Kobe K
KRC Genk nam afgelopen maandag zoals verwacht afscheid van Thorsten Fink. En dus moeten de Limburgers voor de zoveelste keer op zoek naar een nieuwe hoofdtrainer. Het bestuur moet dan ook de hand in eigen boezem steken.
Genk is nooit een redelijk stabiele club geweest wat zijn trainers betreft. Maar namen als Aimé Anthuenis, Sef Vergoosen en Hugo Broos waren destijds toch meerdere jaren na mekaar aan de slag in de Cegeka Arena. De voorbije seizoenen is het echter een komen en gaan geworden van trainers in alle vormen en maten.
Stonden aan het roer sinds de start van het seizoen 2015-16: Peter Maes, Albert Stuivenberg, Philippe Clement, Felice Mazzu, Hannes Wolf, Jess Thorup, John van den Brom, Brend Storck, Wouter Vrancken en Fink. De passages van Domenico Olivieri, begonnen aan zijn derde opdracht als interim-T1, niet meegeteld.
LEES OOK: 'Club Brugge-bom zindert na: twee grove fouten Verhaeghe'
Bestuur de mist inEen aantal van die trainers, zoals kampioenenmaker Clement, koos ervoor om een nieuwe stap te zetten in hun carrière. Maar doorgaans werden de coaches bedankt voor bewezen diensten na teleurstellende resultaten. "Het is gewoon te veel voor een club die een zekere stabiliteit nastreeft", klinkt het bij Thomas Chatelle.
De analist, destijds goed voor bijna 150 matchen namens Genk, vindt dat het bestuur de hand in eigen boezem moet steken. "Dimitri de Condé heeft bewezen dat hij een goeie neus heeft om de juiste spelers aan te trekken, een talent dat Genk al vele tientallen miljoenen heeft opgebracht. Maar voor trainers werkt die neus minder goed", stelt Chatelle bij Het Belang van Limburg.
Werk voor De Condé
De verdiensten van De Condé als sportieve baas, staan buiten kijf. Een vakman pur sang als het op scouting en transfers aankomt. Volgens Chatelle mag hem de vele trainerswissels echter aangerekend worden. "Sinds zijn aanstelling als Head of Football in 2015 heeft Genk nog nooit twee seizoenen op rij kunnen volmaken met dezelfde trainer. Dan klopt er toch iets niet. Een stabiele werkomgeving creëren voor trainers, dat behoort ook tot het takenpakket van een sportief directeur. Op dat vlak heeft De Condé nog stappen te zetten."
