Het eventueel definitief stopzetten van de Jupiler Pro League doet de discussie over ons bijzondere competitieformat weer hevig oplaaien. Heel wat voorstellen liggen momenteel op tafel, waarbij zowel het aantal ploegen in eerste klasse als het al dan niet in leven houden van de play-offs de voornaamste twistpunten vormen. Wij namen alle opties onder de loep en gingen op zoek naar de ideale formule.
1. 16 TEAMS + PO'S
Beginnen doen we met de opzet van vandaag, die in 2009 werd ingevoerd en sindsdien al meer dan eens onder vuur kwam te liggen: 16 teams op het hoogste niveau, mét play-offs op het einde. Net zoals nu waren het altijd al vooral de kleinere clubs die zich tegen dat systeem kantten, gesteund door Club Brugge. Om diverse redenen zien zij meer heil in een van de constructies die we hieronder nog zullen behandelen, met onder meer de kwestie van degradatie en promotie die centraal staat. In het huidige format is er namelijk slechts ruimte voor één stijger en één zakker per seizoen.
Hoewel dat laatste in eerste instantie een gunstige regeling leek, werd de afgelopen jaren duidelijk dat het vagevuur van tweede klasse zo alleen maar nog meer als een doodsvonnis wordt beschouwd – zie Lokeren. Ook de formule met acht ploegen in 1B is verre van ideaal, zo zullen ze in Beerschot dan weer graag bevestigen, terwijl de jaarlijkse wanvertoningen in PO II eveneens welbekend zijn. Aan de top toont tot slot niet iedereen zich voorstander van het idee om de landskampioen pas na een eindronde te kronen, waarbij vooral Blauw-Zwart een traditionele strijd meer genegen is.

Heel wat irritaties en ruimte voor verbetering dus, al brengt de unieke opzet van de JPL tevens een aantal fikse voordelen met zich mee. Zo is er het bijkomend zwaartepunt aan de meet van het reguliere seizoen. Het coronavirus dreigt ons hier nu dan wel van te beroven, maar met drie teams die zich nog bij de top zes konden scharen was de race richting PO I andermaal razend spannend. Daarnaast levert de nacompetitie zelf telkens 30 extra topmatchen op, met alle positieve invloed op het niveau en de instroom van tv-gelden van dien. Ondanks alle minpunten toch stevige troeven dus.
2. 18 TEAMS, GEEN PO'S
Om dat systeem na de crisis in hand te houden, moet wel nog een datum worden gevonden voor de terugmatch in de promotiefinale én de laatste speeldag. Anders gaat Waasland-Beveren vast niet akkoord met de gedwongen degradatie, terwijl OH Leuven en Beerschot beiden een plekje in 1A zullen claimen. De oplossing die vandaag het meest naar voren wordt geschoven om de definitieve stop te vrijwaren, is dan ook om elk van deze drie clubs volgend seizoen toe te laten tot het hoogste niveau. En dus minstens één jaargang weer met 18 ploegen in eerste klasse af te werken.
Het zou een terugkeer betekenen naar de JPL zoals we onze competitie vóór de hervorming in 2009 kenden, dus vergezocht kunnen we het voorstel alleszins niet noemen. Al gaat onze voorkeur toch nog altijd uit naar een hervatting van de actie – mits de gezondheidssituatie dat toelaat tenminste. Zo niet zorgt deze constructie op het eerste zicht alleen maar voor winnaars, want als ze hun licentie krijgen zou in het Waasland ook Lokeren de degradatie uit 1B zo vermijden. Alleen maar stijgers en geen dalers: geen wonder dat zoveel stemmen zich achter dit Salomonsoordeel scharen.

