De Rode Duivels zijn met een 4 op 6 goed aan hun kwalificatiecampagne voor het wereldkampioenschap van 2026 begonnen. Maar zowel tegen Noord-Macedonië als tegen Wales, kwamen opnieuw heel wat pijnpunten bovendrijven. Vooral de achterhoede blijft ronduit zorgwekkend.
De defensie vormt nu al een tijdje de achilleshiel van de nationale ploeg. Heel onlogisch is dat ook niet. Met kleppers als Vincent Kompany, Thomas Vermaelen, Toby Alderweireld en Jan Vertonghen konden de Duivels jarenlang rekenen op verdedigers van absolute wereldklasse. Uitzonderlijk voor een klein land als België.
Gebrek aan collectieve oplossing
De huidige verdedigers hebben lang niet het niveau of zelfs het potentieel van het genoemde viertal. Dat is zeker geen schande. Maar dan moeten de mankementen op een andere manier opgevangen worden. Met een goede organisatie en mekaar voldoende rugdekking geven bijvoorbeeld.
Volgens Vertonghen is dat net waar het schoentje knelt. "Het evenwicht tussen hoog druk zetten of compact verdedigen, is niet altijd makkelijk. Als je hoog druk zet, maar er volgt één iemand niet, dan gaat het meteen mis. Ik heb soms het gevoel dat de connectie nog wat ontbreekt", klonk het voor de camera's van VTM.
Geen favorietenstatus meer
Bondscoach Rudi Garcia zal dus een oplossing moeten vinden voor de weifelende achterhoede. Gelukkig kan hij voorin nog steeds rekenen op heel wat kwalitatieve spelers. Al is ook dat minder ten opzichte van de zogenaamde 'Gouden Generatie' die in 2018 nog derde werd op het wereldkampioenschap.
Vertonghen vreest dan ook dat de tijd definitief voorbij is dat België bij de favorieten voor een EK of WK werd gerekend. "Ik denk dat we als België in de komende jaren niet meer als favoriet naar een eindtoernooi gaan", is het harde verdict. "Gelukkig wint ook niet altijd de favoriet. Dus je moet een stijl kiezen die bij de ploeg past, dat kan ook op de counter zijn."