Hoewel Parijs een van de grootste steden van Europa is, en qua naam zelfs een van de grootste steden van de wereld, is de combinatie tussen Parijs en een voetbalclub historisch gesproken vaak ongelukkig geweest. Waar Londen vele topclubs herbergt, Amsterdam de recordkampioen in huis heeft, Madrid de Koninklijke levert en Rome met AS Roma en Lazio Roma twee grote clubs heeft, is Parijs de vreemde eend in de bijt. Goed, Berlijn vormt samen met Parijs de uitzondering, maar in Berlijn kan dat wellicht worden geweten aan de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog (daarvoor was Berlijn immers wel degelijk een voetbalbolwerk).
Paris Saint-Germain bestaat pas sinds 1970 als resultaat van een fusie tussen Paris FC en Stade Saint-Germain. Na de Eerste Wereldoorlog hadden andere Parijse clubs als Olympique de Paris, Club Français en CA Paris hun plaats aan het Franse topvoetbalspectrum verloren. Verschillende lieden uit het bedrijfsleden sloegen de handen ineen en wisten de fusie tot Paris Saint-Germain te bewerkstelligen. De club profiteerde vervolgens zeer van de gefuseerde selecties, maar ook van de gefuseerde fangroeperingen, en groeide binnen vijf jaar uit tot een vaste club in de hoogste Franse klasse.
Na afloop van het seizoen 1985-1986 werd de eerste landstitel gevierd, maar de ware hoogtepunten volgden in de jaren negentig: de club werd tweemaal derde, viermaal tweede en won ook nog een titel (1993-1994). Bovendien werd de beker driemaal gewonnen. Het echte, internationale hoogtepunt was echter de winst in de Europacup II. Na de Millenniumwisseling verging het PSG een stuk minder. De club verkeerde in financiële problemen en werd een middenmoter, ondanks dat bijvoorbeeld Ronaldinho en Pauleta bij de club onder contract stonden. Wel werden nog drie Franse bekers in de prijzenkast geschoven, maar in de competitie was de trotse, Parijse club geen topclub meer te noemen.
In 2012 kwam daar plots verandering in. Qatar Investment Authority nam de club volledig over, waardoor Paris Saint-Germain in één klap één van de rijkste clubs ter wereld werd. Niet alleen Gregory van der Wiel werd van Ajax overgenomen, Thiago Silva kwam van AC Milan, Eqequiel Lavezzi werd overgenomen van Napoli en superster David Beckham werd (als mediastunt?) eveneens gecontracteerd (zijn salaris werd overigens volledig aan een goed doel geschonken). De grootste speler in het contingent nieuwkomelingen was echter zonder twijfel Zlatan Ibrahimovic. De Zweed is bijna een garantie voor landstitels, gezien zijn negen landstitels in de voorgaande elf seizoenen voor Ajax, Juventus, Internazionale, FC Barcelona en AC Milan. Dat PSG dit jaar kampioen zou worden, behoorde alleen al door zijn komst dus nadrukkelijk tot de mogelijkheden, zeker statistisch gezien, maar ook qua voetballende kwaliteit.
Afgelopen weekend gebeurde dit ook. De trotse, Parijse club wist voor het eerst sinds 1994 en voor de derde keer in zijn bestaan het Franse landskampioenschap te veroveren. Een geweldige prestatie van de club, die zijn status als ware Franse topclub in ere heeft hersteld. Vaak heeft Parijs niet een club gehad die deze status mocht dragen, maar dankzij enkele gefortuneerden uit Qatar lijkt de
sleeping giant uit een van de grootste steden van Europa eindelijk aan de verwachtingen te kunnen gaan voldoen. Titels kun je kopen. Immers, ook in de Champions League timmerde Paris Saint-Germain dit jaar al aan de weg. De Franse opmars werd pas in de kwartfinale door FC Barcelona gestuit.
Wie weet wat ons dus nog meer te wachten staat. Franse suprematie over Europa, de beste club van Europa uit Parijs? Ik sluit niets meer uit na de dadendrang van Paris Saint-Germain in het afgelopen seizoen.
LEES OOK:
WK Clubs: oppermachtig PSG vernedert Real op weg naar finale