Bij RSC Andelecht doen de Neerpede-jongens het bijzonder goed. Zij tonen dat de doorstroming zeer goed is en dat het het enige departement is binnen de club die ook in de grote crisis is blijven functioneren. Paars-Wit ziet dat de jeugd dit jaar forse stappen voorwaarts zet in het eerste elftal. En dat is zeker geen toeval.
Ruim een jaar geleden deed Peter Vandenbempt de volgende uitspraak. Over de jonge gasten. "Je hoort ook vaak dat het een kwestie van clubcultuur is. De pampercultuur van Neerpede, waar ze die jonge talenten allemaal geweldig leren voetballen. Dat kunnen ze ook, maar ze hebben nooit moeten leren strijden en ze vallen vaak door de mand wanneer enkel talent niet meer volstaat. Dat is een soort existentieel probleem en dat los je niet op van vandaag op morgen. Daar is een cultuuromslag voor nodig, om zware woorden te gebruiken."
Geen cultuuromslag nodig
Een cultuuromslag was niet echt nodig, wel meer kwaliteit rondom die jonge gasten. Dat wordt dit jaar bewezen. De jonkies van Anderlecht kunnen wel degelijk knokken. Het klopt dat de echt grote talenten te weinig weerstand hebben, want Anderlecht is vaak oppermachtig in de jeugd.
Maar de onderlinge strijd is bij Anderlecht héél groot. De mentale sterkte die jongens er op heel jonge leeftijd moeten tonen, is ook enorm. Niet presteren en een ander talent staat klaar om je plaats in te nemen. De voetbaldroom om het te maken als prof dreigt zo in rook op te gaan. Die druk mag men niet onderschatten bij jonge talenten in een opleiding zoals bij Anderlecht, Genk en andere clubs.
Bovendien toont Anderlecht al vele jaren dat het héél gevarieerde spelers kan opleiden. Er zijn jongens als Leander Dendoncker, Sebastiaan Bornauw, Alexis Saelemaekers en anderen die met hun fysieke parameters (fysieke kracht bij de eerste twee, loopvermogen bij de derde) indruk maakten. Daarnaast zijn er de ‘wonderkinderen’ zoals Jérémy Doku, Youri Tielemans, Roméo Lavia en anderen.
Daaronder zijn er nog jongens die technisch heel vaardig zijn, maar laat matuur waren en toch kansen kregen. Anderlecht leerde van de saga met Dries Mertens door ook zo jongens verder op te leiden en geduld uit te oefenen. Spelers als Théo Leoni, Zeno Debast, Yari Verschaeren, Sambi Lokonga zijn daar voorbeelden van.
Wél ervaren kwaliteit
Théo Leoni, Mario Stroeykens, Zeno Debast, Francis Amuzu, Killian Sardella en Tristan Degreef zijn ook nu het perfecte voorbeeld van de variatie aan spelers die vanuit Neerpede doorstromen. Stroeykens stond fysiek al op jonge leeftijd ver. Sardella en Amuzu zijn jongens die heel veel mentale weerbaarheid toonden, Debast en Degreef zijn fysiek frêle jongens die enorm technisch sterk zijn. De veelzijdigheid van Anderlecht was net de sterkte van de academie de afgelopen jaren.
Dit seizoen zetten ze nog meer stappen voorwaarts omdat ze zich kunnen optrekken aan ervaren kleppers als Kasper Schmeichel, Jan Vertonghen, Thomas Delaney, Thorgan Hazard en Kasper Dolberg. De jaren voordien moesten spelers als Doku, Lokonga, Verschaeren en andere talenten de kar trekken. Dat Anderlecht dan zelfs nog 4de en 3de werd, is dan ook straf.
Het werk van Jean Kindermans en zijn team zal nog enkele jaren zijn vruchten afwerpen. Bij de 15-jarigen en daarboven zijn een aantal talenten die de komende jaren ongetwijfeld zullen doorbreken. En ook daar: veel verschillende profielen. In 2023 kon Anderlecht in een woelig jaar weer rekenen op zijn jeugd. Een constante doorheen de jaren. Na jaren van (te veel) druk op hun schouders worden zij nu tenminste echt goed ondersteund. Dàt is het verschil.
CR