In de marge van de bekerfinale tussen Club Brugge en Anderlecht liep het afgelopen zondag compleet uit de hand in Brussel. Reden genoeg voor burgemeester Fabrice Cumps om de fans van Blauw-Zwart volgende week geen toegang te verlenen tot het Lotto Park. Een maatregel die heel wat commotie teweegbrengt.
Niet alleen is de Brugse achterban niet te spreken over de collectieve verbanning, via een officieel statement liet Club inmiddels ook zelf al weten zich niet zomaar neer te leggen bij dat verdict. Bovendien blijken meerdere politici het evenmin eens te zijn met de opgelegde sanctie, die naar verluidt indruist tegen het advies van de bevoegde ordediensten.
De Fauw versus Cumps
Als burgemeester van Brugge kwam nu ook Dirk De Fauw met een reactie op de proppen. "Er is een groot verschil tussen een bekerwedstrijd met 22.500 fans en de wedstrijd op 18 mei, waar maar 1.000 tot 1.500 fans worden toegelaten " opent hij zijn betoog bij La Dernière Heure. Tenslotte is er dan sowieso sprake van een zogenaamde combiregeling.
"Daarbij worden supporters gedwongen om de bus naar het stadion en vervolgens terug naar huis te nemen. Ze kunnen dus nergens anders heen", vervolgt De Fauw, die net als Club voor overleg pleit. "Ik stel voor dat de politie van Anderlecht contact opneemt met onze politie, om te bekijken hoe alles veilig kan worden georganiseerd", luidt het namelijk.
Geen Club Brugge-fans?
De Fauw stelt zich trouwens vragen bij de identiteit en intenties van de betrokkenen. "Ik zie op de beelden mensen gekleed in het zwart, zonder fankleding. We weten dus niet wie ze zijn. Misschien zijn het zelfs geen Club-fans en kwamen ze louter om geweld te plegen. Deze situatie moet eerst grondig worden onderzocht vooraleer conclusies te trekken."
"Net zoals de rol van de lokale politie, aangezien zij verantwoordelijk waren. Het is belangrijk om te onderzoeken hoe deze supporters in een andere gemeente (Molenbeek, nvdr.) terecht zijn gekomen", besluit de burgemeester, die zich dus openlijk verzet tegen de beslissing van zijn collega. Zelf onthoudt Anderlecht zich overigens van enige commentaar.