Wat een prachtduel in de Champions League had moeten worden, draaide dinsdagavond uit op een waar drama. Op weg naar het stadion voor de wedstrijd tegen AS Monaco, ontploften er immers bommen aan de bus van Borussia Dortmund. Een gigantische schok voor de spelers en staf, toch werd er daags nadien gewoon gevoetbald. Een beslissing van de UEFA die inmiddels al op heel wat kritiek werd onthaald. Ook Peter Vandenbemt toont zich nu scherp voor de Europese voetbalbond en neemt het op voor de spelers. "Allemaal hadden ze positief geantwoord op de vraag van de coach of ze wilden spelen, uit solidariteit, maar in het besef dat ze niet klaar waren. Hun oren suisden nog van de harde knallen, ze hoorden nog het geroep en gehuil van hun ploegmaats, ze trilden nog na van de blinde paniek op de bus, op het netvlies nog duidelijk het beeld van de bebloede Marc Bartra en de doodsangst op de gezichten van hun maten." Desondanks werd een dag later toch gespeeld, zonder de betrokkenen echt te raadplegen. "De fans wilden ook voetbal, als therapie, en omdat voor velen in het Ruhrgebied het een reden van bestaan is. Maar alleen wie in de Wittbräucker Strasse op de bus zat, had recht van spreken, en die werd niet gehoord. En dat is ronduit wraakroepend", besluit Vandenbempt zijn column in Het Nieuwsblad.