Het seizoen als regerend landskampioen draaide opnieuw op een sisser uit, maar dat mag de vreugde in de Luminus Arena toch niet te zeer bederven. KRC Genk kan namelijk terugblikken op het succesvolste decennium in haar clubgeschiedenis, met twee titels en één bekertriomf sinds 2010. In die periode passeerden dan ook heel wat grote namen de revue, waarbij de ene al wat langer bleef hangen dan de andere. Uit al dat geweld stelden wij nu een ultiem elftal samen.
LEES OOK: de ultieme XI van Anderlecht
LEES OOK: de ultieme XI van Club Brugge
GK: Thibaut COURTOIS
Laszlo Köteles heeft de langste staat van verdienste, maar in doel kunnen we niet om Thibaut Courtois heen. Die kreeg als 18-jarig broekventje vol het vertrouwen van Frank Vercauteren en bedankte door Genk meteen naar de titel te keepen. Een bekroning als Doelman van het Jaar en transfer naar Chelsea was zijn deel, waardoor hij slechts 45 keer in actie kwam voor zijn jeugdclub. Daarin hield Courtois wel 14 keer de nul – en verrichte hij vooral talloze onvergetelijke reddingen.
RA: Ngcongca ANELE
Rechts achterin laten we de kwaliteit van Joakim Maehle dan weer links liggen voor de stabiliteit van Anele Ngcongca. De Zuid-Afrikaan verliet de Luminus Arena na negen jaar trouwe dienst via een achterpoortje, maar was daarvoor wel een leider op en naast het veld. Met 279 optredens heeft de agressieve verdediger en sporadische aanvoerder zelfs het op één na meeste matchen voor de Limburgers op de teller. Daarin vierde hij één landstitel, twee bekers en twee Supercups.
CV: Kalidou KOULIBALY
Dan moet Kalidou Koulibaly het met minder prijzengewin stellen, want hij was er enkel bij toen Genk in 2013 de beker won. Een jaar later trok de Senegalees voor bijna acht miljoen naar Napoli, waar hij een van de beste verdedigers ter wereld werd en vandaag het zevenvoudige waard is. Ook in de twee seizoenen en 92 wedstrijden die de krachtpatser in ons land afwerkte, liet hij echter reeds een onvergetelijke indruk na. Christian Kabasele en co kunnen alvast niet aan hem tippen.
LA: Timothy CASTAGNE
Op links spelen we een beetje vals, met onze excuses aan Omar Colley, Daniel Pudil en Jere Uronen. Timothy Castagne heeft evenwel genoeg ervaring aan deze kant. Niet alleen in Italië, maar ook toen hij pas kwam piepen in Genk en Anele op rechts nog de dienst uitmaakte. De Luxemburger nam nadien vlotjes de fakkel over en speelde 99 duels alvorens naar Atalanta te verkassen. Trofeeën leverde het niet op, een bijdrage aan de Genkse status als kweekvijver voor talent des te meer.
CVM: Wilfred NDIDI
David Hubert en Sander Berge stonden vaker op het veld, waarbij vooral die laatste ook qua klasse gerust een plek in dit elftal had verdiend. Toch kiezen we voor Wilfred Ndidi als controleur. De Nigeriaan werd in januari 2015 voor een prikje opgehaald in zijn thuisland en twee jaar later voor ruim 17 miljoen alweer aan Leicester verkocht. Iets minder lucratief dan Berge en geen prijzen om mee te pronken, maar op financieel vlak wel een van de grondleggers van het huidige succes.
CM: Sergej MILINKOVIC-SAVIC
Dezelfde bedenking gaat op voor Sergej Milinkovic-Savic, die in zijn ene seizoen allicht minder zijn strepen verdiende dan Ruslan Malinovskyi of Daniel Töszer. Wel liet de toen 19-jarige Serviër al flink wat staaltjes van zijn kunnen zien, waarna hij helemaal ontplofte op het WK U20 en een transfer naar Lazio versierde. De toenmalige recordsom van tien miljoen liep zelfs nog op tot 18 miljoen, andermaal een enorme winst waar Genk in de jaren nadien de vruchten van zou plukken.
CAM: Kevin DE BRUYNE
Ook Kevin De Bruyne bracht een fikse duit op toen hij in 2012 naar Chelsea trok, al is dat het laatste waar ze in de Luminus Arena aan denken wanneer het over hun idool gaat. Met 17 treffers en 36 assists in 113 matchen ogen zijn cijfers wel net iets minder dan die van Alejandro Pozuelo, maar vooral in de laatste lijn richting titel in 2011 kregen we een prille voorbode van King Kev te zien. Toen nog vaak op de flank, waar zijn klasse al buiten kijf stond. Hier toch gewoon op de 10.
RB: Thomas BUFFEL
Geen discussie op de rechterflank, waar alleen recordman Thomas Buffel aanspraak maakt op een plaatsje in onze elf. Het clubicoon maakte nagenoeg het volledige decennium rond in Genkse loondienst en groeide er zo uit tot de speler met de meeste wedstrijden achter zijn naam. In die 388 optredens wist de jarenlange aanvoerder bovendien 59 keer te scoren en leverde hij maar liefst 74 assists af. Sterkhouder, smaakmaker en een absoluut symbool: Buffel was en is het allemaal.
LB: Leandro TROSSARD
Aan de overkant maakt Leon Bailey het ons iets lastiger, maar uiteindelijk kiezen we toch voor Leandro Trossard. Een voorbeeld voor de Limburgse jeugd, want pas na vier uitleenbeurten brak hij in 2016 alsnog door in Genk. Drie jaar later stond de dribbelkont als kapitein met de landstitel te pronken en verhuisde hij voor 20 miljoen naar Brighton, met 39 goals en 21 assists in 120 duels op zijn conto. Een succesverhaal zoals het vandaag niet vaak meer geschreven wordt.
SP: Elyaniv BARDA
Alhoewel, Jelle Vossen past in datzelfde plaatje. De maker van 111 doelpunten in 246 matchen had hier in principe dan ook een plek verdient, maar is sinds zijn passage bij Club Brugge persona non grata in Genk. Daarom geven we de voorkeur aan Elyaniv Barda, die zich met 68 stuks in 211 partijen eveneens in beide categorieën in de top 10 wringt – én daar 51 assists bijdoet. De Israëliër deemsterde aan het eind wel wat weg, maar blijft toch een ietwat legendarisch figuur.
SP: Ally SAMATTA
Op basis van zijn ene jaar in de Luminus Arena konden we ook Christian Benteke een plaats gunnen, maar dan doen we Ally Samatta toch tekort. De goedlachse Tanzaniaan werd net als Ndidi voor een appel en een ei opgepikt in Afrika, won vervolgens het pleit van Nikolaos Karelis en schoot Genk vorig jaar haast eigenhandig naar de titel. Met 76 treffers in 191 duels valt hij bovendien maar net naast het podium in de lijst der clubtopschutters. Een spits om nooit te vergeten.