Adnan Januzaj verdeelt altijd de meningen. De ene vervloekt hem om zijn doelpunt op het WK 2018 in de groepsfase tegen Engeland, waardoor de Rode Duivels een lastiger parcours moesten afleggen, de andere wijst erop dat we anders nooit de onvergetelijke momenten tegen Japan en Brazilië hadden beleefd. Hoe dan ook blijft het voor de linkspoot zelf voorlopig bij die ene treffer in 12 interlands.
Januzaj werd na de bronzen medaille in Rusland aanvankelijk doorgaans nog opgeroepen voor het nationaal elftal, maar kwam nog slechts drie keer in actie. De laatste keer dat hij op de bank zat, dateert bovendien intussen al van oktober vorig jaar. In de voorbije interlands werd de 25-jarige winger dus stelselmatig gepasseerd, al had een slechte timing qua blessures daar af en toe ook wat mee te maken. In principe lijkt Roberto Martinez immers net enigszins een boontje te hebben voor de kwaliteiten van het vroegere jeugdproduct van Anderlecht, die op jonge leeftijd al naar Manchester United trok. Zelf lijkt Januzaj dat echter net iets anders te ervaren.
In gesprek met Eleven Sports liet hij het immers niet na om de bondscoach aan de oren te trekken. "Ik ben er van overtuigd dat ik met mijn kwaliteiten elke ploeg iets kan bijbrengen. Ik heb al genoeg bewezen in het verleden om elke keer opgeroepen te worden voor de nationale ploeg. Iedereen kan eens een mindere periode doormaken, maar er zijn spelers die nu opgeroepen worden en totaal uit vorm zijn. Dat stoort mij op zo’n momenten wel, maar ik weet hoe het gaat. Ik moet blijven presteren op clubniveau en dan zien we wel", klinkt het namelijk. Nochtans stond het voormalig toptalent dit seizoen zelf nog maar een handvol keren in de basis bij Real Sociedad.