De eerste matchbal is verspeeld. Veel tijd hebben de Rode Duivels echter niet om stil te staan bij het teleurstellende 1-1 gelijkspel in Kazachstan, want dinsdag komt Liechtenstein over de vloer. Dan mag het echt niet meer mislopen voor de troepen van Rudi Garcia.
Vooraf benadrukte de bondscoach meermaals dat het ticket voor het WK nog niet volledig binnen was. Nochtans leek de kwalificatie louter een formaliteit, want een zege in Astana volstond om zekerheid te verwerven over de aanwezigheid van de Belgen in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. Eenvoudiger gezegd dan gedaan, zo bleek zaterdag helaas.
LEES OOK: Vanaken overtuigt Garcia: wie wijkt bij Rode Duivels?
Herkansing in LuikVoorlopig is er gelukkig geen man overboord: met 15 punten uit zeven matchen staan de Rode Duivels op kop in hun poule, met twee punten meer dan eerste achtervolgers Noord-Macedonië en Wales. Bovendien nemen zij het op de slotspeeldag tegen mekaar op, terwijl met Liechtenstein dan weer het puntenloos kneusje van de bende naar Sclessin afzakt.
Het nummer 206 op de FIFA-ranking, nog eens maar liefst 91 plaatsen lager dan Kazachstan, kampeert dan ook troosteloos op de laatste plaats. In principe moeten de Belgen dus altijd winnen, wat automatisch ook zou betekenen dat ze zich plaatsen voor het WK. Maar wat als Jérémy Doku en co. er opnieuw niet in slagen om een dubbele gordel te breken?
D-Day voor Garcia
In de eerste onmoeting met de dwergstaat werd het weliswaar 0-6, maar Het Nieuwsblad schetst toch de mogelijke rampscenario's die zich dinsdag kunnen afspelen. Mits een gelijkspel is er dankzij het doelsaldo van +15 nog steeds geen vuiltje aan de lucht. Behoudens een monsterscore in Wales tegen Noord-Macedonië, al oogt die kans bijzonder klein.
Mochten zij de punten delen is België eveneens zeker van de groepswinst, zélfs mocht het zelf verliezen. Enkel indien hun onderling duel wel een winnaar oplevert, én de Rode Duivels in Luik een beschamende nederlaag oplopen, wenken daarentegen de barrages. Een kater van formaat die Garcia en de zijnen uiteraard koste wat het kost willen vermijden.
Arne Decraene