Aan de buitenkant oogt alles nog rustig bij Nicky Hayen. Maar binnen de club groeit het gevoel dat zijn vertrek niemand écht pijn zou doen. Als oud-spelers en analisten dan ook nog laten verstaan dat hij niet meer vrij is in zijn keuzes, weet je hoe laat het is.
LEES OOK: Vetlesen briest: groot probleem voor Club Brugge
Resultaten kelderen, maar Hayen mag niet vrij coachenOfficieel blijft iedereen kalm, maar het ruikt weer naar crisis – zelfs al wil iedereen dat woord hardnekkig vermijden. Toen Franky Van der Elst onlangs suggereerde dat Nicky Hayen bepaalde spelers “gewoon niet mág opstellen”, voelde dat al als een serieuze alarmbel. In zijn analyse wees hij richting namen als Gustaf Nilsson en Hugo Vetlesen: spelers die plots nauwelijks nog gebruikt mochten worden, terwijl de lijn van de club was dat de jeugd – Kaye Furo, Cisse Sandra, Shandre Campbell – koste wat het kost voorrang moest krijgen.
Die lijn wordt nu nog explicieter door wat er de voorbije dagen gezegd en geschreven is. Director of Football Dévy Rigaux herhaalde publiek dat Club Brugge “niet op zoek is naar een pure killer” in de spits en dat het geen probleem is dat er geen nummer negen rondloopt die je twintig goals garandeert. Hij vindt dat Vermant en Tresoldi alle kwaliteiten hebben om topspitsen te worden en dat Club niet afhankelijk wil zijn van één afwerker. Maar precies die boodschap botst frontaal met wat onder andere Van der Elst zei: volgens hem scoort Club gewoon niet vlot genoeg en heeft het wél nood aan een echte killer.

Dat beeld wordt nog scherper als je de analyse van Peter Vandenbempt erbij neemt. Die gaf al aan dat een ervaren speler deze zomer intern aangaf dat veel jonge spelers dit seizoen móésten spelen. Niet omdat ze beter zijn, maar omdat dat nu eenmaal de lijn van de club is. Dan wordt elk interview of uitspraak van Hayen plots anders. Wanneer hij na Antwerp uitlegt dat zijn ploeg “minder volwassen” is dan de voorbije jaren en dat jonge spelers de juiste keuzes nog moeten leren maken, klinkt dat bijna als een verborgen zucht. Hij wijst niet alleen naar de spelers, maar ook impliciet naar een strategie die hem wordt opgedrongen.
Als de bestuurskamer de ploeg opstelt
Het is ook niet de eerste keer dat de sportieve keuzes van Club Brugge eerder naar de bestuurskamer dan naar de bank wijzen. Denk aan de keepersrotatie tussen Simon Mignolet en Nordin Jackers. Officieel was dat een modern plan om twee topdoelmannen scherp te houden. In de praktijk lekte al snel uit dat de lijn van bovenaf duidelijk was:
Jackers is de toekomst, Mignolet moet leren leven met een gedeelde nummer één. Analisten spraken over een “plan met alleen maar verliezers”, intern was er wrevel en na de eerste grote fout van Jackers stond het hele concept op losse schroeven. Het was geen sportieve evolutie die uit de groep kwam, maar een beleidskeuze die tot in de basiself werd doorgedrukt.

Vandaag zien we hetzelfde patroon, maar dan enkele linies verder. Nilsson verdwijnt haast volledig uit beeld, Vetlesen wordt wekenlang naar de marge geduwd, terwijl de jeugd versneld wordt doorgeduwd. Een schijnbaar sportieve beslissing die door een clubicoon én door Vandenbempt expliciet aan “hogerhand” wordt gekoppeld. In Leuven mag Vetlesen plots wél starten en scoorde hij prompt.
Zelfs de mercato logica klopt volledig met dat verhaal. Club Brugge koos de voorbije jaren systematisch voor jong, onervaren en doorverkoopbaar. Ervaring werd afgebouwd, niet alleen in doel, maar door de hele kern. De slinger bij Club is zelfs doorgeslagen richting jeugd en potentieel, ten koste van stabiliteit.
Trainer wordt zondebok van een wankel systeem
Als je tegelijk ervaring wegduwt (Mignolet, Nilsson) en de nervositeit in de ploeg opvoert met een veel jonge spelers, krijg je precies wat Club nu toont: wisselvalligheid, twijfel, gebrek aan leiderschap op de sleutelmomenten. De ironie is dat Hayen nu in elke persbabbel de jonge groep moet verdedigen, terwijl dat zijn keuze niet was. Hij wordt het gezicht van een strategie die hij niet volledig zélf bepaald heeft en van bovenaf werd uitgetekend.
En dan komen we opnieuw bij Bart Verhaeghe. Tijdens de titelviering in 2024 zei hij dat Club “al veel trainers heeft opgeleid” en dat de club ook met een andere coach kampioen had kunnen worden. Het was een duidelijke boodschap: bij Club Brugge is de trainer een radertje in een grotere machine, de echte macht en knowhow zitten in de structuur, niet op de bank. Nu die structuur hapert, zie je wat er gebeurt: de druk verschuift bijna automatisch richting dat ene radertje.

De voorbije dagen sijpelde bovendien door dat er niet alleen druk staat op Hayen, maar ook op het nieuwe management – Madou, Rigaux en Dedobbeleer. Na de nederlaag op STVV zagen waarnemers hoe Verhaeghe in de catacombes van Stayen stond te ijsberen. In analyses wordt al openlijk de vraag gesteld of het beleid van het drietal niet voorlopig geflopt is: te veel inzetten op “growing assets”, te weinig op direct rendement. Maar ook dat debat dreigt uiteindelijk weer op de schouders van de coach terecht te komen.
Hayen zelf blijft opvallend sereen. “Of het crisis is? Anderen zijn beter geplaatst om daarover te oordelen”, zei hij, om er meteen aan toe te voegen dat hij “erg rustig” blijft bij dat woord. Tegelijk vertelt hij dat hij elke dag opnieuw “vuur in de ploeg” probeert te krijgen en zich optrekt aan dingen als de goal van Tzolis in Leuven of diens twee assists op STVV. Een coach die in de vuurlinie staat, zoekt kleine lichtpuntjes om zichzelf – en zijn spelers – overeind te houden.
Wat lost een ijskoude exit eigenlijk op?
De club oogt strak georganiseerd, de trainer krijgt lof, maar nooit zóveel dat hij groter wordt dan de structuur. Vandaag blijft de vraag dezelfde: wat als het misloopt tegen Arsenal, en wat als Club ook in de titelstrijd punten blijft verliezen? Dan is een ijskoude exit van de trainer de makkelijkste en meest voorspelbare reflex. Alleen lost dat het echte probleem niet op. Want als het systeem zelf fouten heeft, wie zegt dat de volgende coach meer is dan opnieuw een radertje, klaar om dezelfde handleiding te volgen?
Olivier Plancke