Club Brugge staat de afgelopen jaren aan de top van het Belgische voetbal, maar de ambities van Blauw-Zwart gaan ver. De club probeert ook al jaren een nieuw stadion te bouwen, maar telkens stuit het op problemen.
Het Jan Breydelstadion is dit jaar vijftig jaar oud en het stadion is intussen de schande van de club geworden. Erevoorzitter Michel D’Hooghe sprak met Het Laatste Nieuws en sprak over een code rood bij Blauw-Zwart.
LEES OOK: ‘Club Brugge slaat bal mis: transferfiasco zindert na’
Veel miserieClub Brugge en Cercle Brugge sloegen in 1973 de handen in elkaar voor het Jan Breydelstadion. "De infrastructuur was nu eindelijk aangepast aan de ambities. Eigenlijk kun je de situatie een beetje vergelijken met nu. Ook nu heeft Club dringend een nieuw stadion nodig om door te groeien."
Ook D’Hooghe kampte al met stadionperikelen tijdens zijn tijd bij de KBVB. "Ik had als bondsvoorzitter moeiteloos het Koning Boudewijnstadion kunnen laten bouwen... Ik dacht dat het in Brugge ook wel vlot zou lukken. Het voorstel heeft me vooral heel veel miserie opgeleverd. Doodsbedreigingen ook."
Schaamte voorbij
De erevoorzitter van Club Brugge is niet te spreken over de huidige staat van het Jan Breydelstadion. "Ik ben de schaamte eigenlijk al voorbij. Als je kijkt naar het sanitair voor de bezoekers... De betonrot in het stadion zelf... Ik ben vandaag bezorgd om de veiligheid.”
Volgens D’Hooghe had Club ongekende hoogtes kunnen bereiken als het nieuwe stadion al op poten stond. “En toch is Club de grootste voetbalploeg van het land geworden. Ondanks hun stadion. Stel je voor waar ze zouden staan als ze wél al een nieuw hadden.”