Op korte termijn kent dit plan dan wel geen verliezers, de vraag is wat er achteraf staat te gebeuren. Om het huidige format te herstellen, zouden volgend jaar immers net uitzonderlijk véél teams een stap terug moeten zetten. Drie zakkers en slechts één promovendus: zij die de switch nu verdedigen, zullen ze vervloeken wanneer ze bij de ongelukkigen horen. De kans bestaat ook dat het format gehandhaafd blijft en we zoals vroeger weer twee vaste dalers en stijgers krijgen, eventueel met wijzigingen aan 1B. Twee promovendi op acht lijkt wat veel, al wordt tweede klasse zo wel minder dodelijk.
3. 20 TEAMS, GEEN PO'S
Mocht er gekozen worden voor de bovenstaande oplossing, mag behalve Deinze nog een extra ploeg uit Eerste Amateur opgaan om de Proximus League opnieuw van acht leden te voorzien. Al is het nog maar de vraag wie, want nummer twee Thes Sport vroeg voor het tweede jaar op rij geen proflicentie aan. De eer schuift dan wellicht door naar derde in de stand Seraing, een van de weinige teams op het amateurniveau die wél zulk een promotie ambieert. De rest deinst vooral terug voor de strengere licentievoorwaarden in de professionele reeksen, die jaarlijks slachtoffers eisen.
Van de 24 profclubs kregen alweer vier een negatief advies van de commissie: KV Oostende, Lokeren, Roeselare en Virton. Indien die eerste effectief mag fluiten naar haar licentie, kan Waasland-Beveren op beide oren slapen en is heel deze discussie een maat voor niets. Alhoewel: de twijfel rest of in België wel plaats is voor professioneel voetbal op 24 locaties, want in heel wat bestuurskamers begeven ze zich telkens opnieuw op het randje van de afgrond. Het is een van de voornaamste redenen waarom Club Brugge-voorzitter graag een compleet nieuwe formule naar voren blijft schuiven.

Een eerste klasse met 20 teams, waarbij 1B in zijn huidige vorm verdwijnt en de JPL de enige profliga in ons land wordt. Een seizoen met 18 kan dan een tussenstap vormen, al hopen Westerlo en Virton – mits hun financiën op orde raken – ook nog te promoveren. Of de Pro League kan een handje helpen door clubs in nood te schrappen. In dit scenario wordt Deinze wel ietwat benadeeld, want zij krijgen geen extra beloning voor hun autoritaire titel. Een aantal andere derdeklassers vergezelt hen dan immers naar het nieuwe tweede niveau: een amateurliga met aangepaste licentievoorwaarden.
HET BESTE FORMAT?
De JPL zou zich zo spiegelen aan Europese topcompetities als de Premier League en consorten, waar elk jaar drie dalers en stijgers zijn en onderin dus een groter verloop plaatsvindt. Een beter vooruitzicht voor de ploegen in tweede klasse, die als gevolg hoger in het vaandel wordt gedragen. Of dat is althans de theorie, want of we dit principe zomaar mogen doortrekken naar het Belgische voetbal is een ander paar mouwen. Niet alleen is er hier veel minder draagvlak, de kloof tussen eerste en tweede klasse is zo mogelijk nog groter. En zou allicht verder uitbreiden door de soepelere licenties.
Voor veel clubs zouden die dan wel weer helpen om na degradatie het hoofd boven water te houden, al moeten toch vooral de veel te hoge spelerslonen omlaag. Of we gebaat zijn met nóg meer kneusjes in de JPL, is daarnaast ook nog maar de vraag. Dan voelen we meer voor de 18-koppige Eredivisie, waar de nummers 18 en 17 van plaats ruilen met de kampioen en vice-kampioen in de Keuken Kampioen Divisie. Het nummer 16 in eerste klasse speelt dan weer barragematchen tegen de winnaar van de eindronde tussen de nummers drie tot en met zes op het tweede niveau, dat daar uit 20 teams bestaat.
(23-07-2017).webp)
Iets teveel naar onze smaak, maar voor het overige geen verkeerde formule. Al is hierin geen sprake van PO I, wat ons behalve veel controverse toch ook al tal van mooie momenten bracht. Bovendien lijken 16 clubs op het hoogste niveau in België echt wel genoeg, want nu al lopen er elk jaar toch zeker een drietal voor spek en bonen bij. Hoewel een normale competitie met 18 of 20 ploegen de kalender met respectievelijk zes of twee matchen zou verlichten, zullen de gevolgen voor het tv-geld tot slot allicht eveneens navenant zijn. Misschien moeten we het huidige format dus toch maar behouden, zij het dan met twee degradanten en promovendi in plaats van een. En mag wat ons betreft ook die artificiële halvering van de punten achterwege worden gelaten.
LEES OOK: KVM kondigt 'toptransfer' aan, KVK strikt bekend gezicht