heisa?
LEES OOK: De Cat zéér streng bij Anderlecht: “Dat moet echt beter"
Anderlecht droomt van Doku-jackpot, maar verliest realiteitIn anderhalf jaar tijd is Nathan De Cat uitgegroeid van een onbekende naam bij de RSCA Futures naar een onmisbare speler rond wie Anderlecht zijn toekomst probeert te bouwen. Zeventien jaar, 1m92, elegant aan de bal, een WK U17 op zijn cv, en nu al het onderwerp van telefoontjes uit München, Dortmund en de Premier League.
In Brussel dromen ze al luidop. Deze zomer 20 à 25 miljoen euro, als het echt niet anders kan. Als hij nog twee jaar blijft, Rode Duivel wordt, Europees minuten maakt, droomt paars-wit in 2027 van de absolute jackpot. Méér vangen dan de 34 miljoen die Doku uiteindelijk opleverde.

Doku vertrok bij Anderlecht als 18-jarige sensatie naar Stade Rennes voor zo’n 26 miljoen euro plus bonussen, net op het moment dat de Fransen zich klaar maakten voor hun allereerste Champions League-campagne. Hij werd binnengehaald als recordaankoop én als winger die meteen op het grootste podium moest schitteren.
Doku was op het moment van zijn grote stap al een Rode Duivel. Clubs betalen niet alleen voor talent, ze betalen ook voor imago, een branding als Belgisch international. Anderlecht hoopt dat Rudi Garcia hem mee naar het WK 2026 neemt, en terecht: één minuut op een WK kan meer doen voor de prijs dan tien goeie matchen tegen Westerlo en Dender samen.
Contractpoker tot 2027: zo rijdt paars-wit zich vast
Op papier zit Anderlecht goed: De Cat heeft een contract tot 2027, er lopen gesprekken om zijn verbintenis tot 2028 te verlengen, en clubs uit heel Europa zijn geïnteresseerd.
Blijft hij tot 2027 met nog één jaar onder contract, dan kan Anderlecht in de val lopen. De speler wil een stap hogerop zetten, de topclubs weten dat en beginnen te pushen voor een transfer. Dan dreigt eerder een transfer in de categorie 15 à 20 miljoen, in plaats van 25 of 35.
Zelfs de huidige vraagprijs van 25 miljoen wordt al in twijfel getrokken in buitenlandse analyses: daar wordt letterlijk gezegd dat Anderlecht dat hoopt, maar dat ze in 2026 waarschijnlijk water bij de wijn moeten doen als hij niet bijtekent.

De Cat is vandaag U18-international, met een sterk EK U17 achter de rug en een WK U17 in Qatar op zijn naam. Dat is indrukwekkend, maar bij topclubs klinkt dat nog altijd als “project” en niet als “afgewerkt product”.
Met andere woorden: om tot 35 miljoen te raken, moet niet alleen De Cat zich perfect ontwikkelen, Anderlecht moet er ook in slagen hem langer vast te leggen. Dat zijn twee moeilijke voorwaarden bovenop elkaar.
Controleur geen Doku: waarom De Cat minder sexy prijst
Er is nog een groot verschil waar men zich soms in vergist: het type speler. Doku betekent dribbels, versnellingen, highlights en shirts die verkopen. Een speler die het publiek en sponsors laat ontploffen en daarna voor het dubbele verkocht kan worden. Zoals Rennes letterlijk deed: 26 miljoen euro betalen en doorverkopen aan Manchester City voor 60.
De Cat is een heel ander type. Hij is een controleur, iemand die paslijnen dichtzet, tempo dicteert, duels wint en passinglijnen opent. Fantastisch voor trainers, minder sexy naar de buitenwereld toe. Voor zulke profielen betalen topclubs wél grote bedragen, maar dan meestal wanneer ze al twee seizoenen lang op Champions League-niveau bewijzen dat ze de boel dragen.

De enige echte Belgische vergelijking in dat segment is Ardon Jashari: hij veroverde eerst Club Brugge én de Champions League-campagne, werd Speler van het Jaar in de Pro League en ging dan voor 36 miljoen naar AC Milan – als volwassen international. De Cat zit daar nog ver onder in zijn traject. Verwachten dat hij zónder die tussenstappen al richting 35 miljoen gaat, is razend optimistisch.
Nieuwe geldregels: De Cat-heisa kan hard in het gezicht ontploffen
Nog een factor die vaak onderschat wordt: het klimaat is anders dan in 2020. De Premier League en UEFA zijn steeds strikter qua financiën. Nieuwe regels zoals de Squad Cost Ratio beperken de ruimte om zomaar 30 à 40 miljoen te betalen op een tiener, zonder dat daar meteen rendement tegenover staat.
Clubs als Brighton, Brentford of Leverkusen zullen nog investeren in talent, maar ze moeten veel preciezer kopen. Een foute transfer van 25 miljoen doet vandaag financieel en sportief veel meer pijn dan vijf jaar geleden.

En dan kijken directies dubbel kritisch naar iemand die uit een kleinere competitie komt, geen A-international is, en nog geen volledig Europees seizoen als draaischijf achter de rug heeft.
Olivier Plancke