Arne Decraene
Club Brugge heeft haar zinnen op de dubbel gezet, maar ook zonder extra trofeeën in de prijzenkast zijn heel wat goudhaantjes in Jan Breydel nu al bijzonder gegeerd. Blauw-Zwart gaat wellicht dan ook een drukke zomer tegemoet, waarin het mogelijk alle records van de tabellen zal vegen.
Tenslotte worden tal van smaakmakers nu al serieus aan de mouw getrokken. Vooral in het geval van Joel Ordonez, Maxim De Cuyper en Ardon Jashari wemelt het steeds meer van de geruchten, terwijl in de wandelgangen ook de namen van onder meer Raphael Onyedika, Christos Tzolis en Ferran Jutglà geregeld opduiken.
Club kan stevig cashen
Vooral dat eerste trio lijkt, wat Jashari betreft na amper één jaar in Brugse loondienst, stilaan onhoudbaar. Al verlangt Club wel boter bij de vis. De marktwaarden van Ordonez (27 miljoen), Jashari (25 miljoen) en De Cuyper (16 miljoen) worden opgeteld op 68 miljoen geschat, wat al zou volstaan om het record uit 2019 te breken.
Vooral dankzij Charles De Ketelaere verscheen er toen een gelijkaardig bedrag op de Brugse bankrekening. Vorig jaar bleef de landskampioen net als in 2019 steken op 'slechts' een slordige 60 miljoen, maar tenzij Dévy Rigaux en co er alsnog in slagen om een leegloop te vermijden kan het straks een historische zomer worden.
Kaap van 100 miljoen?
Te meer omdat Club van plan lijkt om het onderste uit de kan te halen en niet zomaar genoegen te nemen met de jackpot. Zo bedragen de prijskaartjes van Ordonez en Jashari naar verluidt minstens 30 à 35 miljoen, terwijl De Cuyper minstens 20 miljoen in het laatje moet brengen. Aan gegadigden is er alleszins geen gebrek.
Samen zouden zij dus al in de buurt kunnen komen van de mythische kaap van 100 miljoen. Bovendien zijn ook Onyedika en Tzolis volgens het gerenommeerde Transfermarkt elk nog eens een twintigtal miljoen waard, en kan ook Jutglà de kassa enigszins doen rinkelen. Bart Verhaeghe wrijft zich alvast reeds in de handen.
