Jannick Lanckriet
Het werd voor KRC Genk een wintermercato met veel meer beweging dan verwacht. Eigenlijk hadden de Limburgers gehoopt om geen transfers te moeten doen, maar plots werden ze geconfronteerd met het vertrek van enkele basisspelers.
Genk moest in januari afscheid nemen van Gerardo Arteaga en Daniel Muñoz, die allebei een transfer wisten door te drukken. Die eerste keerde terug naar Mexico, terwijl Muñoz zijn kans gaat in de Premier League bij Crystal Palace. Vooral het vertrek van die laatste was onverwacht, maar Genk wist wel vervangers te vinden.
LEES OOK: Fink ziet groot voordeel voor Genk in Europa
Genk haalde Nkuba als vervanger MuñozHet haalde Eduard Sobol terug naar België en ging daarnaast ook Ken Nkuba wegplukken bij Charleroi. Vooral de transfer van die laatste was toch opmerkelijk, want hij was dit seizoen nog niet verder gekomen dan één basisplaats en drie invalbeurten op Mambourg.
Tot december stond Nkuba immers aan de kant met een zware knieblessure, opgelopen tijdens een oefenwedstrijd in mei. Desondanks telde Genk 3,75 miljoen euro neer voor de 22-jarige Jonge Duivel, die volgens La Dernière Heure zonder zijn blessure dit seizoen in de Champions League gestaan had met RC Lens.
Geen Lens, wel Genk
Zelf had Nkuba ook eerder in die richting gedacht. "Ik dacht zelf ook dat de logische volgende stap het buitenland zou zijn en dat een tussenstap in België niet per se nodig was", geeft hij toe. "We hebben allemaal een carrièreplan in ons hoofd, maar soms loopt het leven anders."
Nkuba had zelf ook een wintertransfer niet meer verwacht, maar Genk manifesteerde zich snel. "Ik hoorde over de interesse van Genk na de match tegen Club Brugge (op 27 januari, nvdr)", geeft hij aan. "De volgende dag had ik al meneer De Condé aan de lijn. Het project beviel me en zijn woorden hebben me overtuigd. Op 30 januari is alles afgerond, een dag later stond ik al op het wedstrijdblad tegen OHL."
